STRIJD TEGEN INTERNATIONALE GEORGANISEERDE MISDAAD OPVOEREN

Vanwege het buitenland wordt de druk op Suriname, om de strijd tegen de internationale georganiseerde misdaad op te voeren, verhoogd. Men verwacht van zowel de Surinaamse overheid als de particuliere sector daadwerkelijke inspanningen om deze vormen van misdaad adequaat tegen te gaan. Men wenst bijvoorbeeld dat men het witwassen van crimineel verkregen geld gaat bestrijden, en geld dat voortvloeit uit activiteiten die als informeel kunnen worden aangemerkt, mag zeker niet gebruikt worden voor het financieren van terroristische activiteiten, voorts wenst men dat onze autoriteiten de mensenhandel en mensensmokkel aanpakt en ook is de wens dat wij er alles aan doen, dat de wapen- en drugshandel zwaar worden aangepakt. Suriname heeft jaren achtereen niet of slecht meegewerkt aan de wensen en eisen van het buitenland. Maar als klein en arm land ontkom je niet aan de enorme externe pressie die wordt uitgeoefend, wil je niet in een totaal isolement geraken. Het is bekend dat er een National Risk Assessment, NRA, onderzoek is gepleegd en daarvan rapportage aan de regering is uitgebracht. Naar aanleiding van de bevindingen, vervat in een lijvig rapport, dienen de Surinaamse overheid en delen van het bedrijfsleven stappen te ondernemen om in een goed blaadje te komen bij de Caribbean Financial Action Task Force, CFATF.

Suriname zal dan beoordeeld worden of het nu wel bereid is aan de wensen van deze organisatie te voldoen. Suriname zal aan de CFATF tonen, wel te willen voldoen aan de meest relevante punten die de voormelde organisatie stelt. In totaal gaat het om 40 aanbevelingen, waar we naar verluidt, niet in één keer allemaal aan zullen kunnen voldoen. Er zal bij de externe beoordeling gelet worden op de situatie binnen onze chartale economie (het veelvuldig afrekenen in cash), de informele economie, de zogeheten financial inclusion en het internationale transactieverkeer. Suriname heeft nu de kans zijn imago te verbeteren om niet langer als pariastaat te worden gezien. Blijven we niet voldoen aan de aanbevelingen van de CFATF, dan kunnen er zogeheten soft maatregelen tegen Suriname worden doorgevoerd. Ook zou men als Suriname een dwarsliggende houding toont, kunnen overgaan tot hardere maatregelen die vallen binnen een zogeheten  NCCT lijst (Non  Cooperative Country/ Territory List). Dit houdt in dat we dan wel terechtkomen op de zwarte lijst. Grote buitenlandse financieringsinstituten kijk nauwgezet naar een dergelijke beoordeling. De Wereldbank, IMF en IDB kijken zeer geïnteresseerd naar hoe Suriname zich in dit opzicht gedraagt. Als we ons niet of slecht houden aan de aanbevelingen van de CFATF, kunnen buitenlandse financieringen onder zware druk komen te staan. Ook het internationale betalingsverkeer van ons land zal ernstig bemoeilijkt worden. Vooral onze valutabanken kunnen daarbij te maken krijgen met stremmingen, wanneer er voor Surinaamse ondernemingen betalingen in het buitenland moeten worden gepleegd. Correspondentbanken kunnen bijvoorbeeld weigeren kredietbrieven van onze banken te ontvangen.

We moeten daarom voorkomen dat het zover komt. Wat zeker niet eenvoudig zal zijn voor onze autoriteiten, betreft het terugdringen van de drugshandel en het witwassen van uit deze illegale handel verkregen middelen. Het is geen geheim, dat een heel groot deel van onze importen wordt gefinancierd uit middelen verkregen uit de informele sector en dat deze sector in de afgelopen 40 jaar diepe invloed heeft weten te verwerven, vooral binnen de publieke sector en dat de corruptie daar niet te beschrijven valt. De drugshandelaren hebben hun mannetjes binnen de publieke sector en ook binnen grote delen van de gewapende machten. Wat zich in het achterland aan illegaliteit voordoet, valt bijna niet te beschrijven. Ook binnen de politieke partijen doet deze vunzigheid zich nadrukkelijk gevoelen en is het zelfs zo dat figuren uit de informele sector, druk uitoefenen op vooraanstaanden binnen het overheidsapparaat. Dat militaire officieren ingedeeld bij de speciale troepen, betrokkenheid hebben bij de informele sector, geeft aan hoe verziekt de zaak wel is en hoe moeilijk het zal worden in de praktijk om aan de aanbevelingen van de CFATF te voldoen. De regering en het bonafide deel van de financiële ondernemingen worden hierbij als een sandwich geplaatst tussen de criminelen uit de informele sector en de enorme druk uit het buitenland. In de toekomst zullen we zien wie uiteindelijk aan het langste eind trekt.

More
articles