ILLUSIES

Wie  bij het begin van zijn journalistieke carrière in de veronderstelling leeft, dat  hij of zij het gemakkelijk zal krijgen bij de uitvoering van zijn taak, bezit een illusoir uitgangspunt. Degenen die goed belezen zijn en zich wereldwijd situaties waarin journalisten moeten werken eigen hebben gemaakt, hebben kunnen constateren dat ze een mooi beroep uitoefenen, maar dat het niet bepaald ongevaarlijk hoeft te zijn. Er zijn landen waar journalisten in constant gevaar verkeren, omdat ze toch op een zo objectief mogelijke wijze willen vertellen wat zich in hun land afspeelt. Niet weinig journalisten  hebben in niet-democratisch bestuurde landen, hun werkzaamheden en eerlijkheid met de dood moeten bekopen. We willen hierbij de affaire Jamal Ahmad Khashoggi aanhalen, een Saoedische journalist en dissident en columnist, die onder meer voor de Amerikaanse krant The Washington Post, schreef. Khashoggi leverde  ook  zware kritiek op het Saoedische koningshuis en werd daarvoor vermoedelijk in opdracht van de Saoedische kroonprins  Mohammad Bin Salman Al Saud, in de Saoedische ambassade in Turkije vermoord. Zijn lichaam moet volgens internationale berichten in stukken gezaagd zijn en in koffers uit de ambassade zijn verwijderd.  Khashoggi was naar de diplomatieke missie gegaan om enkele consulaire zaken in orde te maken.  Dit is maar een enkel geval van het elimineren van persmensen door machtsdronken politieke elementen dat wij hier aanhalen. We zouden nog edities vol kunnen schrijven over het elimineren van kritische persmensen door machthebbers in veelal niet-democratisch bestuurde landen.  Jaarlijks worden de cijfers internationaal bekendgemaakt van journalisten  die hun leven hebben verloren  tijdens of na hun werkzaamheden.  Journalisten wereldwijd moeten zich dan ook geen illusies maken door ervan uit te gaan, dat ze geliefd zijn bij machthebbers of ze nu wel of niet democratisch gekozen zijn. In autocratisch bestuurde staten  zal een journalist het vele malen moeilijker hebben om zijn of haar werk naar behoren te doen. Intimidatie, provocatie en bedreigingen, zijn in dat soort staten aan de orde van de dag. En dat hebben we ook in ons land meegemaakt tijdens de militaire dictatuur onder leiding van Desi Bouterse.  We weten ook allemaal wat er op 8 en 9 december is gebeurd met de journalisten Rahman, Kamperveen, Behr, Wijngaarde en Slagveer en kort  na  het begin van de staatsgreep, met Keerveld in Georgetown.  De slachting van 8 en 9 december 1982  heeft binnen de Surinaamse journalistiek voor grote en aanhoudende trauma’s gezorgd en laten zien dat zaken goed en opnieuw uit de hand zouden kunnen lopen als er niet onmiddellijk groot protest wordt aangetekend tegen personen die denken zich wederom als  onderdrukkers  te kunnen en mogen opstellen.  We leven anno 2021 in een democratische rechtsstaat die in al zijn facetten en voortdurend, beschermd dient te worden. Wel moeten wij heel goed beseffen, dat er tussen ons  en ook in deze regering en oppositie, figuren zitten met dictatoriale neigingen die weemoedig terugdenken aan de periode waarin met de knoet kon worden geregeerd en de mensenrechten constant en naar believen konden worden geschonden.  Wanneer we zien dat een journalist door bodyguards van een vicepresident in elkaar wordt geslagen en de laatstgenoemde zijn beschermers niet onmiddellijk en ter plekke terugfluit, dan moet er een lampje bij alle mediawerkers en anderen gaan branden en moeten we beseffen, dat we niet met een democraat te maken hebben, maar met een persoon die fascistische allures huldigt. Het is daarom goed dat alle journalisten zich onmiddellijk achter de journalist Pinas  hebben geschaard en luid protest hebben doen weerklinken.  Ook is het toe te juichen dat de ambassade van de Verenigde Staten, zijn bezorgdheid heeft uitgesproken over de jongste ontwikkeling in ons land en betrekking hebbende op de mishandeling van Pinas.  Autocratisch ingestelden hebben een broertje dood aan internationale ruchtbaarheidsgeving van incidenten, zoals zich met Pinas hebben voorgedaan.  Imagoschade, daar is geen enkele regering op gebrand, ook de regering Santokhi niet.  En dan hadden we nog de hypocrisie vanwege de NDP-fractie in het parlement, die de mishandeling van Pinas afkeurde.  Het kan zijn dat binnen deze partij het besef is gaan leven dat  de democratische  rechtsstaat  ver boven de dictatuur uitsteekt en dat we die daarom moet huldigen, beschermen en bewaken.  Hopelijk vloeide de veroordeling  van het optreden tegen de journalist Pinas, niet voort uit puur opportunisme, want als er een partij is die in onze moderne geschiedenis heeft laten zien niet veel op te hebben met de oprechte en niet aan haar gelieerde journalisten, dan is het de  NDP wel.  Het waren toch topleiders uit deze partij die op 8 december  de eerdergenoemde journalisten over de kling hebben gejaagd?   Misschien is er uiteindelijk toch een ander soort NDP aan het verrijzen. Een NDP die zich toch wel helemaal wenst te distantiëren van mensenrechtenschendingen die in de jaren tachtig  zijn uitgelopen op platte moord op zovelen.

More
articles