De rapportage van BNR Nederland over de betrokkenheid van in Suriname ingeschreven bedrijven die op de Amerikaanse sanctielijst staan, is verontrustend. Betrokkenheid bij de handel in Iraanse olie, plaatst landen in de sfeer van financiering van organisaties zoals Hamas en Hezbollah. In de Verenigde Staten is president-elect Donald Trump juist bekend om een harde lijn tegen Iran. Die lijn zal niet matigen, nu bekend is dat het land een aanslag op zijn leven wilde beramen. Trump wordt geassocieerd met de aanslag op Qasem Soleimani, een majoor-generaal op het grondgebied van buurland Irak. Iran verdient aan olie-exporten naar schatting USD 50 miljard per jaar, terwijl de zes bedrijven op de sanctielijst in deze kwestie naar schatting, sedert oprichting bij ruim USD 10 miljard aan export betrokken waren. Een betrokken jurist was niet spaarzaam hierover en heeft zelfs een prominent Iraans oliebedrijf op zijn website geadverteerd als gewaardeerde client. Terwijl de marktverkoper, de monteur en de goudzoeker dus bij Surinaamse banken nog geen euro 300 kunnen storten, zonder een papierwinkel in te vullen over de herkomst, stroomt een bedrag gelijk aan het Gran Morgu-project, via bedrijven die hier geregistreerd zijn, naar vijanden van de Verenigde Staten.
Iran zelf is druk bezig in te spelen op het loskoppelen van de dollar van de oliemarkt, door BRICS en met het aankruipen tegen de BRICS-landen voor non-petroleumexport. Trump heeft tijdens de verkiezing signalen afgegeven, in ieder geval om in de richting van China verdere tarieven en sancties te overwegen. Hoewel de Surinaamse regering nu voor de derde keer dit jaar te vroeg gejuicht heeft qua herschikking van de schuld met China, is het duidelijk dat ook hier, Suriname zich niet afsluit of afschermt, voor de relatie met andere tegenpolen van de Verenigde Staten op het wereldtoneel. De situatie, zoals die heeft kunnen ontstaan, is een bewuste keuze geweest van de betrokken jurist. Suriname staat laag in de Ease of Doing Business Index, oprichting van bedrijven is bepaald geen pretje, openen van bankrekeningen evenmin en Suriname heeft geen behoorlijke belastingvoordelen voor dit soort aangelegenheden. Wat aantrekkelijk geweest is, zijn de zwakke instituties, de corruptie gevoeligheid en het gebrek aan eenduidigheid in onze lijn van buitenlandbeleid. De verantwoordelijken daarvoor kunnen geen knoop doorhakken of zij ambassades willen in Jeruzalem, of Iraanse olie door ons systeem willen laten stromen. Net als hoe er niet beslist kan worden of het IMF en de ontwikkelingsbanken, onze partners zijn of dat wij aan de halsband van China moeten rondlopen en onwaarheden moeten blaffen over de schulden aan dat land. Een ware topdiplomaat had diens staatshoofd voldoende wegwijs gemaakt in dit soort aangelegenheden, dat wij niet keer op keer in internationale schandalen verwikkeld raken, terwijl wij proberen een internationale gemeenschap aan investeerders te overtuigen van onze legitimiteit en sterke instituten.