De arbeidsmigrant komt op weg naar een beter bestaan in Suriname, allerlei obstakels tegen. Veel daarvan zijn onnodig. Wij zijn als land de wereld tegemoet getreden met onze bodemschatten en hebben een uitnodiging verstrekt. De meer dan 10 miljard USD die er in het komende decennium op ons af komt met investeringen, vereisen mankracht uit een beroepsbevolking die dat kan ondersteunen. Technisch opgeleid personeel, vakmanschap, talenkennis, leidinggevende capaciteiten zullen vereist zijn op een niveau en een tempo, dat niet binnen vier jaar zelfstandig te ontwikkelen is. De Latijns-Amerikaanse en de Caribische regio beschikken over meer dan genoeg personen die relevante werkervaring hebben, aansluiten op onze gebruiken en leefwijzen en die in hun thuisland geen goede toekomst voor zichzelf en hun kinderen kunnen realiseren. Als wij het als land aan investeerders overlaten, zullen wij met twee soorten arbeidsinstroom te maken krijgen. Expats uit de managementlaag, die vaak tijdelijk neerstrijken en de prijzen op de huizenmarkt, hoge segmenten van horeca en voertuigen vanwege schaarste, omhoog zullen stuwen. En laag opgeleid personeel uit alle uithoeken van de wereld, vaak uit oorlogs- en rampgebieden, met de nodige bagage aan trauma en extremisme.
Een bevolkingsbeleid moet gericht de vragen beantwoorden, die te maken hebben met de sectoren waar we groei verwachten, het opleidingsniveau, werkniveau en denkniveau van wie we willen verwelkomen, de districten die wij willen gaan bevolken, de normen en waarden die wij willen overdragen en waarop wij willen voorselecteren, de leeftijden en grootte van huishoudens die we nastreven. Dat vereist beleidscompetentie met een horizon van meer dan een volgende jaarbegroting en meer dan een volgende verkiezing. Er zal gecommuniceerd moeten worden, georganiseerd moeten worden. Werving, selectie, planning, logistiek, opvolging, doorrekenen en lobbyen komen eraan te pas. Een beleidskader kan zich, in grote lijnen, schetsen rondom de bevolkingscentra die naar waarschijnlijkheid tot versnelde ontwikkeling moeten komen. Nickerie vanwege de logistiek van toelevering en bevoorrading. Coronie vanwege de verbinding naar Paramaribo toe en vanwege telecommunicatie-infrastructuur. Kabalebo en Apoera vanwege energieopwekking. Technisch personeel dat heuvelachtige bouwwerken, petrochemie en binnenvaart kent, zal uit Venezuela en Brazilië aangetrokken kunnen worden. Medisch personeel, ruwbouw en tuinbouwkader, kan uit Cuba, Haïti en de Dominicaanse Republiek geworven worden. Taalontwikkeling voor zowel basis verstaanbaarheid, maatschappelijk functioneren en binnen de context van de werkvloer, moet met de voorbeeldfiguren onder de migratiegolf ontwikkeld worden voor de praktijk van alledag. Uitleg van onze vieringen, tradities en multiculturele samenkomst, moet bijgebracht worden om tolerantie en integratie aan te sporen.
Misbruik en uitbuiting door kwaadwilligen, moet opgespoord en gestraft worden. Haarden voor mensenhandel, onvrijwillig handelen, dwang en onderdrukking, moeten bestreden worden. De bewegingsvrijheid en veiligheid om te komen en gaan, moet gegarandeerd worden. Geldzendingen naar het thuisland, moet via bonafide partijen structuur krijgen. Achter dit alles moeten intentie, doelgerichtheid en een vermogen tot gaandeweg aanpassen, schuilgaan. Dan kunnen wij vormend, in plaats van reactief, een richting kiezen voor een groeiende bevolking in ondersteuning van hopelijk, een groeiende economie.