De neerwaartse trend waarin de stand van onze monetaire reserves al een tijdje (sinds mei 2015 om precies te zijn) in zit, blijkt nog niet ten einde te zijn gekomen. Uit de meest recente statistieken van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) blijkt dat de monetaire reserves, per 31 maart 2016, USD 276,4 miljoen bedragen. Ten opzichte van een maand eerder is dat een daling van 22,7 miljoen. Ter vergelijking, per 31 maart 2015 bedroeg onze monetaire reserve nog USD 493,6 miljoen. Een jaar later is de reserve dus met meer dan USD 200 miljoen afgenomen.
In de volgende tabel zijn de standen van onze monetaire reserves voor de eerste drie maanden van 2016, inclusief de dalingen ten opzichte van een maand eerder, inzichtelijk gemaakt.
Zoals blijkt uit de statistieken van de CBvS, is de huidige stand van de monetaire reserves opgebouwd uit USD 159 miljoen foreign currency reserves (deviezenreserve), USD 51 miljoen aan Special Drawing Rights (bijzondere trekkingsrechten bij het Internationaal Monetair Fonds), USD 13 miljoen van de IMF reserve positie en USD 53 miljoen goud (including gold deposits and, if appropriate, gold swapped). De standen van de verschillende soorten monetaire reserves, voor de eerste drie maanden van 2016, zijn in de tabel hieronder inzichtelijk gemaakt. Onderstaande bedragen zijn allemaal in miljoenen US dollars.
Zoals in bovenstaande tabel te zien is, is de daling van de totale stand van de monetaire reserves te wijten aan de stand van de deviezenreserve. Deze is, ten opzichte van februari, gedaald van USD 183,9 miljoen naar USD 159,4 miljoen. Dat is een afname van USD 24,5 miljoen. De goud reserve positie is sinds januari toegenomen met respectievelijk USD 4,8 miljoen en USD 0,5 miljoen. Deze toename van de waarde van onze goudvoorraad komt vanwege de opleving van de (internationale) goudprijs, gezien het feit dat het volume van onze goudvoorraad ongewijzigd is gebleven, namelijk 0,043 miljoen of fine troy ounces. De goudvoorraad is sinds maart 2014 ongewijzigd gebleven. De daling van de deviezenreserve is vermoedelijk te wijten aan de voor de valutaveilingen gebruikte deviezen. Op de veiling van 22 maart en 29 maart, is respectievelijk USD 10 miljoen en USD 7,5 miljoen (een totaalbedrag van USD 17,5 miljoen) geveild. Gezien de huidige stand van de deviezenreserve is het niet vreemd dat er per valutaveiling een kleiner te veilen bedrag beschikbaar wordt gesteld door de CBvS. Indien de huidige situatie, van voortzetting van valutaveilingen zonder dat de deviezenreserve wordt aangevuld, aanhoudt, bestaat de kans dat de stand van onze monetaire reserves dit jaar nog een historisch dieptepunt zal bereiken.