‘Raadsman Bouterse in de war’

De advocaat van Desiré Bouterse, Irwin Kanhai, heeft op 2 december verzet aangetekend. Op woensdag 22 januari wordt het verzet behandeld en moet Bouterse voor de Krijgsraad verschijnen. De advocaat gaf aan, dat Bouterse niet verplicht is voor de rechter te verschijnen en raadt zijn cliënt af om aanwezig te zijn. Abop-parlementariër Edward Belfort, kan zich hierin niet terugvinden, omdat er in de wet staat dat het verzet als vervallen wordt verklaard als Bouterse niet op komt dagen. “De raadsman van Bouterse is in de war”, aldus Belfort.
Volgens de parlementariër hoeft Bouterse niet te verschijnen, maar dan moet hij ook niet vergeten dat het verzet vervallen verklaard wordt. Belfort verwees naar artikel 366, lid 1: ‘Indien degene die in verzet is gekomen niet ten dienende dage in rechten verschijnt, wordt het verzet vervallen verklaard en het bij verstrek gewezen vonnis ten uitvoer gelegd of verder uitgevoerd. In lid 2: de rechter kan evenwel, bij niet-verschijning van de verdachte met of zonder tijdsbepaling de schorsing van het onderzoek gelasten teneinde de verdachte alsnog gelegenheid te geven om te verschijnen. Verschijnt de verdachte niet op de nadere terechtzitting, dan is, tenzij de schorsing wordt verlengd, het eerste lid van toepassing.’
Belfort: “De rechter kan een verdachte alsnog in de gelegenheid stellen om te verschijnen, maar de rechter is niet verplicht. Vooral als hij zonder reden niet komt opdagen.” Belfort gaf verder aan dat het vonnis onherroepelijk wordt en dat noch de Amnestiewet noch het constitutioneel hof, hierop invloed zal hebben.

More
articles