Politieke inmenging RvC en directie banken brengt integriteitsprincipe in geding

“De administratieve sancties kunnen door de Centrale Bank van Suriname aan de lokale banken worden opgelegd op basis van de Wet Toezicht Bank- en Kredietwezen. Er zijn echter geen uitgeschreven procedures voor de toepassing van de instrumenten. Voorts zijn er nog geen boetes opgelegd, maar er wordt gewerkt met het toekennen van de ‘aanwijzing’ om een bepaald gedragspatroon te volgen en moral suasion, voor het teweegbrengen van gedrags- en structuurverandering. De banken erkennen de autoriteit van de Centrale Bank van Suriname, maar hebben tijdens de werkgroepsessies opgemerkt dat er onvoldoende handhaving plaatsvindt van wet- en regelgeving”, stelt het NRA-rapport. Hoewel er aanwijzingen zijn opgelegd, is het aantal toegekende sancties minimaal volgens de NRA en wordt er geen gebruik gemaakt van andere/zwaardere sancties, zoals het opleggen van boetes. “De wet voorziet in onvoldoende mate in de verschillende facetten van handhaving. De gebrekkige communicatie tussen de FIU en de bankensector alsook de disproportionele verhouding tussen opgelegde strafmaatregelen en het aantal doorgestuurde dossiers naar het Openbaar Ministerie voor verder onderzoek, is niet in lijn met het aantal aangemelde verdachte transacties. Voor de effectiviteit van de toetreding tot de sector, voorziet de wet in ‘entry controls’ die echter niet voldoen aan alle FATF-vereisten. De bestaande richtlijnen zijn nog onvoldoende gestoeld op objectieve criteria. Echter zijn er geen nadere instructies en regelingen binnen de CBvS voor de toetsingscommissie en de procedure die de toetsingscommissie moet volgen. Ook is er geen beschreven procedure, hoe te handelen bij afwijzingen en andere situaties. Om risico op fraude/onethische praktijken te verminderen, zijn er wel richtlijnen vanuit de Centrale Bank van Suriname; de instellingen beschikken zelf over interne regels/documenten alsook preventieve en detectieve maatregelen”, stelt de NRA.

In het kader van de integriteit van het personeel, is de compliance functie als een onafhankelijke functie bepaald en medewerkers kunnen anoniem meldingen doen. Echter is uit dit onderzoek gebleken, dat vanwege politieke inmenging bij Staatsbanken of in Raden van banken waar de Staat aandelen heeft, kan opgemerkt worden dat het integriteitsprincipe weleens in geding komt, bij de benoemingen van Raden en management.

UBO

In de AML/CFT richtlijn 2016 is vastgelegd dat banken de identiteit van de uiteindelijke begunstigde moeten vaststellen. Het verifiëren van de UBO (ultimate beneficial owner) is een standaardcontrole bij het uitvoeren van KYC/CDD. “Er vinden periodieke reviews van dossiers plaats in plaats van een op risico gebaseerde controle op UBO’s. Er is geen onderscheid in UBO’s voor de risicosectoren. Er zijn geen dwingende richtlijnen naar klantgroepen om bij wisseling van eigenaren/management van bedrijven, deze terstond door te geven. Er is geen register voor UBO’s en er is geen eigen registratie binnen de banken. Er wordt veelal gebruik gemaakt van de nationale identificatiekaart, welke nog niet volledig is gedigitaliseerd. Uitwisseling van informatie tussen instituten is nog niet geïntegreerd, waardoor banken aangewezen zijn op handmatige/traditionele controle”, concludeert de NRA.

More
articles