Het 8 decemberstrafproces, waarbij ex-president Desiré Bouterse, als hoofdverdachte wordt gehoord, zal op 30 juli worden hervat. De zaak die op 31 mei voor had moeten gaan, werd vanwege de covid-pandemie door de Krijgsraad verschoven tot nader order. De Krijgsraad achtte het vanwege het stijgende aantal covid-besmettingen, niet verantwoord om de geplande zittingen, waaronder het 8 decemberstrafproces, voortgang te laten vinden. De laatste zitting was op 29 april. Tijdens de zitting beriep Bouterse zich op zijn zwijgrecht. Hij maakte ook geen gebruik van zijn recht om getuigen op te roepen. Omdat Bouterse gebruik maakte van zijn zwijgrecht, verdaagde president van de Krijgsraad, Cynthia Valstein-Montnor, de zitting naar 31 mei. Op 31 juli zal Bouterse zijn requisitor houden, waarna de advocaat van de verdachte zijn pleidooi zal voeren.
Bouterse verscheen nooit op de rechtszittingen en werd in november 2019 bij verstek veroordeeld tot 20 jaar cel. Hij ging in verzet tegen zijn verstekvonnis en is derhalve verplicht in persoon aanwezig te zijn op de zitting.