Concessiehouders van Braamspunt die legaal zand afgraven, willen aparte gesprekken met minister Regilio Dodson van Natuurlijke Hulpbronnen. Zij vinden dat ze onterecht over één kam worden geschoren met illegale zandafgravers die ondanks een ministerieel verbod per 1 januari toch over zijn gegaan tot ontginnen bij Braamspunt. Daarnaast wil deze groep legale concessiehouders ook praten over het abrupte verbod welke ingevoerd is door het ministerie. Per 1 januari 2016 mag er namelijk geen zand en schelpzand meer worden ontgonnen in de kustvlakte.
Dodson heeft bij zijn collega Jennifer van Dijk – Silos van Justitie en Politie erop aangedrongen dat die een grondig onderzoek gelast en wenst daarnaast ook beslaglegging van het zand en de boten die bij de afgraving zijn ingezet.
“Wij hebben geen moeite met de maatregel”, laten de bonafide schelpzandondernemers weten. “Waarmee wij wel moeite hebben, is dat de maatregel is ingevoerd zonder dat de ondernemers zijn betrokken in het geheel.”
Wij waren wel in gesprek met de minister en er waren nog geen besluiten genomen totdat wij plotseling via de media ermee werden geconfronteerd”, aldus Iwan Kanhai, een van de legale concessiehouders, tegenover De West. Op 24 december is de laatste correspondentie met de minister geweest.
De Braamspunt zand- en schelpzandondernemers hebben zich intussen gebundeld. Het gaat om Rock & Dirtshippers N.V., N.V. Sarika, gebroeders Soebrati, Jap A Joe en Handelmij Dharmsingh NV. De groep wijst de minister erop dat er veel illegale zandafgravers opereren te Braamspunt. “Wij worden over één kam geschoren, terwijl wij juist de vergunning hebben en enorme investeringen hebben gedaan. Deze illegale zandafgravers graven ook overal. Zelfs op de Surinamerivier”, aldus Kanhai. Hij zegt dat het goed is dat er ordening komt en benadrukt dat zij niet tegen het verbod zijn, maar dat er wel moet worden besproken met de minister hoe de ondernemers gecompenseerd moeten worden. “Wij waren al reeds in speaking terms en de minister heeft ons compensatie belooft of een overbrugging voor de periode van het verbod.” Eerder waren alle ondernemers, zowel de legale als de illegale aan de onderhandelingstafel met de minister, maar omdat de gesprekken niet vlot verliepen, besloten de geregistreerde ondernemers een groep te vormen, zodat hun belangen beter behartigd kunnen worden. “Wij hebben vergunningen en je kan deze natrekken bij de GMD.” Elk bedrijf heeft ruim 200 arbeiders wiens toekomst nu onzeker wordt voor de komende maanden. De concessiehouders wijzen er ook op dat ze grote investeringen doen, zoals de aanschaf van boten die minimaal USD 750.000 kosten. Een concessiehouder heeft tenminste twee boten. Daarnaast beschikken ze ook over graafmachines. “Deze investeringen die wij doen, verdienen we niet binnen enkele maanden terug en hierover willen wij met de minister wel in gesprek gaan”, aldus Kanhai. Hij verwacht dat minister Dodson hun op korte termijn wel zal ontvangen voor een gesprek.