EERST TIGRI, DAN CORANTIJNBRUG

De wereldeconomie bespreekt Suriname en Guyana niet apart. Steevast schrijft de economische rapportage van de internationale pers over ‘the Guyana-Suriname basin’. De selectie van gebieden met natuurlijke hulpbronnen voor internationale investeerders is een belangenafweging, waarin infrastructuur tussen productiepunten en logistieke hubs zwaar weegt.

Een investeerder die een onafgebroken wegverbinding tussen drie tot vier luchthavens heeft, een bruggennetwerk tussen drie of vier zeehavens, data- en vrachtverbindingen op een landkaart ziet, heeft eerder interesse dan wanneer er gezocht moet worden naar eigen oplossingen binnen een fragmentarisch samenraapsel.

Suriname wordt misschien een hub voor petroleum-investeringen, petroleumextractie, petroleumverwerking, opslag en logistiek. Suriname is een hub voor cocaïne-investeringen, cocaïneverwerking, cocaïnedoorvoer en cocaïnecontanten.

Toen in 1994 vanwege de Noord-Amerikaanse Vrijhandelsovereenkomst, de grenzen vervaagden tussen Mexico, Noord-Amerika en Canada, volgde het sluitstuk op de overname van de Mexicaanse kartels van de Colombiaanse kartels die drugsroutes en drugsaanvoer naar de markten beheersen in de jaren ‘80.

Wat door minister Ramdin genoemd wordt als ontsluiting van wegverkeer in Zuid-Amerika, is voor legale en illegale handel veel meer dan dat. Het verbindt de West-Indies – London – Accra route met de Paramaribo – Amsterdam – Antwerpen route, terwijl beide de Panama en Hato (Curaçao) lucht hubs verder in verbinding brengen.

Wegverkeer op de schaal van een brug, verlaagt de controlemogelijkheden en daarmee de pakkans, in vergelijking met de huidige situatie, met een factor van tien, omdat naar het voorbeeld van NAFTA, het open verkeer zal toenemen met een factor van tien tot vijftien.

Leg de verdere verbinding met het feit dat tussen de Corantijnrivier en de Coppenamerivier een niemandsland van ongepatrouilleerd kustverkeer nabij ligt, en de mogelijkheden voor smokkel zijn letterlijk en staatkundig, onbegrensd.

Suriname heeft de militaire situatie van bezetting en vijandigheid in het Tigrigebied toegescheiden gekregen van het Nederlands Koninkrijk bij de onafhankelijkheid. Ook de deplorabele staat van de toegescheiden krijgsmacht en van de in Nederland opgeleide en door Nederlandse invloed geradicaliseerde deelnemers aan de staatsgreep, gevolgd door de erkenning van Nederland van het militaire gezag, boven een democratisch burger gezag, maken Nederland medeverantwoordelijk voor het verdere verloop in de relatie tot Guyana betreffende bezet Surinaams grondgebied. Door Tigri en het grensgeschil te verzwijgen in de gezamenlijke verklaring van presidenten, waarin van de president van Suriname verwacht mag worden een minstens gelijkwaardige stem daarin te hebben, draagt de president bij aan de status quo. Die status quo is dat Guyana de wereld een verkeerde landkaart voorhoudt en gewapend personeel op Surinaams grondgebied operationeel aanwezig handhaaft. Het verzwijgen daarvan, bij gezamenlijk optreden, leidt tot een verzwakking van de toekomstige positie van Suriname, vooral door in dezelfde berichtgeving, de nadruk steevast op een vriendschapsbetrekking te leggen. Als stelselmatig het inbreuk maken op soevereiniteit en verkeerd afschilderen van ons grondgebied, een vriendschapsdaad genoemd mag worden, moeten wij een vriendschap van die aard ernstig herevalueren.

Wetende dat Nederlandse betrokkenheid bij bruggenbouw en watertechniek, vrijwel gegarandeerd en niet gratis zal zijn, is het aan de Surinaamse regering om de prioriteiten juist te agenderen en het dossier CORANTIJNBRUG tegemoet te treden met ogen open, alertheid, historisch besef en een toekomstvisie die het geheel in ogenschouw neemt. Bekoeld en vrij van oliekoorts of politieke scoringsdrift, moet de agendering, de planning en de uitvoering plaatshebben, met het Surinaamse belang voorop en het gedeelde belang, binnen de juiste context.

Nog voordat de eerste kilo beton vermengd is, is het project echter al onderwerp van politieke misleiding. De brug waar Guyana voor betaald zou worden is namelijk onderwerp van een lening, door de landen gezamenlijk bij China verzocht. De schuldenlast van Suriname zal dus verder toenemen, naar aanleiding van het bezoek dat Santokhi onlangs bracht aan onze grootste bilaterale schuldeiser.

More
articles