Het probleem: ongelijke welvaartsverdeling
Een aantal maanden geleden publiceerde ik een artikel dat voor velen als een bom insloeg: ‘De ongelijkheid van onze Surinaamse economie is een van de grootste op aarde’. Raar is het niet, toch? Goede voeding, gezondheidszorg, scholing enzovoorts, is nu slechts weggelegd voor een handjevol in Suriname: ‘the happy few’. De rest (de ‘poor many’) bengelt nu aan alles wat maar los en vast zit. Ooit gedacht wat de effecten van welvaartsongelijkheid zijn op het gedrag van de poor many? Armoede heeft echte neurologische effecten op mensen, en dus ook op hun keuzes. Vaker dan niet zoeken armere mensen naar een ‘redder’ en een autoritaire politicus (Brazilië voorheen, Venezuela, en ja: de VS). Een ‘strong man’ die ze ‘helpt’, want de armen geloven niet meer dat ze het kunnen. Zij die niet geloven zijn dan ook vaak te vinden aan de eettafel van een politieke partijbijeenkomst (laten we gewoon zeggen hoe het is). Armen worden afhankelijk van despoten en zo landt een bevolking in een omlaagwaartse spiraal. Neem het armere mensen niet kwalijk. Hun brein werkt in een situatie van armoede en overleving gewoonweg heel anders. Ze zien de wereld vanuit beperkingen in plaats van oplossingen (dit kan niet, dat kan niet), iedereen is een bedreiging (die is slecht en die is een boef), en hun IQ gaat gemiddeld met soms 14 punten omlaag! Dit is de neurologie van overleving, wat niets te maken heeft met etniciteit of persoonlijkheid. Armoede leidt gewoonweg tot andere keuzes die armen vaak arm houden. Dus wat is de oplossing? Daarvoor moeten we eerst de verdeling beter begrijpen.
De reden van scheve welvaartsverdeling
In mijn meest recente boek: ‘Influencers & Followers – why 1% of everyone owns 50% of everything’ (zie https://www.amazon.com/dp/B0CHWLCVJ4) presenteer ik studies van de afgelopen decennia die laten zien dat welvaart – ook al is het in eerste instantie gelijkmatig verdeeld – altijd zal eindigen in de handen van een paar mensen. Altijd.
Dat heeft te maken met geld zelf: geld bederft niet, terwijl de goederen (en arbeid) die men koopt, wel bederven. Dat betekent dat iemand met geld altijd iets meer onderhandelingsvoordeel heeft ten opzichte van iemand die goederen en arbeid verkoopt. Hierdoor schuift welvaart steeds een klein beetje op naar houders van geld (die het ook kunnen plaatsen bij de bank waar ze rente ontvangen!). Na miljoenen economische transacties ontstaan de happy few – en uiteindelijk een monopolist. Zie volgende link om dit te zien https://www.compadre.org/osp/EJSS//5559/439.htm)
Dus we kennen nu de reden van ongelijke welvaartsverdeling. Nu (een deel van) de oplossing.
Deel 1 van de oplossing:
Stamp Scrip
Dus als het hebben van geld een klein voordeel oplevert, hoe dit dan op te lossen? Het eerste gedeelte van de oplossing is door geld ook te laten bederven! Door elke maand bijvoorbeeld 3% te betalen (het bederf), circuleert geld vaker in de economie (je wilt er namelijk snel vanaf) en dat vertaalt zich in meer welvaart voor iedereen. In de jaren ‘30 van de vorige eeuw zijn er tal van experimenten gedaan met zulk geld (Google: Stamp Scrip, Wära, en Worgel) waarbij zelfs een miljard zou worden gecirculeerd in de VS tijdens de Grote Depressie als oplossing. Nu zit Suriname in zijn unieke eigen grote depressie.
Deel 2 van de oplossing:
Universeel basisinkomen
Het tweede gedeelte van de oplossing komt voort uit de eerste: de 3% kosten die iedereen betaalt elke maand, wordt elke maand gelijkmatig verdeeld in de vorm van een universeel basisinkomen. Voor elke Surinamer boven de 18 jaar. Voor altijd. Er zijn talrijke experimenten gedaan de afgelopen decennia met basis inkomen en ze laten allen het voordeel zien: blijere mensen, betere gezondheid, meer entrepreneurs!
Simpel voorbeeld
Stel we hebben een Surinaams dorp van 1000 mensen. We wisselen de lokale SRD in voor SRC (het is slechts papier, niets meer en niets minder). Stel dat de minimale behoefte van iemand voor onderdak, voedsel en kleren gelijk is aan SRC 2000 per maand. We injecteren nu in dit dorp SRC 66 miljoen waardoor iedereen dus SRC 66.000 krijgt. Iedereen handelt vervolgens weer met elkaar en welvaart zal dus mondjesmaat weer concentreren, maar dit keer met een verschil… aan het einde van elke maand moet iedereen 3% betalen over hetgeen hij heeft (vergelijk het een beetje met vermogensbelasting). Drie procent maal SRC 66 miljoen is ca SRC 2 miljoen. Deel dit weer door 1000 mensen en iedereen heeft minimaal SRC 2000 om rond te komen, ook al zou er weer welvaartsconcentratie plaatsvinden. Zo is er maandelijkse altijd een minimum basisinkomen voor elke Surinamer in het dorp, voor altijd.
Hoe ziet het gedrag (en dus keuzes) van mensen eruit van mensen met een basisinkomen – dwz mensen die niet aan het overleven zijn? Ze delen meer met elkaar, vertrouwen elkaar meer, zien elkaar eerder als partner dan als bedreiging. Een Surinaamse samenleving wordt gecreëerd die een voorbeeld zou kunnen zijn voor anderen in de regio – omdat wij mensen hebben die anders durven te kijken naar hetzelfde probleem. Dat is de droom die ik heb voor Suriname: het erudiete volk van weleer dat vooraan in de regio stond in plaats van nu achteraan in de rij, met zijn handen open.
Dat is het Suriname waar ik voor ga. U toch ook?
Steven Coutinho