Jongens, de cijfers kloppen niet!

Begrotingstekort en financieringstekort

‘De keizer aarzelt even, want hij ziet zijn eigen kleed niet, maar door de verrukte kreten van zijn kleermakers gaat hij er zelf ook in geloven, zeker als ook de eerste minister zegt dat het kleed hem prachtig staat! De keizer waant zich in peperdure kleren en hij wil natuurlijk niet dat mensen denken dat hij dom is. Hij vertoont zich dus aan zijn hovelingen en ook zij, bevreesd voor zijn woede-uitbarstingen, prijzen zijn nieuwe kleren de hemel in en loven zijn uitgekiende smaak.

Zodoende besluit de keizer zich te vertonen aan het hele volk. Fier flaneert hij in de optocht, geheel naakt, terwijl het volk omvalt van verbazing, angst en plaatsvervangende schaamte, totdat een kind in het publiek roept: “Hee, kijk, de keizer loopt in zijn blootje!” Iedereen houdt de adem in voor de toorn van de vorst, maar plots wordt zijn kreet beantwoord. “Hij heeft gelijk! Hij loopt in zijn blootje!” Spoedig roept iedereen dit, maar de keizer weet niet anders te doen dan trots door te lopen, zelfs al ziet ook hijzelf de kleren niet. De dienaren blijven zijn sleep dragen, die er niet is.’ (Bron: Wikipedia over ‘De nieuwe kleren van de keizer’, een sprookje van Hans Christian Andersen.)

President Chan Santokhi presenteerde tijdens een buitengewone vergadering van De Nationale Assemblee, vol trots de begroting voor 2022. Het tekort op de begroting zal volgens de president in 2022 verder worden teruggedrongen van 10,5 procent van het bruto binnenlands product naar 2,6 procent. Dat is volgens Santokhi, ook nog onder de wereldwijde norm van 3 procent.

De ontvangsten bedragen SRD 24,8 miljard, de uitgaven SRD 26,7 miljard, dus het begrotingstekort bedraagt SRD 1,9 miljard. Cijfers om trots op te zijn.

Kritische Surinamers betwisten de juistheid van deze cijfers. Onder de ontvangsten presenteert de regering een bedrag van SRD 5,7 miljard aan donormiddelen en leningen. Deze post bestaat voornamelijk uit verwachte ontvangsten van al toegezegde leningen. Verwachte ontvangsten uit toegezegde leningen horen niet thuis op de staatsbegroting en maken geen deel uit van de ontvangsten voor de bepaling van het begrotingstekort. De werkelijke ontvangsten zijn dus aanzienlijk lager en het begrotingstekort is aanmerkelijk hoger, namelijk ruim SRD 7 miljard, circa 10 procent van het bruto binnenlands product.

De president reageert geërgerd op de kritiek en denkt dat men jaloers is op deze regering. Armand Achaibersing, minister van Financiën en Planning, vindt dit een academische discussie waaraan hij liever niet begint. Dat kan ik mij wel voorstellen, want dit onderwerp is geen discussie waard, zeker geen academische.

Lidstaten van de Europese Unie hebben afgesproken, dat hun begrotingstekorten niet boven de 3 procent van het bruto binnenlands product uit mogen komen, maar dit is geen ‘wereldwijde norm’. De presentatie van de Surinaamse regering is onjuist en misleidend. Om dit te begrijpen, moeten we kort uitleggen hoe een overheidsbegroting eruitziet en wat een begrotingstekort en een financieringstekort zijn.

De ontvangsten van de Surinaamse overheid bestaan uit belastingen, invoerrechten, royalty’s uit goud en olie, accijnzen, dividenden van parastatale bedrijven, en sociale premies. De ontvangsten die de overheid verwacht uit toegezegde leningen horen hier niet bij. De uitgaven bestaan, door het excessieve leengedrag van de vorige regering en het kolossale ambtenarenapparaat, grotendeels uit rente, aflossing en kosten van leningen, personeels- en overige kosten van de ministeries, en een geringer bedrag aan subsidies en overige uitgaven.

Wat een begrotingstekort en een financieringstekort zijn, vraagt inderdaad geen academische discussie. Dat leren kinderen op de middelbare school. Een begrotingstekort of -overschot is het verschil tussen de ontvangsten en de uitgaven, inclusief betaalde rente en aflossingen van leningen. Wanneer de uitgaven groter zijn, is sprake van een tekort. Wanneer de ontvangsten groter zijn, is sprake van een overschot. Een financieringstekort of -overschot is het verschil tussen de ontvangsten en de uitgaven zoals hiervoor vermeld, maar exclusief (herleenbare) aflossingen van leningen. Wanneer zijn, is dus sprake van een tekort. Wanneer de ontvangsten groter zijn, is dus sprake van een overschot. In het begrotingstekort worden aflossingen van leningen dus gezien als deel van de overheidsuitgaven, in het financieringstekort niet.

Voor de inzichtelijkheid is hierna een voorbeeld weergegeven.

De president kan er trots op willen zijn dat het begrotingstekort wordt teruggebracht naar 2,6%, onder de ‘wereldwijde norm van 3%’, en geïrriteerd zeggen, dat de criticasters jaloers zijn, en de minister kan vinden dat hij liever niet aan deze kennelijk overbodige academische discussie begint, maar daarmee vragen zij het Surinaamse volk om de prachtige kleding te zien die er niet is. Zowel de president van de Republiek Suriname als de minister van Financiën en Planning, loopt in werkelijkheid in zijn blootje.

 

Hans Moison, 6 oktober 2021

More
articles