EEN GROTERE CHINESE SCHULDENSTROP?

De Volksrepubliek China blikt terug op een diplomatiek succesvol 2023 met de Republiek Suriname. Het Aziatische land is volgens ambassadeur Han Jing voor wat betreft 2024, gereed om de relatie naar grotere hoogten te brengen en de sociale en economische ontwikkeling van Suriname verder te ondersteunen. De Chinese diplomaat is op dinsdag 30 januari tijdens een persbriefing ingegaan op de bilaterale betrekkingen tussen China en Suriname. Hij heeft daarbij onder het thema: ‘China’s Foreign Policy and China-Suriname Relations’, de belangrijkste initiatieven van China, de economische en handelsgegevens en de perspectieven voor 2024 belicht. Ambassadeur Han Jing noemt de relatie tussen China en Suriname “een strategisch partnerschap gestoeld op wederzijds respect en vertrouwen”. Keerpunt las deze de zin nog eens: “een strategisch partnerschap gestoeld op wederzijds respect en vertrouwen”. Wij wisten niet of we moesten lachen of huilen bij het lezen van deze zin, want China behoort tot nu toe tot de grootste bilaterale schuldeiser van Suriname. Hoe hard minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken ook zijn best doet om de gesprekken met China goed te laten verlopen, toch is er nog geen nieuws over de herschikking van onze grootste schuld. Dan mag ambassadeur Han Jing wel zeggen, dat China zich ervoor beijvert een bijdrage te leveren aan de sociale en economische ontwikkeling van Suriname, ook in 2024.

Maar je land blijft ons in een schuldenstrop houden. Want wij kunnen ons totaal niet voorstellen dat de Chinezen ‘investeren’ in ons land, zonder dat zij zelf een aanmerkelijk belang hebben en financieel ook verdienen aan ons. We noemen maar een voorbeeld, van het Chinese bedrijf dat nu goud mijnt in ons binnenland. Er gaan geruchten dat het bedrijf zo veel mogelijk eigen mensen wil inzetten en zo min mogelijk lokale ondernemers. Ook de lokale bevolking die haar brood verdiende bij deze goudmijn, wordt geleidelijk aan weggewerkt om vervolgens Chinese arbeiders uit China te halen om die in dienst te nemen. We kennen allemaal het fenomeen van de mannen in een blauwe overall die werkten in de Dalian-projecten. Dit is enkel een voorbeeld van slavernij en lak hebben aan het stimuleren van local content. De Chinese ambassadeur heeft het ook gehad over projecten die met ondersteuning van China in Suriname worden uitgevoerd en die moeten leiden tot een hoogwaardige ontwikkeling, significante export, groei en werkgelegenheid. Wij zijn van mening, dat dit allemaal te mooi lijkt om waar te zijn. De ambassadeur is natuurlijk niet vergeten te praten over het feit dat China verder ook programma’s voor wegen- en huizenbouw wil ontwikkelen. Dit alles in lijn met het Chinese ‘Belt and Road Initiative’, waar Suriname samen met ruim 150 landen deel van uitmaakt en dat gericht is op onder meer de infrastructurele ontwikkeling van landen, waarmee China relaties onderhoudt. Over de schuldherschikking met China is al geruime tijd vertraging en het lijkt er zelfs op dat China opzettelijk draalt, omdat het het gemunt heeft op onze olie-inkomsten. Volgens het IMF heeft de Surinaamse regering China meer dan een jaar geleden een aanbod gedaan om ongeveer USD 545 miljoen te herfinancieren. Maar tot op heden heeft de regering geen concreet antwoord hierop gekregen.

Wij vinden dit natuurlijk een zeer kwalijke zaak en hebben al geruime tijd een vermoeden, dat het gedraal van de Chinezen alles te maken heeft met onze offshore olie, het gewijzigde internationale beleid qua allianties van de regering waar Ramdin deel van uitmaakt en op belangrijke momenten schijnbaar richting aan geeft, en het feit dat de Chinezen ook een aandeel willen opeisen bij de regering.  De gesprekken met China dateren al vanaf toen Armand Achaibersing minister was bij Financiën en tot nu toe houdt China ons aan het lijntje. Minister Stanley Raghoebarsing van Financiën stelde onlangs dat de regering alle vertrouwen heeft dat het ook met China gaat lukken, zoals het met India is gelukt. Hij is ervan overtuigd dat China met de regering zal meedenken om deze kwestie opgelost te krijgen. Minister Raghoebarsing, wij van Keerpunt willen niet volledig de pessimist zijn in deze kwestie, maar wij weten dat de Chinezen bepaalde doelen voor ogen hebben en wij denken dat hun blik gericht is op onze hout-, goud- en olie-industrie. Hiernaast heeft China geen vergelijkbare lange termijn geopolitieke agenda, zoals China die met het Belt and Road Initiative wel heeft. De beleidsmakers op het gebied van buitenlandse betrekkingen en op Financiën, wisten en weten heel goed, dat China de keuze van Suriname voor het IMF, op geen enkele wijze zou ondersteunen of vergemakkelijken. Wij blijven erbij dat al die ‘cadeautjes’ in de vorm van projecten, een manier zijn om zand in onze ogen te strooien, want uit een analyse van de Associated Press (AP) van een tiental landen met de meeste schulden aan China, bleek dat het terugbetalen van die schulden een steeds groter deel van de belastinginkomsten opslokt die nodig zijn om scholen open te houden, elektriciteit te leveren en te betalen voor voedsel en brandstof. Wij vragen ons af, of onze beleidsmakers er wel bij stilstaan dat wij heel voorzichtig moeten zijn met China als geldschieter, want heel wat ontwikkelingslanden hebben nu moeite om hun schulden van het Belt and Road Initiative terug te betalen. De vraag is of wij dit beseffen, of we dit willen en hoe wij dit kunnen tegengaan. Tot die tijd lijken al deze leuke projecten een verlengstuk van een nog grotere schuldenstrop vanuit de China, dat zolang Suriname met het IMF in zee blijft, niet van plan is te herschikken of verminderden.

More
articles