Banken eisen ondertekening terugbetaalovereenkomst kasreserve

Indien de governor van de Centrale Bank van Suriname, Maurice Roemer de terugbetaalovereenkomst met betrekking tot de zogenaamd “gebruikte” valuta kasreserves en termijndeposito’s groot 197 miljoen dollar niet tekent vóór 2 april, zonder de twee volgens de Surinaamse Bankiersvereniging (SBV)  oneigenlijke eisen, zullen de handelsbanken tot hun spijt, genoodzaakt zijn, rechtsmaatregelen tegen de CBvS te treffen. De redactie van De West verneemt dat het hierbij specifiek gaat om de contracten voor de terugbetaling van de “gebruikte kasreserves en het contract over de “ringfencing” die tot op heden niet zijn ondertekend.

De banken zijn sinds januari bezig met deze kwestie en zijn van plan een kort geding tegen de CBvS aan te spannen indien de moederbank blijft weigeren te tekenen. De banken zijn al weken bezig om hun kasreservemiddelen veilig te stellen en willen nu de zekerheid, dat de gelden “geringfenced” zijn zonder andere risico’s.  Daarom zijn de contracten essentieel bij deze onderhandeling, want die garanderen ook de terugbetaling van het ontbrekend deel van de kasreserves en termijndeposito’s. De CBvS moet de lokale banken een bedrag van USD100, – miljoen aan kasreserve en USD 97, – miljoen aan termijndeposito’s terugbetalen.

Volgens de Surinaamse Bankiers Vereniging (SBV) moest er 426 miljoen USD aan kasreserve zijn, maar er bleek slechts 330 miljoen USD over te zijn. De CBvS probeert al vanaf het begin een “vrijwaringsclausule” te krijgen in het contract, dat de lokale banken al maanden getekend proberen te krijgen voor de “ringfencing” van de vreemde valuta kasreserve. Een vrijwaringsclausule zou in deze situatie een disclaimer zijn in de vorm van een korte tekst, waarin het directieteam, de Raad van Commissarissen en de minister van Financien, hun aansprakelijkheid in deze bepaalde risicohoudende aangelegenheid afwijst of beperkt.  Naar wij vernemen, heeft de vrijwaringsclausule een enorme waarde voor het directieteam van de Central Bank, want zolang zij de clausule niet terug zien in het contract willen zij niet tekenen, zodat de terugbetaalafspraken vastgelegd zijn voor de gebruikte gelden van de burgers.

De bankiers voelen zich momenteel gesterkt door het oordeel van de procureur-generaal, waarin hij heeft vastgesteld dat de zogenaamde vrijwaringsclausule in de terugbetalingsovereenkomst, ongeoorloofd is. De Procureur Generaal (PG), mr. Roy Baidjnath, zou schriftelijk hebben gereageerd op het verzoek van de SBV en heeft zijn mening gegeven met betrekking tot de uitsluitingsclausule die de Centrale Bank wenst van de Surinaamse Bankiers Vereniging. Hij merkt op, dat de handelingen van de verantwoordelijken bij de CBvS, die geresulteerd hebben in de verdwijning van de kasreserve, terecht gekwalificeerd kunnen worden als te zijn een wederrechtelijke onttrekking aan de handelsbanken. Volgens een verklaring van de handelsbanken zouden ze maandenlang zijn misleid en ook nog verkeerd zijn geïnformeerd, over het doel van de kasreserve die zij moesten opslaan bij de CBvS. De PG merkte verder op dat de SBV in haar brief van 16 maart aanvoerde, dat de genoemde verantwoordelijken van de CBvS de wederrechtelijke onttrekkingen toegeven en dat de laatstgenoemde met de handelsbanken een overeenstemming wenst te bereiken, over de terugbetaling. Dit alles is volgens de PG voldoende om te concluderen, dat iedere uitsluiting van aansprakelijkheid(Zowel civiel- en alsook strafrechtelijk)van de CBvS, niet op wet is gebaseerd en derhalve als onwetmatig, dient te worden beschouwd. Bovendien kan volgens de PG de CBvS geen dwang uitoefenen, om een dergelijke uitsluitingsclausule in de overeenkomst te doen opnemen cq te handhaven.  Mocht de CBvS persisteren in haar houding, zal dit als maatschappelijk onbetamelijk kunnen worden aangemerkt. De PG geeft verder aan, dat Indien de banken door de houding van de CBvS schade ondervinden, er zelfs een actie op grond van onrechtmatige daad kan volgen. Ter zake van het eerder genoemde is mr. Baidjnath Panday van mening dat er overwogen moet worden om een civielrechtelijke procedure op te starten bij de rechter.

More
articles