Komend schooljaar onderwijsvernieuwingen op GLO-niveau

Onderwijsminister Marie Levens heeft vandaag tijdens de begrotingsbehandeling aangekondigd, dat het ministerie bezig is met de overgang van docent gestuurd onderwijs naar een leerling gestuurd onderwijs op GLO-niveau. “Dat wil zeggen, aansluiten bij het vermogen van de leerling. Elk kind leert op een andere manier en heeft recht op de begeleiding die bij hem of haar past”, stelde de minister. De vernieuwingen zullen reeds in het komend schooljaar geïmplementeerd worden, maar niet overal in hetzelfde tempo. De onderwijsminister deelde mee, dat leerjaar 9 het komend schooljaar geïmplementeerd zal worden op de basisschool. “De leerlingen van het 8ste leerjaar, dat wil zeggen de huidige 6e klas, zullen vanaf nu doorstromen naar het 9e leerjaar en daarna naar het 10e leerjaar. Het 9e en 10e leerjaar moeten ervoor zorgen dat er een bredere en solide basis wordt gelegd bij alle leerlingen. Het zesde klas diploma is tegenwoordig niet voldoende”, legde de minister uit. Volgens Levens zullen de eerste klas lbo en de eerste klas mulo samenvloeien. “Leerjaar 9 is dus een samenvloeiing van de eerste klas lbo en eerste klas mulo. De kinderen hoeven geen zesde klas examen meer te doen, maar gaan over met een uitgebreid voortgangsrapport. Dat rapport vertelt precies hoe ver de kinderen zijn gekomen met de leerstof, waarin ze heel goed zijn en waar ze extra begeleiding nodig hebben. Wie serieus studeert, zal met mooie cijfers naar het 10e leerjaar overgaan. Wie grapt en niet studeert, schuift met een zwak voortgangsrapport door, maar dreigt bij het overgaan naar het 11e leerjaar van de hoofdweg af te glijden”, stelde de minister. Zij gaf aan dat de goede leerlingen doorgaan. ‘’Zij kunnen naar de beroeps- of de academische hoofdweg. Levens haalde aan dat als onderdeel van de vernieuwingen, het ministerie gestart is met SchoolTV. De programma’s zullen over het algemeen aansluiten bij de bestaande leerprogramma’s op school.

Volgens Levens zullen de kleine vernieuwingen ervoor zorgen dat het drop-out percentage drastisch afneemt en dat alle kinderen tot het 11e leerjaar op school blijven. “Het heeft geen zin ze af te schrijven als ze al twee keer zijn blijven zitten, want dan komen ze op straat dan hebben we alleen maar meer problemen. Het gaat ons land een half miljard besparen als we de vernieuwing doorvoeren, want elk kind dat blijft zitten, kost ons SRD 18.000 per jaar en dat is een verlies van half miljard per jaar”, haalde de minister aan.

Bij de overgang naar het nieuwe systeem gelden enkele basisuitgangspunten, zoals kleinere klassen, niet doubleren in het basisonderwijs, werken met een voortgangsrapport dat gedetailleerde informatie geeft over de leerling in plaats van een rapport met uitsluitend cijfers, ontwikkelen en stimuleren van vaardigheden en talenten, kennismaken met praktisch onderwijs voor alle kinderen en vakleerkrachten voor taal en rekenen vanaf de basisschool. Minister Levens legde uit dat de vakleerkrachten nodig zijn, omdat leerlingen vijftien jaar lang gemiddeld op een 5 staan voor rekenen en taal.

Verder zullen leerlingen leren in hun eigen tempo en zal er rekening gehouden worden met de context, omdat stad, district en binnenland van elkaar verschillen. Er zullen meerdere studiemogelijkheden aangeboden worden. “Mulo C begint het komend schooljaar, we zullen inspelen op de interesse van de leerlingen. Er zal ook gewerkt worden aan het professionaliseren van leerkrachten, onder andere in het gebruik van devices en langzame introductie van online onderwijs. Het beleid van het ministerie is dat de bovengenoemde basisuitgangspunten landelijk zullen gelden, maar niet overal in hetzelfde tempo”, stelde Levens.

Voor het binnenland zal vanwege de uitgestrektheid, een apart vernieuwingsplan worden ontwikkeld samen met het Bureau Onderwijs Binnenland in samenspraak met de relevante stakeholders. Volgens de minister zijn er op enkele plaatsen in het binnenland, ook veel te grote klassen. Ook daar zal er gegaan worden naar kleinere klassen. “Dan gaan we kijken hoe combinatieklassen te hebben. Ook daar zullen we geen zittenblijvers hebben, maar aansluiten bij de talenten van het kind. Sommige heel praktisch en aansluiten bij wat ze tot nu toe geleerd hebben binnen en buiten de school. Ook daar geldt leren op eigen tempo en binnen de context. We zullen kijken naar meerdere studiemogelijkheden afgestemd op het gebied waar men woont en inspelen op de interesse van de leerlingen”, zei Levens.  Het binnenland is volgens de minister een uitdaging, omdat het voor de tweede keer nauwelijks toegankelijk is. De eerste keer was in oktober toen het binnenland was afgesloten vanwege de covid-pandemie.

Dit keer heeft het binnenland te kampen met zeer ernstige wateroverlast en grote schade. De afdeling Bureau Onderwijs Binnenland is samen met overige afdelingen bezig een apart crisisplan te maken om de onderwijsachterstanden aan te pakken.

door Priscilla Kia

 

More
articles