Militaire aangelegenheden worden intern besproken

Minister Ronni Benschop van Defensie, is kort en bondig ingegaan op vragen van een parlementariër over het ministerie en de militairen. Echter vragen van het assembleelid Edward Belfort (ABOP), werden bewust niet beantwoord. De minister gaf aan dat de vragen meegenomen worden en intern opgelost zullen worden. Vóór de beantwoording van de vragen van Belfort, zei Benschop dat hij een man is van 60 kommandanten en niet mag bemoeien in militaire aangelegenheden.”Ef obia a nof ju no spit’ na ini. Als u leden wilt rekruteren uit het leger, doe het op een correcte manier, want dape na Desi Bouta we stem.”
Benschop gaf aan dat de inzet van het leger een prerogatief is van het bevoegd gezag. Interne aangelegenheden van het leger worden niet in het parlement besproken, maar worden meegenomen en intern opgelost. Als de veranderingen niet komen, dan heeft het parlement het recht om de vragen weer te stellen. Hierna vroeg hij Belfort om mans genoeg te zijn en voor de begroting van Defensie te stemmen. “Als hij tegen stemt, stemt hij tegen de militairen en dat gaat hem niet in dank worden afgenomen”, zei de minister.
Belfort was niet onder de indruk van de toon waarop de minister meende hem te bespreken en gaf aan dat hij parlementariër is namens alle Surinamers, dus ook de militairen.
“De minister beantwoordt de vragen niet en dat is niet het parlementaire gebruik”, zei Belfort. Parlementsvoorzitter Jennifer Geerlings-Simons zei dat het misschien goed is om interne zaken van het leger in een comité generaal te bespreken en niet in het openbaar. Rachied Doekhie (NDP) gaf aan dat defensieaangelegenheden delicaat zijn en gaf de minister gelijk, omdat hij bepaalde zaken niet kan en mag bespreken.
Melvin Bouva (NDP) zei dat de er rekening gehouden moet worden dat niet alles waar is, en niet alles dat waar is gehoord wordt. Zaken moeten daarom op een behoorlijke manier gebracht worden en niet om politiek te bedrijven. Ronny Brunswijk (ABOP) was ook van mening dat de militairen goed werk verrichten en dat zaken van hen delicaat zijn en niet zo besproken kunnen worden. De minister was Brunswijk erkentelijk dat hij erkende dat de militairen werken en ondersteuning dienen te krijgen waar dat nodig is.
De stelling van de minister dat het leger op de president stemt, is niet in goede aarde gevallen bij Asiskoemar Gajadien (VHP), die zei dat de minister een scheve schaats heeft gereden door het leger politiek te kleuren. Hierbij zei hij dat er militairen zijn die goed nadenken en niet zullen kiezen voor Bouterse. Hierop zei de minister dat als Gajadien op 26 mei 2020 niet snel rijdt naar Leonsberg, hij weer vijf jaar in de banken van de oppositie zal zitten. Gajadien vroeg een persoonlijk feit, omdat hij zich beledigd voelde, terwijl Geerlings-Simons zei dat zij tot na de verkiezingen zou moeten wennen aan de manier waarop leden en ministers op elkaar reageren in het parlement.

door Priscilla Kia

More
articles