EEN OPLOSSING VAN HET LANDRECHTENVRAAGSTUK?

Het fundamenteel onderwerp in deze bewustwordings documentaire is de bestaans- en overlevings-behoefte van de 75.000 inheemse- en marron burgers die in het binnenland van Suriname wonen. Suriname is het enig land in de Amerika’s dat nog geen integrale grondwettelijke of wettelijke bepalingen heeft die de land- en culturele rechten van inheemse- en marron gemeenschappen heeft goedgekeurt. Meer nog, er is geen wetgeving die de rol en status van het traditionele gezag erkent. Dit vormt een bedreiging voor het voortbestaan ​​en het welzijn van de inheemse- en marron samenlevingen, aangezien hun woongebieden en het bos, waarvan ze voor hun levensonderhoud afhankelijk zijn, worden toegewezen aan of illegaal bezet door de houtkap- en mijnbouwindustrie, met name voor de winning van goud, grind en zand.

Waarom werden de land- en culturele rechten van deze samenlevingen, welke uit verwante Inheemse of Marron groepen bestaan, genegeerd in de grondwet van 1975 en 1987? Waarom zijn er zoveel kritische misvattingen over de land- en culturele rechten van deze samenlevingen? Waarom geloven zoveel Surinamers dat de inheemse- en marron gemeenschappen een soevereine staat binnen een staat willen worden. Men vraagt zich af waarom ze zoveel land zouden moeten krijgen, waardoor Surinamers of de Staat uiteindelijk geen of minder toegang krijgen tot de natuurlijke hulpbronnen voor particuliere of nationale ontwikkeling. Waarom is het proces van het in kaart brengen van land- en culturele rechten zo controversieel geworden?

In de loop van 2017 hebben werkgroepen bestaande uit vertegenwoordigers van de regering en vertegenwoordigers van inheemsen en marrons een “Routekaart naar de wettelijke erkenning van inheemse- en marron rechten” ontwikkeld. In december 2018 werd een managementteam opgericht om toezicht te houden op de uitvoering van de routekaart, onder leiding van de directeur van het Ministerie van Regionale Ontwikkeling en Sport. Tegelijkertijd werden er ook drie technische commissies ingesteld: één om de ontwerpwetgeving te ontwikkelen, één voor de afbakening van de woongebieden, en één over bewustwording, allemaal in overeenstemming met de routekaart. Het eerste wetsontwerp werd in 2019 opgesteld en omvatte ook een korte wijziging van de Grondwet, waarin de collectieve rechten van de Inheemse en Maroons werden erkend.

De concept wetgeving is tot stand gekomen zonder een uitgebreid schriftelijk beleidsdocument, hetgeen nadelige gevolgen heeft gehad.

*Suriname stelt wetten op en keurt ze goed zonder het ontwikkelen van integraal en participatief beleid. Als gevolg hiervan is er weinig duidelijkheid over de standpunten van de overheid en de belanghebbenden, met betrekking tot het beleidsvraagstuk landrechten.

* Een alomvattend schriftelijk beleid wordt een instrument waarmee er consensus kan worden bereikt. Het gaat namelijk om belangrijke kwesties welke geïdentificeerd, besproken en geanalyseerd zijn geworden, voorafgaand aan het proces van het opstellen van wetgeving.

In Brazilië werden de beleidsprincipes voor de toewijzing van inheemse grond eerst ontwikkeld en opgenomen in de grondwet van 1988. Toen de bepalingen inzake inheemse landrechten eenmaal waren opgenomen in de ‘volkerengrondwet’ (iedereen mocht meedoen) van 1988, werd een proces gestart om het land en de hulpbronnen te identificeren die essentieel zijn voor het levensonderhoud en het voortbestaan ​​van inheemse gemeenschappen. In Guyana en Colombia werd een soortgelijk proces gevolgd. Pas na dit proces werd met het in kaart brengen en afbakenen van de woon- en leefgebieden gestart, en door de landadministratie gecertificeerd nadat de geldigheid van deze kartering werd geëvalueerd.

In Suriname hebben de schrijvers van het eerste wetsontwerp, welke werd gevolgd door een tweede, voorgesteld om indicatieve kaarten te gebruiken die zijn opgesteld zijn door gemeenschappen met behulp van NGOs. Deze kaarten werden niet aan een technische evaluatie van het GLIS1 onderworpen, en er heeft geen formele goedkeuring door de overheid op basis van identificatie studies, een soort “baseline” studie, plaatsgevonden. Dit proces is ook niet voorafgegaan aan een beleidsformulering met inbreng van de gehele Surinaamse samenleving, hetgeen veel tegenstrijdige meningen teweeg kan brengen.

Tijdens de herziening van het tweede wetsontwerp hebben leden van het bedrijfsleven hun bezorgdheid geuit over de gevolgde procedure om tot territoriale afbakening te komen, aangezien zij diep bezorgd waren over de indruk die bij hen bestond, dat het grootste deel van het binnenland van Suriname, dat 80% van het land uitmaakt, in de toekomst inheems en Marrongebied zal worden.

Het publieke bewustzijn over de rechten van inheemse en marron gemeenschappen is een cruciaal onderdeel dat veel meer aandacht behoeft. Het Surinaams volk moet goed geïnformeerd zijn over de wijze waarop de Inheemsen en Marrons leven en het natuurlijk milieu benutten om te overleven. Bijvoorbeeld, als belanghebbenden niet goed begrijpen hoe het swidden (verschuivende)  landbouwsysteem werkt, zullen ze niet kunnen begrijpen waarom een ​​inheemse of marron familie minstens vijftig hectare nodig heeft om de twintigjarige rotatiecyclus te voltooien teneinde terug te keren naar het startpunt, waar het bos voldoende is geregenereerd om een ​​nieuwe slash-and-burn-cyclus te ondersteunen.

Daarom hebben we gekozen voor een documentaire die burgers van Suriname zal informeren over de manier van leven van inheemse en marron gemeenschappen. We zullen niet alleen de zelfvoorzienende economie en landbouw in kaart brengen, maar ook jagen, vissen en het verzamelen, evenals de gebruikelijke bestuursregimes die verantwoordelijk zijn voor het duurzame gebruik van de ecosysteemdiensten door de eeuwen heen. We zullen onderzoeken en deze informatie meenemen in de documentaire, en aangeven hoe deze gemeenschappen zichzelf gedurende honderden en duizenden jaren hebben onderhouden, vertrouwend op hun inheemse kennis (IK).

Er is grote bezorgdheid dat het proces van beleidsontwikkeling en het wijzigen van het wetsontwerp landrechten het proces van een snelle goedkeuring van de conceptwet op grond- en culturele rechten zal vertragen. We stellen juist voor een aanpak welke deze angsten wegneemt en het proces in wezen versnelt. In plaats van te proberen een snelle goedkeuring te krijgen van de afbakening van de leef- en woongebieden van alle 170 dorpen in het binnenland, zonder goedkeuring van kaarten en identificatie studies, stellen we de volgende stappen voor.

Er zou een kaderwet van één tot twee pagina’s kunnen worden ontwikkeld (zie het Braziliaanse voorbeeld hieronder), gebruikmakend van de  informatie in het huidige wetsontwerp, en ter goedkeuring aan De Nationale Assemblee worden voorgelegd. Het zou een grondwetsartikel kunnen zijn, zoals in Brazilie of Colombia, of een raamwet, waarin de basis principes worden vastgelegd die het landrechtenproces sturen. Het artikel in de grondwet of de raamwet kan een stapsgewijs proces schetsen dat, na goedkeuring, het proces van collectieve land- en culturele rechten in gang zet. Veel gemeenschappen hebben identificatie- of baselinestudies, die alsnog aangepast kunnen worden en officieel kunnen worden gecertificeerd door het GLIS. Hiermee zou het landafbakening- en toewijzingsproces vlot worden afgerond. Het idee is om niet in één klap de landrechten van alle 170 dorpen in het binnenland te erkennen, maar stap voor stap te werk te gaan, op basis van officieel gecertificeerde identificatiestudies en kaarten, zoals in Brazilië, Guyana en Colombia het geval is geweest. Het artikel in de grondwet of de kaderwet kan de volgorde schetsen waarin alle in het wetsontwerp genoemde kwesties en onderwerpen gefaseerd kunnen worden geïmplementeerd. Hiermee zal het harde werk van de ontwerpteams ten volle worden benut. Een geleidelijk proces van beleidsontwikkeling kan parallel lopen met dit traject.

BIJLAGEN

Wij doen deze kort maar krachtige tekst uit de Braziliaanse Grondwet erbij om te laten zien dat, bij de eerste juridische ingreep, de omvang van de inheemse woongebieden nog niet aan bod kwamen. Dit  artikel in de grondwet geeft echter aan dat het “de taak van de Unie is om ze (inheemse woongebieden) af te bakenen.”

Omdat het de taak van de overheid is om de inheemse woongebieden af te bakenen, uiteraaard in nauwe samenwerking met de inheemse gemeenschappen (wij komen herop terug), moet er een aparte wet worden vervaardig om dit stapsgewijs process aan te geven. Dat is gebeurt in het decreet decreet nr. 1.775/96. Wij hebben het erbij gedaan hieronder, zodat de lezer dit stappenplan goed kan volgen.

DE GRONDWET VAN BRAZILIE (1988)

HOOFDSTUK VIII – INHEEMSEN 

Artikel 231. Inheemsen hebben hun sociale organisatie, gebruiken, talen. geloofsovertuigingen en tradities die worden erkend, evenals hun oorspronkelijke rechten op de gronden die ze traditioneel bezetten, waarbij het de taak van de Unie is om ze af te bakenen, te beschermen en te zorgen voor respect voor al hun eigendommen.

Paragraaf 1 Landen die traditioneel door Inheemsen worden bezet, zijn die waarop ze permanent wonen, die worden gebruikt voor hun productieve activiteiten, die onontbeerlijk zijn voor het behoud van de natuurlijke hulpbronnen die nodig zijn voor hun welzijn en voor hun fysieke en culturele reproductie, volgens hun gebruik, gewoonten en tradities.

Paragraaf 2 – Het land dat traditioneel door Inheemseddn wordt bezet, is bedoeld voor permanent bezit en zij zullen het exclusieve vruchtgebruik hebben van de rijkdommen van de grond, de rivieren en de meren die zich daarin bevinden.

Paragraaf 3 – Waterbronnen, inclusief energetisch potentieel, mogen alleen worden geëxploiteerd, en minerale rijkdommen in Inheems land mogen alleen worden geexploiteerd en gedolven met toestemming van het Nationaal Congres, na de betrokken gemeenschappen te hebben gehoord, en de deelname aan de resultaten van dergelijke mijnbouw worden aan hen verzekerd, zoals bepaald in de wet.

Lid 4 – De in dit artikel genoemde gronden zijn onvervreemdbaar en onbeschikbaar en de rechten daarop zijn niet aan beperking onderhevig.

Paragraaf 5 – De verwijdering van Inheemse groepen van hun land is verboden. behalve ad referendum van het Nationaal Congres, in geval van een catastrofe of een epidemie die een risico vormt voor hun bevolking, of in het belang van de soevereiniteit van het land, na een beslissing van het Nationaal Congres, waarbij wordt gegarandeerd dat onder alle omstandigheden , de teruggave onmiddellijk plaatsvindt zodra het risico ophoudt.

Paragraaf 6 – Handelingen met het oog op de bezetting, het domein en het bezit van de in dit artikel bedoelde gronden of de exploitatie van de natuurlijke rijkdommen van de daarin aanwezige bodem, rivieren en meren, zijn nietig en hebben geen rechtsgevolgen, behalve in het geval van een relevant openbaar belang van de Unie, zoals bepaald door een aanvullende wet, en die nietigheid schept geen recht op schadevergoeding of om de Unie te dagvaarden, behalve wat betreft verbeteringen die zijn verkregen door te goeder trouw in gebruik te nemen, op de voorgeschreven wijze volgens de wet.

Paragraaf 7 – De bepalingen van artikel 174, leden 3 en 4, zijn niet van toepassing op Inheemse gebieden.

Artikel 232. De Inheemsen, hun gemeenschappen en organisaties hebben volgens de wet een proces om hun rechten en belangen te verdedigen, waarbij het Openbaar Ministerie tussenkomt in alle procedurele handelingen.

HET AFBAKENEN VAN INHEEMSE WOONGEBIEDEN (IN BRAZILIE)

Zie hieronder de stadia van het lange proces van afbakening van inheemse landen (TI’s; Terra Indigena; Inheems leef- en woongebied), zoals vastgelegd in decreet nr. 1.775/96.

(1) Onderzoek naar identificatie – Ten eerste benoemt Funai een antropoloog met een erkende kwalificatie die binnen een bepaalde tijd een antropologisch onderzoek naar de identificatie van de TI zal produceren. De studie van de antropoloog onderbouwt het werk van een gespecialiseerde technische groep, die aanvullende studies van etnisch-historische, sociologische, juridische, cartografische en ecologische aard zal uitvoeren, evenals een landonderzoek. De groep moet worden gecoördineerd door een antropoloog en bij voorkeur worden samengesteld door technici van het personeel van Funai. De groep moet Funai een rapport voorleggen met specifieke elementen en gegevens vermeld op richtlijn nr. 14, van 9 januari 1996, evenals de karakterisering van de af te bakenen TI.

(2) Funai-goedkeuring –  Het rapport moet worden goedgekeurd door de president van Funai, van wie de samenvatting binnen 15 dagen zal worden gepubliceerd in de DOU (Diário Oficial da União – de officiële publicatie van de federale regering) en in de Diário Oficial van de staat waar de toekomstige TI zal worden gevestigd. De publicatie moet ook worden getoond in de lokale Prefeitura (gemeente).

(3) Geschillen –  Vanaf het begin van de procedures tot 90 dagen na de publicatie van het rapport in de DOU, kan iedereen die geïnteresseerd is, inclusief staten en gemeenten, zichzelf manifesteren door Funai haar/zijn argumenten te presenteren, samen met alle relevante bewijzen , met als doel schadevergoeding te eisen of ondeugden in het rapport aan te tonen. Funai heeft dan 60 dagen, naast de 90 die in de bovenstaande paragraaf zijn genoemd, om meningen uit te werken over de argumenten van alle belanghebbenden en het proces over te dragen aan het ministerie van Justitie.

(4) Grensverklaringen van de TI (Inheemse Leef- en Woongebied) –  De minister van Justitie heeft 30 dagen om: (a) een richtlijn uit te vaardigen waarin de grenzen van het gebied worden aangegeven en het begin van de fysieke afbakening ervan wordt bepaald; of (b) gerechtelijke procedures voorschrijven die 90 dagen langer moeten duren; of, (c) de identificatie af te keuren en een besluit te publiceren dat is onderbouwd met artikel 231, eerste lid, van de Grondwet.

5) Fysieke afbakening –  Zodra de grenzen van het gebied zijn uitgeroepen, bevordert Funai de fysieke afbakening ervan. In dit stadium zal INCRA (Instituto Nacional de Colonização e Reforma Agrária – Nationaal Instituut voor Kolonisatie en Agrarische Hervorming) prioriteit geven aan de hervestiging van occasionele niet-inheemse bewoners van de TI.

(6) Homologatie –  Ten slotte moet de afbakeningsprocedure per decreet worden voorgelegd aan de president van de republiek voor homologatie.

7) Registratie –  Het Inheemse Land, afgebakend en gehomologeerd, wordt vervolgens binnen maximaal 30 dagen na homologatie geregistreerd bij de notaris van het corresponderende gerechtelijk arrondissement en in het Secretaria de Patrimônio da União – Bureau van het Patrimonium van de Unie – (SPU).

TER AFSLUITING

Het is geenzins de bedoeling om te suggereren dat de hierboven opgesomde teksten worden gebruikt in de Surinaamse context. Suriname is een héél ander land en moet haar eigen landrechten proces ontwikkelen. Het gaat er echter om dat er een werkvolgorde wordt ontwikkelend, waarbij het nodige voorwerk is verricht, op basis waarvan de afbakening van Inseemse en Maroon gebieden verantwoord kan worden.

Artikel 1 in de Braziliaanse grondwet geeft aan dat het gaat om terreinen “die nodig zijn voor hun welzijn en voor hun fysieke en culturele reproductie, volgens hun gebruik, gewoonten en tradities.” Het gaat dus om behoeftes, zoals die bij de UN Sustainable Development Indicators (SDIs) zijn gebruikt. Deze doelen weerspiegelen de fundamentele menselijke behoeften met betrekking tot voedsel, water, onderdak, veiligheid, gezondheid, onderwijs en goed bestuur.

In Brazilie is men begonnen met een identificatie studie, een soort baseline studies. Dit is belangrijk omdat de omvang en afbakening van het gebied dat toegekend gaat worden, degelijk onderbouwd moet worden. Het onderbouwen van de afbakening van leef- en woongebieden is erg belangrijk. De huidige president van Brazilie heeft kritiek op de arbakeningsmethode, vanwege het argument dat de gebieden te groot zijn en dat de aanpak “uitvalt in het voordeel van de inheemsen.”

Terugvallen op FUNAI ging ook niet zonder kleerscheuren. De organisatie had te weinig veld kader en heeft een beroep gedaan op de Braziliaanse Vereniging van Anthropologen, die toen 900 leden had, waarvan 300 hun afstudeerstudies in inheemse gemaanschappen hadden uitgevoerd. In Suriname wordt dit dus ook een grote uitdaging.

Christopher Healy

‘Ba Kwasi’

culturecom@sr.net

1 Grondregsistratie en Landinformatie Systeem van de overheid.

More
articles