MIJNBOUWWAAKHOND VEREIST

Suriname werd in mei 2017 officieel als lid van het Extractive Industries Transparency Initiative (EITI) toegelaten. De voorzitter van EITI, Fredrik Reinfeldt, heeft toen in zijn welkomstwoord gezegd, dat hij hoopt dat het EITI, Suriname zal helpen ervoor zorg te dragen, dat zijn natuurlijke hulpbronnen worden gebruikt voor de ontwikkeling van het land. Voor degenen die niet weten waarvoor deze organisatie staat: EITI is het initiatief voor algehele transparantie en efficiënt beheer van de financiële geldstromen binnen de extractieve industrie, waaronder de mijnbouw- en oliesector vallen. De bedoeling van dit initiatief is dat de financiële voordelen uit deze sectoren de totale gemeenschap ten goede moeten komen. Via publicaties zal informatie beschikbaar gesteld worden met betrekking tot de inkomsten en uitgaven van de bedrijven binnen deze sector. Ook de overheid zal informatie over de besteding van de financiële middelen die uit deze sector worden verkregen, moeten publiceren. Dit rapport werd in oktober 2018 verwacht. Suriname moest toen een overzicht kunnen geven van de daadwerkelijke inkomsten die komen uit de mijnbouw- en oliesector. De regering Bouterse werd toentertijd verplicht zich te houden aan de publicatieplicht die innig verbonden is aan het lidmaatschap van deze organisatie. Helaas is deze deadline niet gehaald, omdat het rapport dat aan alle eisen moet voldoen in een bepaald format, nog niet af was. Het gevolg hiervan is dat Suriname geschorst werd door het EITI. Minister Regilio Dodson van Natuurlijke Hulpbronnen, wimpelde deze schande af door te zeggen, dat het helemaal geen ramp is dat Suriname geschorst is. “Wij moeten ons nog helemaal inwerken in het proces, waarbij elke dollar verantwoord moet zijn. Dit moet ook blijken uit de rapportage. Als wij door dit proces heen zijn, zullen deadlines gemakkelijker gehaald worden. Zodra alles in orde is, wordt de schorsing opgeheven”, benadrukte Dodson twee weken geleden. We zijn inmiddels twee weken verder en met deze uitspraak gaf Dodson glashelder aan, wat voor rommel de overheidsadministratie is, want als de onafhankelijke administrator, te weten het kantoor BDO Accountants & Adviseurs die de audits doet, niet kan beschikken over de juiste gegevens, dan kan er ook geen rapport worden uitgebracht. Ook de Wereldbank had eind 2017 een bedrag van US-dollar 350.000 aan Suriname geschonken voor het EITI-proces. De bedoeling van deze schenking was dat de overheid zou zorgen voor een verantwoorde uitvoering van dit initiatief, waarbij specifieke expertise noodzakelijk is. Dus Keerpunt is nu benieuwd waaraan deze US-dollar 350.000 is besteed. Keerpunt is van mening dat de regering opzettelijk onvolledige informatie doorspeelt, omdat zij ook niet elke dollar kan verantwoorden. De regering Bouterse wordt namelijk al geruime tijd door velen beschuldigd van niet-transparant en onbehoorlijk bestuur voor wat onder andere het beleid binnen de mijnbouwsector betreft. Dit werd weer benadrukt toen Bouterse vorig jaar februari de eerste tranche van 1.041.667 Iamgold-aandelen in ontvangst nam op een buitenverblijf aan de Raleighvallen. Velen vroegen zich toen ook gelijk af, waar blijft de beloofde transparantie van de regering? Wat gebeurt er nu met deze aandelen? Thans wordt de mogelijkheid steeds groter, dat er op Surinaams grondgebied (offshore) in de komende jaren een grote olievondst wordt gedaan. De Surinaamse overheid heeft dan de mogelijkheid om via Staatsolie voor 10 tot 20 procent te participeren na zo een vondst. Indien Staatsolie meedoet, moet haar inbreng ook ergens vandaan komen. De Surinaamse overheid verdiende in de afgelopen paar jaar dik aan de opbrengsten van het oliebedrijf. Maar Keerpunt vraagt zich ook hier af, waar dit geld aan wordt besteed. De Staat Suriname krijgt conform de wet, 36 procent winstbelasting over elke dollar die Staatsolie verdient. De nettowinst van het bedrijf is dan 64 procent op elke dollar, daarvan gaat weer 50 procent aan dividend naar de staat. Dit betekent dat 32 cent per dollar overblijft voor het staatsbedrijf om herinvesteringen te plegen. Waarin investeert de regering? Of wordt dit geld gebruikt om al die buitenlandse leningen af te lossen? Wanneer de aanwezige multinationals in de Atlantische Oceaan op olie stuiten, zullen de inkomsten van de staat zeker drastisch toenemen. Wat zal er met deze nieuwe rijkdom gebeuren? Keerpunt blijft erbij, dat een waakhond vereist is in een land waarbij er zoveel activiteiten gaande zijn in de mijnbouw- en oliesector en zoveel corrupte politici en andersoortige dieven op de loer liggen. Want hoe meer grootschalige projecten op gang komen, hoe groter de kans op meer inkomsten voor de staat en daarbij loopt men het risico dat er nog meer gestolen wordt.

More
articles