Overmakingen CBvS aan Clairfield buitensporig hoog

Rechter Maytrie Kuldipsingh, heeft in het kader van de voorzetting van de strafzaak in het Tweede Kanton tot de vermeende malversaties betrekking hebbende op de aanschaf van overheidspanden door de Centrale Bank, de aankoop van de Range Rover ten behoeve van de ex- president van de moederbank en de overeenkomsten die zijn aangegaan met het Belgische adviesbureau Clairfield Benelux N.V., de ex-governor van de Centrale Bank, Robert van Trikt en ex-partner van het accountantsbureau Orion, Ashween Angnoe, afgelopen donderdag geconfronteerd met verschillende punten die betrekking hebben op strafbare feiten, waardoor het duo als verdachten wordt aangemerkt.

Van Trikt en Angnoe mochten na het betoog van de kantonrechter reageren op de conclusie van het onafhankelijk deskundig rapport Kroll. Het document is in opdracht van het Openbaar Ministerie (OM) samengesteld om aan te tonen als de gesloten contracten tussen de Centrale Bank van Suriname (CBvS) en Clairfield rechtmatig zijn, of de bedragen marktconform waren en of er geen financieel voordeel is gehaald uit deze overeenkomsten door de verdachten. Kroll heeft bij het analyseren van de projecten steeds geconcludeerd, dat de tussentijdse overmakingen en voorschotten buitensporig hoog zijn. Het rapport wijst ook uit, dat Clairfield niet over de nodige capaciteit beschikt om zulke opdrachten van de CBvS te kunnen accepteren. Ook zou Clairfield volgens Kroll, niet eerder zulke werkzaamheden hebben verricht.

Contracten Clairfield

Op de vragen van de rechter die verband hadden op de overeenkomsten van Clairfield, Orion en de Centrale Bank, werden beide verdachten geconfronteerd met de contracten en de manier hoe de voorschotten van ongeveer 50 procent waren betaald voor de projecten Lagarde en Prodigy. Of deze contracten wel marktconform waren, heeft de rechter voorafgaand van de zitting, de bevindingen van Kroll aan de verdachten voorgehouden, waarna zij in de gelegenheid werden gesteld om te reageren. Kroll heeft aangegeven, dat Clairfield nog nooit opdrachten van zo een grote omvang heeft uitgevoerd en verder hebben zij opgemerkt, dat Clairfield International zelf geen aanwezigheid heeft in Suriname noch het Caraibisch gebied en naar hun ervaring zou dat wel zo moeten zijn. Het kernteam van Clairfield zou volgens Kroll, niet voldoende aandacht kunnen hebben voor een kwalitatief goede afhandeling van de projecten. De rechter haalde verder aan, wat de bevinding was van Kroll ten aanzien van de facturering en het betalingsschema en of die gebruikelijk waren voor dit soort opdrachten. Kroll gaf aan dat gebaseerd op hun professionele ervaring, voorruitbetaling niet ongebruikelijk is in de adviesindustrie. Kroll gaf aan, dat het percentage van 50 procent voor de vooruitbetaling wel wordt gezien als hoog voor de Projecten Prodigy 1, 2 en 3. Ten aanzien van het project Lagarde 1 waarvoor ook 50 procent is vooruitbetaald, is dat niet ongebruikelijk geweest voor adviezen.

Rapport Kroll

Van Trikt en Angnoe hebben gedurende de afgelopen zittingen op verschillende manieren hun deskundigheid getoond door de vragen van de rechter te beantwoorden met vaktechnisch jargon en de aantijgingen van het rapport Kroll hebben zij weersproken waar nodig. Volgens de verdachten kon Kroll het rapport niet volledig opstellen, omdat zij niet beschikte over alle rapporten en overeenkomsten. Het rapport is volgens de verdachten onvolledig. Zij verdedigden hun standpunt door kenbaar te maken, dat Kroll zich slechts heeft gericht op de contracten, enkele tussentijdse en eindrapporten, maar zelf geen inzage heeft gehad in de totale en alle dossiers van de projecten. Kroll heeft geconcludeerd, dat de contracten normaal zijn en de daarmee gemoeide gelden (totaal 2,5 miljoen euro) gangbaar zijn.

 Fixed fee

De vergoedingen van de Clairfield opdrachten waren volgens Kroll niet proportioneel, maar dat zal wel liggen aan het feit dat die in januari 2020 zijn stopgezet door de ex-minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad. De projecten waren gebaseerd op een ‘fixed fee’ overeenkomst en als de projecten wel zoals afgesproken waren afgerond, zouden de gemaakte uren van Clairfield en Orion niet berekend worden zoals het staat uitgewerkt in het rapport van Kroll. Ashween Angnoe reageerde hierop door aan te geven, dat deze opdrachten waren gebonden aan een vaste vergoeding (fixed fee) en indien er meer kosten en uren zouden zijn gemaakt dan reeds was afgesproken of begroot, dan zouden beide partijen na afronding van het project nog hierover kunnen praten, maar in dit geval zijn de meeste opdrachten niet afgerond, dus er kan geen sprake zijn van meer uren of een uurtarief. Van Trikt en Angnoe hebben aan de rechter uitgelegd, dat de manier waarop zij zaken doen, in de praktijk totaal anders ligt. De verdachten maakten de vergelijking met hun eigen ervaringen in dit soort opdrachten als internationale accountants. Zij haalden aan hoe Kroll tot de conclusie is gekomen over de contracten en stelden, dat wat gerapporteerd is onvolledig is en totaal geen betrekking heeft op de rechtszaak die nu gaande is.

More
articles