‘Hoefdraad bewust beschermd met wijziging Wet op Staatsschuld’

Volgens VHP-parlementariër Asiskoemar Gajadien, heeft de coalitie er bewust voor gekozen om minister Gillmore Hoefdraad van Financiën, te beschermen door de Wet op de Staatsschuld te wijzigen. Zo reageert hij op het schrijven van de procureur-generaal (PG), waarin wordt gesteld, dat de minister de wet niet heeft overtreden en er daarom geen gronden aanwezig zijn om hem strafrechtelijk te vervolgen. De VHP had op 15 oktober 2019 aangifte gedaan tegen Hoefdraad, omdat zij van mening was dat de minister de Wet op de Staatschuld had overtreden. De Wet op de Staatsschuld is bedoeld om burgers te beschermen tegen buitensporig leengedrag door regeringen. De wijziging van deze wet was volgens Gajadien een gelegenheidswet van de coalitie om de strafklacht tegen Hoefdraad teniet te doen.
Kort nadat de strafklacht tegen Hoefdraad was ingediend, heeft Amzad Abdoel, fractieleider van de NDP, een ontwerpwet voor wijziging van deze wet ingediend. President Desiré Bouterse deelde eind oktober op een spoedbijeenkomst van het NDP-kader in Ocer mee, dat de initiatiefwet die door NDP-fractieleider Amzad Abdoel was ingediend, een stuk was van de NDP. De wijziging van de Wet op de Staatsschuld is op 1 november 2019 aangenomen, waarbij de strafbepalingen binnen de Wet op Staatsschuld geschrapt werden en het leningenplafond opgeschroefd van 60 naar 95 procent van het bruto binnenlands product (bbp).
De VHP had in haar aangifte drie leningen opgenomen die door Hoefdraad zijn aangegaan en waarbij het obligoplafond overschreden zou zijn. In het schrijven stelt de PG, dat na deskundig advies van de Vereniging van Economisten in Suriname (VES) blijkt, dat het obligoplafond in de periode januari tot en met juni 2019 is overschreden. Echter stelt de PG dat door het wettelijk wijzigen van meerdere bepalingen in de wet, de aangegane schuldverplichtingen ter financiering van de uitgaven onder de werking van de aangebrachte wetswijziging vallen en er daarom geen grondslag is voort te gaan met straf processuele maatregelen.
“De wet is dus overtreden, maar vanwege de wijziging is er geen grondslag voor vervolging. De regering doet aan gelegenheidswetgeving om te mogen lenen en om ministers te beschermen”, zegt Gajadien. De coalitie is volgens hem gewoon in het parlement om in het belang van de regering op te treden. “Het volk moet straks daarom een keus maken of deze mensen verder hun belangen moeten behartigen”, aldus Gajadien.

-door Priscilla Kia-

More
articles