Oppositie geeft zichzelf brevet van onvermogen

De onduidelijke gang van zaken rond het recente ontslag van drs. R. Gersie, President van de CBvS, heeft binnen onze samenleving veel stof doen opwaaien. Naar aanleiding van de vele onbetamelijkheden daaromheen, vroeg de oppositie een spoedvergadering aan van De Nationale Assemblee (DNA) om door de regering, in casu de minister van Financiën, te worden geïnformeerd over de ware redenen die aanleiding hebben gegeven tot het ontslag van voornoemde hoge monetaire functionaris.

Wat ging er precies mis?

De beraadslaging in DNA heeft inmiddels plaatsgevonden. Tot grote verbazing van het kiezersvolk blijkt achteraf, dat de oppositie van plan was een motie van wantrouwen in te dienen. Dit voornemen strandde op jammerlijke wijze en leidde tot grote consternatie binnen de gezamenijke oppostie. DNA-voorzitter, mevr. drs. Jennifer Simons, legde op basis van haar parlementaire ervaring en steunend op het Reglement van Orde, uit wat er precies is misgegaan. Ze gaf de indieners van de motie aan dat het momentum voor de indiening door de oppositie verkeerd was gekozen, omdat ze de beraadslaging reeds had afgesloten. Het vigerend Reglement van Orde is wat dat betreft duidelijk. Voorheen zijn er ook talrijke moties door de oppositieleden ingediend tegen het regeringsbeleid. Ze werden correct ingediend en in behandeling genomen, al werden ze uiteindelijk bij de stemming verworpen. Procedureel ging het in die gevallen blijkbaar dus wel goed.

Artikel 39

In het Reglement van Orde van DNA, is in artikel 39 het volgende bepaald:

Een lid dat het woord voert, kan daarbij moties over het in behandeling zijnde onderwerp indienen. Zulk een motie moet op schrift gebracht en door de voorsteller ondertekend zijn; zij kan alleen in behandeling komen, indien zij door ten minste vier andere leden mede ondertekend of ondersteund wordt. De behandeling van moties vindt plaats tegelijk met de beraadslaging over het in behandeling zijnde onderwerp, tenzij De Nationale Assemblee besluit haar later te doen geschieden. De Voorzitter kan aan de indieners van een motie, vóór deze in stemming wordt gebracht, eventueel nog ten hoogste vijf minuten toestaan om van hun standpunt te doen blijken. Een motie tot schorsing der beraadslaging moet door ten minste vier in de vergaderzaal aanwezige leden worden ondersteund.

De vertrouwensregel

De vertrouwensregel is een ongeschreven regel in het staatsrecht van vele landen met een volwassen democratie in werking. Die regel houdt simpelweg in dat een minister of de regering als geheel zou moeten aftreden als ze niet langer het vertrouwen geniet van de volksvertegenwoordiging. Indachtig deze ongeschreven regel, is het volkomen begrijpelijk waarom de oppositie met de indiening van een motie het vertrouwen in de minister van Financiën wilde opzeggen. Het is dan ook onbegrijpelijk en geenszins te bevatten, waarom geen enkele fractieleider van de oppositionele politieke partijen in DNA, op het heldere idee is gekomen om vóór de afsluiting van de beraadslaging tot daadwerkelijke indiening van de motie over te gaan. Er is vanuit de gelederen van de oppositie niet eens om een schorsing gevraagd voordat de DNA-voorzitter daadwerkelijk overging tot beëindiging van de beraadslaging. De motie die men achter de hand had, stierf als gevolg daarvan een zachte dood.

Brevet van onvermogen?

Met haar optreden heeft de gezamenlijke oppostie gefaald en zichzelf in feite een brevet van onvermogen gegeven. Dit geeft wel te denken! Te meer daar de oppositie zelf de onderhavige DNA-vergadering had aangevraagd.  Mee willen bepalen vereist dat je tenminste de spelregels moet kennen. Ken je die niet of onvoldoende, dan moet je niet verwachten dat je in het team zal worden opgesteld. Het team loopt anders risico de wedstrijd op pijnlijke wijze te verliezen door een eigen doelpunt. Een echte coach loopt niet weg van het speelveld als de wedstrijd nog gaande is. Dat een fractieleider van een door en door ervaren politieke partij zich buiten de vergaderzaal bevond om een interview aan de pers af te staan, terwijl de motie die men had voorbereid nog niet was ingediend, is waarlijk een onvergeeflijke politieke blunder! De kiezers krijgen het bij de komende verkiezingen dan ook zeer moeilijk om een keuze te maken. Ze zullen als het ware moeten kiezen tussen een chauffeur die met een haperende motor de eindbestemming alsnog tracht te halen of één die het stuurwiel en dus de besturing van het voertuig wil overnemen, denkende dat hij het voertuig beter zou kunnen besturen, maar het gaspedaal niet van het rempedaal kan onderscheiden. Een oppositie die niet eens in staat is op het juiste moment een eenvoudige motie (van wantrouwen) in te dienen, geeft de kiezers wel te denken! Voor de zoveelste maal moet worden geconcludeerd, dat ons land een overschot heeft aan politici, maar een ernstig tekort aan staatslieden, aan wie de samenleving zich kan optrekken. God zij met Suriname!

George Bijnoe

gbijno@hotmail.com  

More
articles