Een assembleelid deed onlangs de uitspraak, niet te weten waarom de vakbonden op straat komen. Volgens de wetgever heeft de regering genoeg gedaan om de werkende klasse tegemoet te komen. De volksvertegenwoordiger ging zelfs zover door te vertellen dat de regering maatregelen zou moeten treffen tegen de vakbonden. Je vraagt je af, welke maatregelen hij bedoelt? Of weet hij niet dat het opkomen voor belangen van de werkende klasse een internationaal recht is, waaraan niemand en vooral de regering niet mag komen. Maar deze uitspraken verbazen de samenleving, wanneer die bovendien komen van een assembleelid, iemand die daar is geplaatst namens het volk en die zou moeten opkomen voor de belangen van het volk. Dat het parlement deels een verlengstuk van de regering is, is altijd zo geweest, maar dat men tegenwoordig openlijk op zo een manier voor de dag komt, schetst heel veel verbazing. In andere landen hadden deze mensen nooit meer vrij rondgelopen. Hoe kun je verklaren dat de vakbonden zomaar op straat gaan, wanneer zelfs het IMF aangeeft, dat de lonen heel laag zijn. Hoe kun je aangeven, dat de vakbonden zomaar voor de straat kiezen als je de samenleving voorhoudt dat de BTW zou gelden voor luxe goederen en je die doordrukt op nutsvoorzieningen en dat daarenboven het parlement daarbij toestemming verleent. We hadden al deze mensen naar huis moeten sturen, want ze hebben meegewerkt aan deze misère.
Maar het zijn dezelfde mensen die straks huis aan huis campagne willen gaan voeren en komen vertellen, hoe belangrijk het is om te stemmen en kiezen voor volksvertegenwoordigers. Je vraagt je af, hoe serieus je ze nu nog moet nemen. Deze mensen gaan over lijken om hun doel te bereiken.