HEIBEL MET HEIKERK

Het hoofd van de Arbeidsinspectie, als wettelijk aangewezen instantie om ontslag vanwege dringende redenen te toetsen, heeft beoordeeld dat de president van de Republiek Suriname, de bevoegdheid mist de directeur van GLIS-MI te ontslaan. De governance structuur, zoals bij wet vastgelegd, moet naar behoren en met onderbouwde redenen, tot een dergelijk besluit komen en daar op de juiste manier kennis van geven. Het besluit is niet alleen een reprimande in de richting van de president, maar met terugwerkende kracht, een terechtwijzing in de richting van de minister van Grondbeleid en Bosbeheer, die de aanvoer nam in non-actief stellen van de functionaris. Als de regering werkelijk ‘sterke instituten’ zonder politieke bemoeienis tot haar streven maakt, is dit hét moment om de directeur weder te werk te stellen.

Het heeft Keerpunt verbaasd, dat een vorige directeur in opspraak, geruisloos een aftocht heeft gemaakt, maar dat in het geval van Heikerk, de politieke aanval geopend is op een functionaris die de discussie op inhoud aangaat. De weerbaarheid en kracht van het MI-GLIS als instituut in dezen, stamt juist uit het feit dat het kabinet-Venetiaan III, bij aanname van de Wet GLIS 2009, mechanismen heeft ingebouwd die checks en balances inbouwen in de taakverdeling, het bestuur en de operaties van het instituut. De toenmalige minister van Justitie, Chandrikapersad Santokhi, was een van de herders en architecten van die wetgeving. De wetgeving kwam niet zonder slag of stoot door het moeras van partijpolitiek rond gronduitgiften en grondregistraties.

Nu toepassing en uitvoering hem in een ongemakkelijk parket brengen met de minderheidscoalitiepartner, die hij in zijn politieke keuzes onterecht tot een voet van gelijkheid heeft verheven, is de kans aanwezig het besluit van de arbeidsautoriteit aan te grijpen als een objectief stopbord, waar de gele opmars tot een halt moet komen. Met het einde van de termijn in zicht, heeft de Surinaamse samenleving het niet nodig dat een scheidsrechter in thuiskleuren van een van de coalitieclubs, de grondregisters bewaart en bewaakt. Zeker niet nu er eerder grote vraagtekens ontstaan zijn over hoe nauw dit kabinet het neemt met grondzaken. De president heeft de kans om recht te zetten wat hem in het geval van Diana Poki maar niet gelukt is. En domeingrond, enigszins volgens de principes, die hij als minister van Justitie voorstond, te laten beheren.

R.B.

More
articles