(BRAND)STOF TOT NATANKEN

Brandstofprijzen zijn een drijver van de wereldeconomie en een behoren tot de meest complexe en volatiele aspecten daarvan. Voordat er een behoorlijk vooruitzicht was op een netto olieproducent, lokale olievervanger of zelfs olie-exporteur, koos de Surinaamse overheid, destijds een regering met signatuur en betrokkenheid van de huidige president, ervoor desondanks een melkkoe te herkennen in brandstof. De Surinaamse middenstand was in opmars, huishoudens begonnen voor meer dan één voertuig te kiezen, deviezen voor de import van brandstof waren nog niet verstikkend en het indirecte gevoel dat kleefde aan de zogenaamde governmenttake, moest zowel opvoedend, aansturend als winstgevend worden voor de overheid.

De keerzijde van de medaille is natuurlijk dat wanneer hoger hand, met open hand neemt en marktprijzen tot ook maar een onderdeel van de pompprijs maakt, hoger hand ook zal moeten geven, wanneer de marktontwikkeling de andere kant opgaat. Zoals met zoveel, is door opeenvolgende farao’s, niet in de vette jaren gekozen om de melkkoe naar de grasvelden van marktwerking te leiden, maar zijn de wereldomstandigheden van de magere jaren, thans gekozen om het volk richting het offeraltaar of de slachtbank te leiden.

Het brandstofbeleid faalt, omdat het schizofreen is en de samenstelling en beïnvloeding, broeiend incestueus. Zo zitten in allerhande commissies, raden en werkgroepen, over en weer, partijen die met verschillende petten op en vergoedingen uit allerlei hoeken en gaten, maar direct of indirect vaak te belastingbetaler, de regering zouden moeten leiden tot keuzes over de belastingen, brandstoffen, het sociaal vangnet, de opvang, productie, export en het deviezenbeleid. Dezelfde directeur die verantwoordelijk kan zijn voor de productie van een grondstof en de verkoop daarvan, door een dochteronderneming, kan tegelijkertijd zitting nemen in een onderhandelingsteam met een internationale ontwikkelingsbank, de consument een lage prijs moeten garanderen voor het eindproduct, maar winst moeten maximaliseren en afbouw van subsidie moeten bewerkstelligen. Een ander kan met toezicht op een bank belast zijn, die valuta- en rentebeleid ten behoeve van grote brandstofleveranciers mee moet nemen in dat werk, maar mee wikken en wegen in de besluiten over de brandstofprijs en afbouw of aanhouden van subsidie.

Tijdens de zittingstermijn van deze regering is om beurten aan olieleveranciers groen licht gegeven, de valuta markt tegen koers naar keuze bloot te leggen aan absolute roofbouw, als leveringen maar gegarandeerd werden, belasting hervorming en data sharing door de keel gedrukt, betaling onthouden, prijsvaststelling opgedrongen, marktvrijheid aangekondigd en gedreigd met een prijzenoorlog vanuit de staatsdeelneming. Er is subjectsubsidie aangekondigd en uitgebleven, terwijl tegelijkertijd afbouw van subsidie en vrije marktwerking als het hoogst haalbare werd geprezen. Er is kenbaar gemaakt dat openbaar vervoer een alternatief zou zijn, terwijl de staatsparticipatie op dat gebied, een microkosmos van friends en family is gemaakt, zonder enige deskundigheid naar internationale standaarden of betrokkenheid van ook maar een enkel logistiek ingenieur.

Je kunt niet belanden waar je moet zijn, als je geen idee hebt waar je heen wilt. En je kunt geen idee ontwikkelen van waar je heen moet, als degenen die jou daarover zouden moeten adviseren, zich van tijd tot tijd niet meer kunnen herinneren, met welke pet op, zij voor jou aan het verzinnen, welke belang op dat moment door hen vertegenwoordigd zou moeten worden.

De pompprijs en dreigende tekorten, zijn het gevolg van iets ergers dan marktwerking of zelfs wanbeleid. Ze zijn beide gevolgen van een compleet vacuüm, non-beleid en zelfs een gebrek aan een notie van waar een start met construeren van een beleid, vandaan zou moeten komen.

A.A.

More
articles