PRODUCTIE EN VALUTA

De Vereniging van Economisten in Suriname, VES, hamert er al jaren ten rechte op, dat we dit land alleen maar uit de economische crisis, waar we sinds 2014 zwaar in beland zijn, kunnen halen als we erin slagen de productie in Suriname te vermeerderen. Als er meer productie komt, zal de werkgelegenheid toenemen en zal ook de loontrekker in staat zijn meer met zijn geld te doen en de koopkracht ongetwijfeld toenemen. Er moet dan wel sprake zijn van stabiele wisselkoersen van de Surinaamse munt de SRD, ten opzichte van met name de dollar en de euro.  De VES hamert niet alleen op de lokale productie en vermeerdering van de werkgelegenheid, maar acht het ook van levensgroot belang dat veel productie op de export gericht dient te zijn. Want je kan natuurlijk meer gaan importeren en eindproducten verhandelen, maar dat kan je niet als productie zien en ook niet als deviezen genererende inkomsten voor dit land. De goederen die geïmporteerd worden, zijn namelijk betaald met harde dollars of euro’s, die toch ergens vandaan moeten komen en zeker niet uit handelingen die alles te maken hebben met de grensoverschrijdende misdaad of door goudsmokkel. Als de VES praat over vermeerdering van de productie, dan nemen wij aan, dat ze het hoofdzakelijk heeft over grote en middelgrote bedrijven c.q. fabrieken die goederen fabriceren die voor export bestemd zijn, waarmede deviezen worden verdiend die niet alleen de producent ten goede komen, maar zeker ook de staat. We moeten door middel van de nodige investeringen en exporten in staat geraken, voldoende vreemde valuta te verdienen om zo het grote deviezengebrek, waar we al decennia onder gebukt gaan, op te heffen. En dat kan alleen als er op een bonafide wijze door hier gevestigde bedrijven wordt geëxporteerd en we meer dollars en euro’s gaan verdienen. Als we alleen onze blik werpen op landen in het verre oosten als Thailand en Zuid-Korea, dan moet het voor ons duidelijk zijn, dat deze staten vooruitgang hebben geboekt door op grote schaal te produceren en exporteren. We kunnen tot in het oneindige blijven babbelen over productieverhoging en export, maar als het slechts bij deliberaties en adviezen blijft, zullen we op de korte termijn zeker geen vooruitgang zien. De importeconomie zal dan in stand blijven en het deviezengebrek alleen maar toenemen met alle verdere nare gevolgen van dien. Waar de VES al decennialang op hamert, dient ernstig rekening mee gehouden te worden en elke regering zal moeten inzien dat alleen met verhoging van de productie en vooral die op export gericht, ons zal redden en dan maakt het niet uit, wat voor goederen we fabriceren en exporteren, als er maar voldoende mee verdiend wordt om ook de importen op maandbasis te kunnen dekken. Maar om dit te bewerkstelligen, moet het vertrouwen in de politiek en de financiële sector weer helemaal hersteld worden. Ook moet zowel de lokale als de externe investeerder ervan verzekerd zijn, dat zijn opbrengsten veilig zijn en de overheid via haar incentives, het investeren aantrekkelijk maakt. Ook de nationale veiligheid in stad en achterland moet gegarandeerd kunnen worden. De investeringswet moet vooral voor de buitenlander aantrekkelijk zijn en blijven. Voorts dient de overheid er alles aan te doen, dat we wederom over stabiele wisselkoersen beschikken en dat er geen rovers meer in de Centrale Bank komen te zitten. Ook dient er wederom een zeer gunstig macro-economisch klimaat te ontstaan, waardoor ook onze kredietwaardigheid gunstig in het buitenland wordt opgetekend en de buitenlandse investeerder ons niet langer gaat zien als een risicoland dat niet in staat is zijn grote buitenlandse schulden, op tijd af te lossen.

 

More
articles