Nieuwe Bankwet zal invloed politiek verzwakken

Prof. Anthony Caram heeft gisteren tijdens een bijeenkomst van de NPS in Grun Dyari, zijn visie gegeven op de recente ontwikkelingen bij de Centrale Bank van Suriname (CBvS). Caram is samen met Jim Bousaid, ex-directeur van de Hakrinbank en oud-voorzitter van de Surinaamse Bankiersvereni-ging, ingegaan op de uitnodiging van de NPS. Caram richtte zich voornamelijk op het werkgebied van de monetaire autoriteiten zoals opgenomen in de Bankwet: de CBvS en het ministerie van Financiën. Volgens Caram is onze huidige Bankwet voor meerdere interpretaties vatbaar, daarom is het volgens hem belangrijk dat de Bankwet aangepast wordt naar de internationale ontwikkelingen bij centrale banken. Er ligt een nieuw concept klaar, maar volgens Caram is het niet nodig om een geheel nieuwe Bankwet te maken. De huidige kan aangepast worden. Het zal voor het parlement ook veel gemakkelijker zijn om een aangepaste wet te behandelen. Het probleem is volgens hem dat politici niet staan te popelen om de nieuwe wet aan te nemen, omdat daarin de invloed van de politiek binnen de centrale bank verzwakt. De Surinaam-se Bankwet is, zo legde Caram uit, gebaseerd op de Bankwet van Nederland van 1948.
De Nederlandse wet werd in een andere tijd, kort na de Tweede Wereldoorlog aangenomen en gaf in eerste instantie aan dat de Centrale Bank wel mocht meedenken met het ministerie van Fi-nanciën, maar niet zelfstandig. Door verzet van de toenmalige president van de Ne-derlandse Centrale Bank, werd een compromis gesloten waarbij werd bepaald dat de minister van Financiën, de president van de Centrale Bank wel aanwijzingen mag geven over zijn beleid, maar dat de president zijn eigen mening mag hebben en zelfstandig adviezen mag geven aan de regering en dat zowel de president van de Centrale Bank en de minister van Fi-nanciën, elkaars mening respecteren en komen tot een compromis. Caram zei dat deze gedachten ook zijn vastgelegd in onze Bank-wet van 1956. Hij gaf aan dat voor het laatst de Bankwet is gewijzigd in 2005, waarbij het aanwijzingsrecht van de minister van Finan-ciën werd beperkt met betrekking tot monetaire aangelegenheden. In de tussentijd hebben op internationaal niveau zich heel wat ontwikkelingen voorgedaan op centrale banken. “De overheid is steeds verder op de achtergrond geraakt”, aldus Caram. In het moderne centrale bankwezen mag de minister van Financiën de Centrale Bank geen aanwijzingen meer geven en ook geen krediet. Hij vertelde dat in 2016 er een gentleman’s agreement is afgesloten waarbij is be-paald dat de regering geen beroep meer zal doen op de monetaire reserve. “Helaas is men gaan lenen bij de commerciële banken en noemen ze dat geen monetaire financiering tegen alle monetaire definities en theorieën in”, zei Caram. Artikel 21 van de Bankwet geeft aan dat de Centrale Bank verplicht is om op afroep van de minister van Finan-ciën, voorschotten aan de staat te geven tot 10 procent van de ontvangsten op de lopende rekening. Caram gaf aan dat de omvang van de lopende rekening in 2018 SRD 6,7 miljard bedraagt en dat 10 procent hiervan SRD 670 miljoen bedraagt. Hij zegt verder dat de Bankwet ook zegt dat de Centrale Bank alleen krediet mag geven aan de overheid ter tijdelijke versterking van de staatskas en dat die binnen zes maanden terugbetaald dient te worden. “Een wijze Centrale Bank bankier zou zeggen dat je sinds jaar en dag enorme financieringstekorten hebt en dat de behoefte die je hebt geen tijdelijke is, maar een permanente be-hoefte”, zei Caram. Hij benadrukte dat in de Bankwet expliciet staat dat de Cen-trale Bank nimmer en principieel niet op lange termijn geld aan de overheid mag verstrekken. Caram heeft er daarom problemen mee wanneer de regering nu zegt dat zij conform de Bankwet zal handelen. Hij ziet hierin duidelijke risico’s. Hij ziet eerder dat er een beroep wordt gedaan op de Cen-trale Bank. Ook bestaat de garantie er volgens hem niet dat de Bank het geld terugkrijgt. Caram legde uit dat de Bankwet voorschrijft dat de overheid krediet mag nemen tegen schatkistpapieren.
Echter bieden schatkistpapieren vandaag de dag volgens hem geen garantie meer. “Dus het heus niet zo gemakkelijk om uit te gaan van het feit dat je een toevlucht kunt nemen tot de Centrale Bank”, aldus Ca-ram. Hij is er een voorstander van dat er overleg moet worden gepleegd om tot een oplossing te komen. De professor merkte op dat de politici in de meeste gevallen kiezen voor monetaire financiering in plaats van het nemen van draconische maatregelen. Hij geeft aan dat monetaire financiering slechts een korte termijn op-lossing is voor financiële problemen van de overheid, maar dat het op de lange termijn voor heel wat problemen zorgt. Caram verklaarde dat er vaak genoeg wordt gekozen voor het pad van monetaire financiering, om-dat draconische maatregelen, sociale turbulentie met zich meebrengen waarop politici niet zitten te wachten. De Centrale Bank heeft als doel het streven naar stabiliteit in de interne en externe waarde van onze nationale munteenheid. Caram benadrukte daarom de rol van een onafhankelijke president van de Centrale Bank. Hij geeft aan dat zolang de nieuwe aanpassingen niet komen in de Bankwet, de twee monetaire autoriteiten met goed overleg maatregelen kunnen nemen.

door Johannes Damodar Patak

More
articles