De Corantijnrivier is vanaf de oorspong, de Boven-Corantijn, tot aan de monding in de Atlantische Oceaan, circa 724 km lang. De grens tussen Suriname en Guyana ligt op de linkeroever van de Corantijn, dus aan de Guyanese kant. Guyana beschouwde het midden van de rivier als grens, maar deze claim werd in een uitspraak van het Permanent Hof van Arbitrage, in 2007 verworpen in het voordeel van Suriname.
De Corantijnrivier is over de gehele lengte en breedte Surinaams grondgebied, wat tijdens de onafhankelijkheid ook bevestigd werd door de toenmalige minister-president van Nederland, Joop den Uyl. Het Nederlandse standpunt over de vastlegging van de grenzen van Suriname en vooral ook de zogenaamde betwiste gebieden, werd in een officieel schrijven vastgelegd tijdens de overdracht van ons land op 25 november 1975.
Minister Riad Nurmohamed heeft de nadruk gelegd op de voordelen van de brug over de Corantijnrivier. Hij is ervan overtuigd, dat door de enorme aardolie- en aardgasvoorraden die voor onze kust liggen, wij ook kunnen profiteren van de ontwikkelingen in Guyana, want Guyana is al begonnen met het offshore oppompen van de aardolie. Suriname maakt zich ook gereed voor de spoedige ontwikkeling van onze offshore olie-industrie, daarom zal de brug over de Corantijnrivier een prominente rol spelen in de gezamenlijke, duurzame ontwikkeling van de twee landen. De positieve spin-off effecten die zo een project met zich zullen meebrengen, zijn enorm: werkgelegenheid, een grote impuls aan regionale handel en industrie, stimulans voor Surinaamse bedrijven en een grote afzetmarkt.
Ook zal de toerisme-industrie een grote boost krijgen.
Het ontwerp, de technische aspecten en de financieringsmogelijkheden zullen allen uitvoerig onderzocht en besproken worden. President Chandrikapersad Santokhi en de president van Guyana, Irfaan Ali, zullen rond de Onafhankelijkheidsdag de formele documenten tekenen en daarmee start het proces van een feasibility studie. Nurmohamed verzekert de samenleving, dat de brug zal komen zonder ‘tjuku’ en zonder ‘nyang’.
Allemaal mooi en waar, maar we moeten niet vergeten dat er nog sprake is van een grenskwestie, die nog steeds een onderwerp van gesprek moet worden, alvorens er wordt gesproken over een brug. Door de recente olievondsten voor de Guyanese kust, wordt het land door verschillende gerenommeerde internationale organisaties overspoeld met financiële steun, waardoor hun economie een enorme groei zal doormaken. Er is sprake van een jaarlijkse groeivoorspelling van tussen de 50 procent en 85 procent van het Guyanese bruto binnenlands product (bbp). Waar de meeste landen in de wereld juist economische krimp ervaren in deze zware economische tijden, ook vanwege de COVID-19 pandemie, zijn de vooruitzichten voor de Guyanese economie sterk.
Gezien Suriname onlangs ook eigen offshore olievondsten heeft gedaan, kunnen wij ook hieruit profiteren. Ondanks het feit dat het bouwen van bruggen over de grensrivieren voor Suriname momenteel geen topprioriteit zouden moeten zijn voor Suriname, gezien onze eigen binnenlandse problemen, is een verbindingsbrug over de Corantijnrivier goed voor de toekomstperspectieven.
Vervolgens moeten alle financiële aspecten hieromtrent goed besproken worden, want een belangrijk aspect zoals de status van de Boven-Corantijnrivier, moet niet zomaar genegeerd worden of gewoon worden prijsgegeven. De afspraken moeten bepaald worden volgens het internationaal recht, om toekomstige claims gepaard gaande met Guyana’s economische groei, te voorkomen. De regering moet niet vergeten, dat Guyana in het verleden namelijk heeft bewezen, geen vriendelijke buur te zijn als het om onze maritieme en landelijke grenzen gaat.