OP EIGEN HOUTJE

Al weken houdt het kasreserveschandaal dat zich op de Centrale Bank van Suriname heeft voltrokken onder leiding en verantwoordelijkheid van governor Robert van Trikt, de Surinaamse gemeenschap in zijn greep. En terwijl dit schandaal zich voortsleept en er toch nog een heleboel onduidelijkheden zijn over hoe dit allemaal heeft kunnen gebeuren, is het wel zo, dat er van alles en nog wat wordt gesuggereerd en de verdachtmakingen aan het adres van personen die betrokken zijn bij de Centrale Bank en de controle op de verrichtingen van zijn leiding, niet gering zijn. Via de sociale media worden er tal van verwijten en beschuldigingen die grotendeels uit de lucht zijn gegrepen en onterecht zijn, gelanceerd. De vragen die voortdurend gesteld worden, zijn legio en omdat die niet gelijk worden beantwoord, wordt er ruimte geboden voor tal van suggesties die bepaalde mensen in een kwaad daglicht plaatsen en misschien zelfs betrokkenheid bij het schandaal aanmeten. Het schandaal met de kasreserves kan een heel lange staart krijgen naar gelang het ingestelde strafrechtelijke onderzoek dat op last van de procureur-generaal wordt ingesteld, meer duidelijkheid hierin verschaft. Maar we wonen natuurlijk in Suriname en natuurlijk zal dan blijken, wie wel en wie niet voor de bijl gaat en voor langere tijd in het spinnenhuis belandt. Maar zolang we nog niet zover zijn, worden de geruchten en beschuldigingen steeds heviger en wordt er zwaar met vuil gesmeten. Waar vooral klaarheid in dient te worden gebracht, is hoe een governor van de Centrale Bank, ertoe is gekomen om de kasreserves die de commerciële banken toebehoren en vorig jaar mei onder dwang onder beheer van de moederbank werden gesteld, aan te wenden ten bate van uitgaven van de overheid. Het gaat velen hun verstand te boven dat de man de euvele moed daartoe heeft kunnen opbrengen zonder daartoe door derden te zijn aangezet. En juist omdat zulks nog niet echt naar buiten is gekomen en men niet weet wat bijvoorbeeld de rol van de minister van Financiën daarbij is geweest, blijven de vragen komen en aantijgingen gevoed. Zo zijn er mensen die voortdurend met de verwijtende vingers wijzen in de richting van de Raad van Commissarissen van de Centrale Bank die een toezichthoudende fucntie heeft met als president-commissaris Vijai Kirpalani en de andere commissaris Sigmund Proeve. Voorts bestaat de raad uit nog uit vier andere leden. Men vraagt zich dan ook af, hoe het komt dat de governor van de Centrale Bank, in dezen Robert van Trikt, bepaalde handelingen heeft kunnen plegen die als zeer frauduleus kunnen worden aangemerkt (met name de betalingen aan het Belgische consultancy bureau Clairfield) en ook dat hij misbruik heeft gemaakt van zijn hoge functie om de in zijn beheer geplaatste kasreserves van de commerciële banken ten bate van de overheid aan te spreken. Alvast dient opgemerkt te worden dat de Raad van Commissarissen werkt met rapportages vanwege de governor en zijn directe medewerkers die betrekking hebben op het algehele gevoerde beleid in de moederbank. De Raad van Commissarissen heeft niet tot taak om voortdurend over de schouders te kijken van de governor en zijn directe verantwoordelijke medewerkers, die wel tot taak hebben waarheidsgetrouwe informatie door middel van rapportages aan de Raad van Commissarissen af te leveren. En juist daarin is er een behoorlijke kink in de kabel gekomen tijdens het bestuur van Van Trikt. De raad is op een gegeven moment tot de conclusie gekomen, dat Van Trikt handelingen pleegde die in strijd waren met de Bankwet en heeft hem daar ook schriftelijk zeer uitvoerig op gewezen. Keerpunt kan voor alle duidelijkheid aangeven, dat het niet zomaar iets vermeldt, maar geput wordt uit gegevens die het ter inzage kreeg. Van Trikt werd er onder meer op gewezen dat de raad over zaken die materieel, financieel en qua imago van invloed zijn op de performance van de Bank, tijdig geïnformeerd dient te worden. De raad heeft Van Trikt erop gewezen, dat hij periodiek rapportage aan hem dient te verstrekken over de financiële ontwikkelingen van de Bank onder andere over substantiële investeringen, organisatorische aangelegenheden en financiële verslaggeving van de Bank, ontwikkelingen op het gebied van wet- en regelgeving alsook monetaire, financiële en sociaaleconomische factoren. Van Van Trikt werd verlangd dat hij deze informatie op maandbasis zou verstrekken. Ook wees de Raad van Commissarissen Van Trikt erop, dat hij in strijd met de Bankwet had gehandeld door de aankoop van een perceelland, groot 550 hectaren, aan de M.L. King Highway. De raad heeft Van Trikt in een schrijven er met nadruk op gewezen, dat hij hem nimmer toestemming had verleend tot aankoop van dit terrein, dat inmiddels bekend staat als ‘Blauwmeer’ project, omdat de aanschaf van dit vastgoed totaal in strijd was met artikel 18 van de Bankwet uit 1958. Ook ging de raad in een schrijven aan Van Trikt nog verder door hem inzage te vragen van de door hem afgesloten consultancy contracten met buitenlandse bureaus en de daaraan verbonden financiële consequenties. Ook wenste de Raad van Van Trikt te weten, wat voor financiële verbintenissen het Belgische consultancy bureau Clairfield heeft met het accountantsbureau Orion van de heer Van Trikt. Waar de raad in zijn schrijven van 10 januari zijn allergrootste verbazing over uitspreekt, is dat Van Trikt als governor van de Centrale Bank, werkte aan een ontwerp ter wijziging van de Bankwet uit 1956 waar hij totaal geen weet van had, laat staan enige bijdrage aan geleverd had. De raad stelde in zijn schrijven, erop te vertrouwen dat hij alsnog schriftelijk geïnformeerd zou worden over de voorgestelde wijzigingen in de Bankwet van 1956 en dat hij daardoor zich kon onderwerpen aan een intensieve beraadslaging. Van Trikt zou naar verluidt, zelfs doende zijn geweest buiten kennis van de raad, te werken aan de introductie van een digitale muntstructuur en dat allemaal in samenwerking met een bank in Azië. Ook hieromtrent ontbrak het de raad aan informatie. Gezien het feit dat de raad ervan overtuigd was geraakt dat Van Trikt handelingen pleegde zonder hem tijdig daaromtrent op de hoogte te brengen en daardoor hem niet in staat stelde een goed en adequaat toezicht te houden, stelde hij in zijn brief dat de governor informatie en regels voor de besteding aan infrastructuur, wagenpark, per diem dienstreizen en sociale activiteiten, verstrekt. De Raad van Commissarissen heeft in zijn schrijven van begin januari aan Van Trikt gevraagd, alle relevante informatie die hij tot op dat moment ontbeerde, hem te doen toekomen. In dit schrijven aan governor Van Trikt kon toen reeds opgemaakt worden dat zaken binnen de moederbank, goed fout zaten. Drie dagen werd na overleg met de president en minister van Financiën besloten aan de governor mee te delen, dat hij niet langer bevoegd was binnenlandse en buitenlandse betalingen te verrichten zowel in SRD als in buitenlandse valuta. Hierna volgde al spoedig vanwege de Raad van Commissarissen het verzoek aan Van Trikt, zijn verlofdagen op te nemen en werd hem meegedeeld, dat er een intensief onderzoek binnen de moederbank zou plaatsvinden. Te midden van dit ingestelde onderzoek werd het voor de Raad van Commissarissen duidelijk, dat er niet slechts sprake was van de op een oneigenlijke manier aanschaffen van twee peperdure voertuigen en overmakingen van miljoenen dollars aan de Belgische consultancy Clairfield, maar ook dat op zeer illegale wijze Van Trikt wel of niet met medeweten van de minister van Financiën, de kasreservemiddelen van de commerciële banken voor meer dan 200 miljoen US-dollar had aangesproken. Gelukkig werden de vertegenwoordigers van de Raad van Commissarissen gedurende het ingestelde onderzoek ervan op de hoogte gebracht, dat Van Trikt een deel van de kasreserves had aangewend ter financiering van uitgaven van de overheid. De Raad van Commissarissen heeft naar aanleiding van deze verkregen informatie, gelijk contact opgenomen met de president en de minister van Financiën.
Dat de Raad van Commissarissen thans door bepaalde mensen aanhoudelijk wordt beschuldigd van betrokkenheid en of medeplichtigheid bij dit miljoenenschandaal, lijkt ons totaal ongegrond. De raad heeft juist en wel bij herhaling, de governor gevraagd om inzage van zaken die zich binnen de moederbank hebben afgespeeld en we ontkomen naar onze mening niet aan de indruk, dat de verstrekte gegevens indien die er wel kwamen, helemaal correct waren. Over hoe het precies zat met de bij de moederbank ondergebrachte kasreserves van de commerciële banken, had de Raad van Commissarissen helemaal geen inzage en kwam daarvan pas op de hoogte, toen een klokkenluider daar informatie over verstrekte. Het is daarom meer dan belangrijk dat wordt uitgekeken naar de resultaten van het door de politie in opdracht van de procureur-generaal ingestelde strafrechtelijke onderzoek, alvorens met tal van beschuldigingen op vooral sociale media te komen. Als er meerdere mensen betrokken zijn bij dit grote schandaal van de kasreserves, dan zal dat hopelijk wel tot uiting komen en de vervolging moeten worden ingezet. Zolang dat niet zover is, is het niet kies allerlei mensen maar te bekladden.

More
articles