INKOMSTEN GRONDSTOFFEN GEBRUIKEN VOOR ONTWIKKELING

Met de toetreding tot de EITI, Extractive Industries Transparency Initiative, in mei 2017, heeft Suriname zich gecommitteerd een transparant beleid te voeren binnen de extractieve sector. Dit houdt onder andere in, dat Suriname jaarlijks het EITI- rapport produceert en openbaar maakt. In het kader hiervan is het EITI- rapport handelend over het fiscaal jaar 2017, na goedkeuring van de Multi Stakeholders Group, MSG, vanaf 31 december 2019 toegankelijk voor het publiek. Het doel van EITI is om Suriname te helpen ervoor te zorgen, dat zijn natuurlijke hulpbronnen worden gebruikt voor de ontwikkeling van het land. Voor degenen die niet weten waarvoor deze organisatie staat: EITI is het initiatief voor algehele transparantie en efficiënt beheer van de financiële geldstromen binnen de extractieve industrie, waaronder de mijnbouw en oliesector vallen. De bedoeling van dit initiatief is, dat de financiële voordelen uit deze sectoren, de totale gemeenschap, ten goede moeten komen. Via publicaties zal informatie beschikbaar gesteld worden met betrekking tot de inkomsten en uitgaven van de bedrijven binnen deze sector. Ook de overheid zal informatie over de besteding van de financiële middelen die uit deze sector voortvloeien, moeten publiceren. Dit rapport werd in oktober 2018 verwacht. Suriname moest toen een overzicht presenteren van de daadwerkelijke inkomsten, die komen uit de mijnbouw en oliesector. De regering Bouterse werd toentertijd verplicht gesteld zich te houden aan de publicatieplicht, die innig verbonden is aan het lidmaatschap van deze organisatie.
Helaas is deze deadline niet gehaald, omdat het rapport dat aan alle eisen moet voldoen in een bepaald format, nog niet af was. Het gevolg hiervan is, dat Suriname geschorst werd door het EITI. Ex-minister Regillio Dodson van Natuurlijke Hulpbronnen, wimpelde deze schande af door te zeggen, dat het helemaal geen ramp is dat Suriname geschorst werd door deze organisatie. De regering Bouterse werd namelijk in de afgelopen tien jaar door velen beschuldigd van niet-transparant en onbehoorlijk bestuur voor wat onder andere het beleid betreft binnen de mijnbouwsector. Dit werd vooral benadrukt toen Bouterse in 2018 de eerste tranche van 1.041.667 Iamgold-aandelen in ontvangst nam op een buitenverblijf aan de Raleighvallen. Velen vroegen zich toen ook gelijk af, waar de toegezegde transparantie van de regering was gebleven. Wat gebeurt er nu met deze aandelen? Kort geleden is op Surinaams grondgebied (offshore) een grote olievondst gedaan. De Surinaamse overheid heeft de mogelijkheid om via Staatsolie voor 10 tot 20 procent te participeren na zo een vondst. Indien Staatsolie bij de exploitatie meedoet, moet haar inbreng ook ergens vandaan komen. De Surinaamse overheid verdiende in de afgelopen paar jaar dik aan de opbrengsten van het oliebedrijf. Maar Keerpunt vraagt zich ook nu weer af, waar dit geld aan wordt besteed. De Staat Suriname krijgt conform de wet, 36 procent winstbelasting over elke dollar die Staatsolie verdient. De nettowinst van het bedrijf is dan 64 procent op elke dollar, daarvan gaat weer 50 procent aan dividend naar de staat. Dit betekent dat 32 cent per dollar overblijft voor het staatsbedrijf om herinvesteringen te plegen. Waarin investeert de regering? Of wordt dit geld gebruikt om al die buitenlandse leningen af te lossen? Nu er olie is aangeboord door de maatschappijen Apache en Total, zullen de inkomsten van de staat, in de toekomst zeker toenemen. Wat zal er met deze nieuwe rijkdom gebeuren? Keerpunt blijft erbij, dat de EITI als waakhond zal kunnen dienen in Suriname, waarbij er zoveel activiteiten gaande zijn in de mijnbouw en oliesector en zoveel corrupte politici en andersoortige dieftigen op de loer liggen, want hoe meer grootschalige projecten op gang komen, hoe groter de kans op meer inkomsten voor de staat en daarbij loopt men het risico dat er nog meer verduisterd zal worden in de toekomst.

More
articles