Kinderrechten slechts papierentijger in Suriname

Hoewel Suriname het Kinderrechtenverdrag (Convention on the Rights of the Child, CRC) van de Verenigde Naties (VN) al in 1993 ondertekende en de conventie rechtskracht heeft in Suriname, laat een onderzoek van het Internationaal Kinderrechten Netwerk (Child Rights International Network, CRIN) zien dat het document in Suriname niet meer is dan een papierentijger. De Kinderrechten zouden niet eens expliciet zijn genoemd in de nationale wetgeving. Suriname deelt een roemloze plaats 162/163 met China. Surinaamse kinderen zijn daarmee wel beter af dan leeftijdgenoten in Congo (#174) en Jordanië (#186), maar kunnen niet tippen aan kinderen in Nederland (#5) en lopen zelfs ver achter op Guyana (#100) voor wat betreft de beleving van de kinderrechten.

Het rapport is onderdeel van een project van het CRIN om kinderen meer toegang te geven tot de rechter. Bij het onderzoek is gekeken naar de status van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind in het nationale recht, de status van kinderen die betrokken zijn bij een gerechtelijke procedure, de juridische middelen om schendingen van kinderrechten aan te pakken en de praktische overwegingen die van belang zijn bij het aanpakken van schendingen.

CRIN directeur Veronica Yates zegt: ,,Als we denken aan kinderen en rechtvaardigheid, is het eerste beeld dat in ons opkomt, vaak die van kinderen die de wet vertrappen. Zelden houden we rekening met kinderen en hun recht om het juridische systeem te gebruiken om hun mensenrechten te beschermen of om verhaal te zoeken wanneer hun rechten geschonden zijn.”

In het rapport dat vanmorgen om 00:00 uur is vrijgegeven, staat dat Suriname wettelijk de status van meerderjarigheid toekent aan personen vanaf de leeftijd van 21 jaar. Iedereen beneden die leeftijd wordt beschouwd als kind of minderjarig en moet bij het doen van bepaalde officiële zaken begeleid worden, ook in geval zij een rechtszaak aanhangig willen maken. De onderzoekers hebben vastgesteld, dat de lokale autoriteiten de mogelijkheid bieden van kosteloze rechtsbijstand en dat er ook organisaties zijn die kosteloos juridische bijstand bieden. Bovendien bestaat de optie voor particulieren om in geval van schendingen van de mensenrechten ook petities in te dienen bij de Inter – Amerikaanse Commissie voor de Rechten van de Mens.

Ze zegt ook: ,,Toegang tot de rechter heeft te maken met de perceptie van kinderen als slechts slachtoffers of op de een of andere manier minder waard in het recht hebben dan volwassenen. Het gaat erom dat kinderen, net als volwassenen, mensenrechten hebben en dat wanneer deze rechten worden geschonden, ze erop moeten kunnen vertrouwen en gebruik kunnen maken van het juridische systeem om gerechtigheid te verkrijgen.”

Kinderen hebben in België (#1) relatief veel gelegenheid om gebruik te maken van de rechten waarop ze volgens het Kinderrechtenverdrag aanspraak op maken. Ook de mate waarin zij hulp kunnen inroepen en verkrijgen als hun rechten worden beknot en hun toegang tot de gerechtelijke instanties, zijn niet te ingewikkeld. Na België volgen Portugal, (#2) Spanje (#3) en Finland #4). Kenia (#7) is het enige land buiten Europa dat zich een plek in de top tien heeft aangemeten. De hekkensluiters zijn: Palestina (#195), Eritrea (#196) en Equatoriaal Guinea (#197).

Het CRIN hoopt dat dit rapport bijdraagt aan het ontwikkelen van nieuwe ideeën en hulpmiddelen voor degenen die zich toeleggen op het beschermen van kinderrechten. Ook moeten de resultaten helpen bij het vinden van nieuwe manieren om rechtsmiddelen in te zetten, zowel in de strijd voor burgerrechten in Kenia, het veiligstellen van de toegang tot gratis onderwijs voor miljoenen kinderen in Colombia, als voor het verdedigen van het recht van kinderen op een gezonde leefomgeving in de Verenigde Staten van Amerika.

More
articles