“Er kan veel meer rendement uit de Petro Caribe deal worden gehaald als de vaargeul van de Nickerierivier wordt uitgebaggerd”, betoogt Jitendra Kalloe, lid van De Nationale Assemblee namens de Vooruitstrevende Hervormings Partij (VHP) én het district Nickerie. Kalloe plaatst tegenover De West tevens kritische kanttekeningen over de wijze waarop de overeenkomst wordt geëffectueerd. Hij acht het in ieder geval van belang dat er cargoschepen met een grotere diepgang de Nickerierivier aandoen, zodat er grotere ladingen rijst verscheept kunnen worden. Nu worden er vrachtschepen ingezet, die zo’n geringe capaciteit hebben, dat er meerdere transporten plaatsvinden naar Paramaribo, waarna de lading wordt overgeheveld naar het cargoschip dat de rijst verscheept naar Venezuela. De meest ideale situatie zou zijn als de rijst vanuit Nickerie rechtsstreeks naar dit land wordt geëxporteerd. Nickerie ligt dichter bij Venezuela dan Paramaribo en nu gaat men wel heel oneconomisch te werk. Kalloe ziet enorme kansen voor de afzet van rijst in het kader van de Petro Caribe deal en verwacht dat rijstproducenten in Nickerie, Coronie en Saramacca, de Venezolaanse vraag aan zullen kunnen.
Onlangs werd bekend dat Venezuela een jarenlange rijstdeal met Guyana voor gezien houdt en voornemens is bij Suriname af te nemen. President Bouterse en zijn Venezolaanse ambtgenoot Maduro hebben afspraken gemaakt over de export van rijst naar Caracas, de handelsrelaties zullen worden verdiept om ervoor te zorgen dat de grote vraag naar rijst in Venezuela kan worden beantwoord met Surinaamse rijst. Een Surinaamse commissie zal binnenkort vertrekken naar Venezuela om de rijst-voor-olie-deal compleet te maken. Ondertussen blijft Suriname in aanmerking komen voor Venezolaanse olie tegen redelijke voorwaarden. Een heikel punt waar het VHP-assembleelid overigens aandacht voor vraagt, is de rol van Iboza, een orgaan dat namens de Staat als intermediair optreedt bij het uitvoeren van de rijstexporten. De Venezolanen betalen in de orde van US$ 750 tot US$ 800 per ton witte rijst, echter ontvangen de rijstexporteurs US$ 550 per genoemde eenheid. Kalloe vraagt zich in gemoede af wie de aandeelhouders precies zijn, vooral ook omdat hem ter ore is gekomen dat een jongere broer van de ex-minister van Buitenlandse Zaken een dikker vinger in de pap heeft bij dit tussenorgaan. Een ander punt van kritiek is, dat de autoriteiten slechts onderhandelen met de Vereniging van Verwerkers en Rijstexporteurs (VVRE ), terwijl de Vereniging van Rijst Exporteurs (VRE) er helemaal niet bij betrokken wordt.