Nabestaanden willen bestraffing na veroordeling

Na een slepende rechtszaak, is op vrijdag 29 november een uitspraak gekomen in de strafzaak betreffende de 8 Decembermoorden. “Alhoewel wij als nabestaanden natuurlijk blij zijn dat de moordenaars in eerste instantie zijn veroordeeld, beseffen wij wel degelijk dat we er nog niet zijn. Wij horen de verborgen bedreigingen en wij weten dat we de eindstreep nog niet hebben bereikt. Of het nu verzet of hoger beroep wordt, amnestie of gratie, onze rechtvaardige strijd gaat door totdat in overeenstemming met wet en recht ook bestraffing heeft plaatsgevonden. Bestraffing is namelijk het sluitstuk van gerechtigheid”, zei Rani Sohansingh, gisteren namens de nabestaanden tijdens de herdenkingsdienst die door de Organisatie van Gerechtigheid en Vrede (OGV) in de St. Alfonsuskerk werd georganiseerd. Rani is de zus van Robby Sohansingh, een van de vijftien slachtoffers van de Decembermoorden. De herdenkingsdienst werd georganiseerd ter herdenking van de slachtoffers die op 8 december 1982 in het Fort Zeelandia zijn vermoord.
Sohansingh gaf aan dat hoewel misschien niet iedereen helemaal tevreden is met de uitspraken, na een strijd van 37 jaren, met dit vonnis een mijlpaal in de Surinaamse geschiedenis is bereikt. “Wij hebben mogen ervaren dat de rechtsstaat leeft, er heeft vervolging en berechting plaatsgehad’, sprak Sohansingh. Zij zei zich ervan bewust te zijn dat de nabestaanden hun broeders niet terug kunnen krijgen, maar gaf aan dat het primaire doel van berechting waarheidsvinding is.
‘’Dit laatste heeft het vonnis ook duidelijk aan het licht gebracht’’, aldus Sohansingh. Zij somde de waarheden die naar boven zijn gekomen, vervolgens op:
1. Dat het plan om de slachtoffers te vermoorden door de moordenaars van tevoren en in kalm beraad is voorbereid;
2. dat veertien van de slachtoffers in het holst van de nacht uit hun huizen en twee uit de gevangenis zijn gehaald en naar het Fort Zeelandia zijn gebracht met toepassing van zware bedreigingen en wapengeweld; slechts één slachtoffer, de heer Fred Derby, heeft het overleefd;
3. dat de slachtoffers weerloos en ongewapend waren;
4. dat onze broeders niet met een couppoging bezig waren;
5. dat zij niet op de vlucht zijn doodgeschoten;
6. dat zij mishandeld en gemarteld zijn, waarna vuurpelotons splinternieuwe wapens op hen leeggeschoten hebben. In een van de opgegraven lijkkisten, werden meer dan twintig kogels aangetroffen;
7. dat verbrijzeling van het hersenweefsel of doodbloeding steeds de doodsoorzaak was;
8. dat het door de hoofdverdachte opgegeven alibi vals was: hij was gedurende de hele periode van de executies in het Fort aanwezig;
9. en dat de hoofdverdachte de leiding had bij de uitvoering van de moorden (wettig en overtuigend bewezen).
Het vonnis heeft volgens haar de leugens van de moordenaars volledig ontkracht. “Dit vonnis betekent dan ook met name eerherstel voor onze geliefden die door de moordenaars en hun trawanten 37 jaren zijn gecriminaliseerd alsof zij bezig waren met een CIA-coup en staatsvijanden/landverraders waren. Dit vonnis betekent dat Desiré Delano Bouterse, de geschiedenis is ingegaan als te zijn de moordenaar van deze vijftien voorvechters voor democratie en rechtsstaat”, aldus Sohansingh.
Zij gaf aan dat sinds het proces is gestart, de nabestaanden vele tegenslagen hebben gekend, maar dat zij steeds werden ondersteund door de OGV, de Stichting 8 december 1982, advocaten, pater/bisschop Karel Choennie en de geestelijken. Zij noemde onder andere de benoeming van Desiré Bouterse, de hoofdverdachte tot president, de aanname van de Amnestiewet in 2012, het misbruik van artikel 148 van de grondwet, welke tot gevolg had een enorme vertraging van het strafproces voor meer dan vijf jaar en het opzeggen van het vertrouwen in de procureur-generaal door de regering en de aanzegging zijn ontslag in te dienen.

-door Priscilla Kia-

More
articles