Journalisten hadden gisteren de grootste moeite om een plek te bemachtigen in de relatief kleine zaal waar de decemberzaak tegen de hoofdverdachte Desire Bouterse en zo’n 20 anderen werd voortgezet. Al vroeg in de ochtend dat eenheden van de Militaire Politie (MP) die voor de orde bij de zaak moesten zorgen geen instructies hadden, hoe de pers op te vangen. Waar het ene lid van de MP alleen mensen wilde toelaten die zich voorafgaand aan deze zitting hadden laten registeren, wilde een collega alleen journalisten toelaten die hij blijkbaar persoonlijk kende. Ook onder medewerkers van het Gerechtsgebouw was er geen eenduidigheid, over hoe en welke journalisten naar binnen mochten. Ook bij hen scheen favoritisme de boventoon te voeren. Journalisten die bij aanvang van het proces, vijf jaren geleden werden geaccrediteerd, verloren hun status ineens met de boodschap: “U had zich moeten registreren, dat geldt voor iedereen”.
Merkwaardig was dat personen die zich bij de zitting aanmeldden en zich uitgaven voor journalist niet eens werd gevraagd dat aan te tonen met een perspasje. Ondanks de onderlinge concurrentie tussen de mediahuizen, bestond er geen wrijving tussen de journalisten onderling, de ergernis was collectief gericht tegen de werkwijze bij de gehanteerde (wan-) orde. Sinds de aanvang van het proces, is het nooit een vereiste geweest dat journalisten en mediahuizen die zich hadden geaccrediteerd zich steeds bij elke zitting opnieuw moesten registreren. Een eventuele wijziging van deze procedure is ook nimmer kenbaar gemaakt aan deze geaccrediteerde journalisten en mediahuizen.
Bij de voorlaatste zitting van deze strafzaak in 2012 waren journalisten ook al misnoegd over de behandeling. Na aanhoudende protesten werden enkele journalisten toch toegelaten, de rest moest maar zien, hoe zij aan het nieuws zouden komen.
NL AMBASSADE
Ook voor een tweepersoonsdelegatie van de Nederlandse ambassade, was het niet makkelijk de zaal binnen te komen. Ook bij de delegaties van diplomaten die de zitting bijwoonden bleek er onduidelijkheid te zijn. Hoewel het eerder geen verplichting leek te zijn voor deze groep om zich vooraf te registreren, schijnen sommigen het uit voorzorg vanwege de kleine ruimte, wel te hebben gedaan. De registratie was de dag voorafgaand aan de zitting gesloten. Dat eerste ambassadesecretaris Maurice Pourchez herhaaldelijk zijn diplomatenpasje toonde kon de dienstdoende wacht niet vermurwen: ,,Ik heb de boodschap doorgegeven binnen. Ze weten wie u bent, maar zonder registratie komt u niet binnen, zelfs als u God zou zijn,” aldus de MP’er.