Het toekennen van de dubbele nationa-liteit aan topsporters is afhankelijk van Nederland. Dit stelt Prof. Hans Ul-rich Jessurun d’Oliveira gisteren in zijn co-lumn in de Volkskrant. Jessurun d’Oliveira is een Nederlandse jurist en emeritus hoogle-raar migratierecht aan de Universiteit van Amsterdam. De kwestie van de dubbele na-tionaliteit werd de afgelopen periode op-nieuw aangesneden vanwege het streven van Suriname om zich nu wel eens te plaatsen voor een WK-eindronde. Veel in Neder-land spelende voetballers met een Suri-naamse roots zijn bereid voor Suriname uit te komen, maar de dubbele nationaliteit blijkt een heet hangijzer.
Eerder deze maand nam de selectie van in Nederlandse voetballers, die voor ons land wensen uit te komen, het in een onofficiële oefeninterland onder de naam Suriname op tegen Curaçao. In het volgepakte stadion van Almere City won Curacao het duel met 3-2.
Voor Suriname stonden alleen Nederlandse eredivisiespelers van Surinaamse origine op-gesteld. Het treffen was niet officieel omdat men de nationaliteit moet bezitten van het land waarvoor men uitkomt.
Volgens Jessurun d’Oliveira nam dit initiatief een voorschot op de behoefte van Suriname om spelers van Surinaamse afkomst in te lij-ven als Surinamers, zodat het land hoger op de internationale sportieve ladder kan ko-men te staan. De kwalificatiewedstrijden voor het wereldkampioenschap komen er aan.
Jessurun d’Oliveira: “Suriname heeft een tweetrapsraket ingezet om mensen met een Surinaamse achtergrond geschikt te maken om voor Suriname uit te komen. De eerste trap is een wet van begin 2014 die de status instelt van Persoon van Surinaamse Afkomst (PSA). Daarvoor komt iemand in aanmerking die in Suriname is geboren, of die afstamt van een ouder of grootouder die in Surina-me is geboren. Dat zijn vrijwel alle Neder-landse Surinamers. Wie de status aanvraagt heeft geen inreisvisum meer nodig, mag werken in Suriname zonder werkvergunning, mag daar zes maanden blijven en zich melden voor het ingezetenschap.
Daarop sluit de tweede trap van de raket aan: een ontwerp, waarvan men hoopt dat het snel zal worden aangenomen. Volgens dit wetsvoorstel wordt de Surinaamse natio-naliteit van rechtswege, automatisch, ver-kregen door iemand die is aangesteld in een bijzondere functie, beroep of positie, als de-ze aan een drietal vereisten voldoet. In de eerste plaats de PSA-status bezitten, in de tweede plaats moet de Surinaamse nationa-liteit wenselijk zijn in het kader van die functie, dat beroep of die positie, en tenslotte moeten die posities het Surinaamse staatsbelang dienen.
Twee nationaliteiten
Suriname vindt het daarbij niet erg, als deze mensen naast de Surinaamse nationaliteit nog een andere nationaliteit behouden, en speculeert erop dat het land van de andere nationaliteit daar net zo over denkt.
Daar zitten toch de nodige haken en ogen aan. Er zijn veel landen, waaronder Nederland, die het verlies van de nationaliteit verbin-den aan het vrijwillige verkrijgen van een an-dere nationaliteit. Suriname denkt dit verlies te kunnen omzeilen door formeel te spreken van het van rechtswege verkrijgen van de Surinaamse nationaliteit door topatleten van Surinaamse origine.
‘Gesteld kan worden dat de wil van een persoon niet gericht is op het verkrijgen van de Surinaamse nationaliteit, maar gericht is op het bekleden van een bepaalde functie’, al-dus de toelichting op het wetsvoorstel. Maar kan daar niet doorheen geprikt worden? Als men zich meldt voor de status van PSA met het oog op opname in een nationaal sportteam, kan men dan niet zeggen dat die ver-krijging volkomen vrijwillig is?
Nationaliteitsrecht
Men weet toch dat uitko-men voor het nationale team meebrengt dat men ook de nationaliteit van het betrokken land dient te bezitten? Vrijwillig aanvragen van de PSA status en het zich melden, na uitnodiging, voor een na-tionale afvaardiging, dat is toch allemaal niet ge-dwongen? Men verliest dan op grond van het Ne-derlandse nationaliteits-recht zijn Nederlandse na-tionaliteit door vrijwillige verkrijging van de Suri-naamse, al heet die ‘van rechtswege’. Dat lijkt ook de positie te zijn van de Nederlandse ambassade in Paramaribo.
En toch. Vrijwilligheid is een glibberig begrip en daar houdt men niet van in het nationali-teitsrecht, waar rechtszekerheid hoog in het vaandel gedragen wordt. Daarom staat in de Handleiding bij onze Rijkswet Nederlander-schap dat het moet gaan om ‘een wilsdaad die specifiek is gericht op het verkrijgen van een andere nationaliteit’.
Dat is niet het geval ‘indien de andere natio-naliteit van rechtswege is verkregen als au-tomatisch gevolg van een aanstelling in een bepaalde functie in dienst van het land van die nationaliteit.’ In Suriname heeft men de-ze passage kennelijk heel goed gelezen!
Vreemde veren
Daar komt nog iets bij: alle landen doen hun best om met min of meer vreemde veren te pronken, en Nederland is daarbij geen uitzondering. Chinese tafeltennissters, Oost-Afrikaanse loopsters, en noem maar op; we zijn maar wat trots op ze. Waarom zouden we dat Suriname misgunnen, ook gegeven de echte band van de sporters met het land van oorsprong?
Naar mijn mening verliezen zij dus hun Ne-derlandse nationaliteit niet, en kunnen zij, na eventueel afstand te hebben gedaan van hun Surinaamse nationaliteit na het beëindigen van hun actieve sportloopbaan, de Suri-naamse nationaliteit weer opgeven en zich weer in Nederland vestigen. Het is wenselijk dat de Nederlandse overheid snel duidelijk-heid verschaft over de handhaving van de Nederlandse nationaliteit van sporters die voor Suriname willen uitkomen.
bewerkt uit natiosuriname.com