Problemen in de advocatuur niet in handen van advocaten

De meeste problemen waarmee de advocaten kampen, liggen buiten hun schuld. De externe problemen maken dat bepaalde advocaten zich niet houden aan de ereregels. Dit zegt Harish Monorath, deken van de Surinaamse Orde van Advocaten, tegenover De West. De externe problemen dienen door het ministerie van Justitie en politie opgelost te worden, want dat is verantwoordelijk voor de financiering van de rechters en bepaalt hoeveel griffiers en andere administratieve krachten in dienst worden genomen en dat is ook belast met de gebouwen die gerenoveerd moeten worden. De externe problemen komen grotendeels door het tekort aan rechters, waardoor er hele lange wachttijden zijn voor zittingen. Dit maakt dat het uitstellen van rechtszaken heel normaal wordt. Ook is het een langdurig proces, alvorens een datum geprikt kan worden waarop een zaak behandeld kan worden. Daarnaast is er weinig personeel dat belast is met het voorbereiden van vonnissen. Verder komt het vaak voor dat er niet genoeg materiaal is, waardoor er bijvoorbeeld geen vonnissen uitgeprint kunnen worden.

Monorath wijst er ook op dat de advocaten die pro Deo rechtsbijstand verlenen, te lang moeten wachten op de vergoeding, die ligt tussen de SRD 250 en SRD 500. Ook zijn er interne problemen, zo moet een advocaat de kantoorhuur, belasting, nutsvoorzieningen, benzine en toga zelf betalen.

Dit kost volgens de deken veel geld. Als cliënten niet op tijd betalen, dan komt de dienstverlening in problemen. Deze problemen leggen volgens de deken een zware druk op advocaten, wat maakt dat bepaalde advocaten zich niet houden aan de ereregels en in de fout gaan. Dit heeft volgens Monorath tot gevolg dat bepaalde advocaten de rechtsbijstand stop zetten, niet komen opdagen tijdens de zittingen of de prijzen opdrijven.

Bij ongewenst gedrag van advocaten hebben cliënten het recht om een klacht in te dienen bij de deken. In dergelijke gevallen kan de deken bemiddelen tussen de cliënt en de advocaat. Slaagt de deken er niet in om te bemiddelen, dan kan hij verwijzen naar het tuchtcollege. Het tuchtcollege bepaalt dan of de advocaat berispt, geschorst of geschrapt wordt. Monorath benadrukt, dat hoewel er een tuchtcollege is, zij geen besluiten kan nemen. Dat wil zeggen dat problemen door de deken opgelost moeten worden, anders blijven ze onbehandeld. De deken zegt dat het tuchtcollege eerst geïnstalleerd dient te worden door de president alvorens ze operationeel wordt.

door Richelle Mac-Nack

 

More
articles