BuZa-minister licht afschaffing visum Rusland-Suriname toe

Minister Yldiz Pollack-Beighle van Buitenlandse Zaken (BuZa) heeft gisteren een nadere toelichting gegeven over de ontwerpwet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen de Regering van de Republiek Suriname en de Regering van de Russische Federatie inzake Vrijstelling van de Visumplicht voor Wederzijdse Bezoeken van hun Onderdanen. Deze wet zal bijdragen aan het versoepelen van het personenverkeer met als doel onder andere het toerisme te bevorderen.
Chan Santokhi (VHP) wilde weten waarom er voor Rusland is gekozen. Hij wilde concrete voordelen over de band met Rusland en waarom andere landen niet zijn gekozen. Volgens hem is dit land zo ver van huis en de bevolking verschilt veel in cultuur, traditie en taal. Ook is er geen enkele historische binding. Santokhi vindt het niet raadzaam van de regering. Zelfs bij landen waarmee meer overeenstemming is, is de regering niet zover gegaan dat zij de visumplicht heeft afgeschaft. “Alle andere vreemdelingen moeten als ze hier komen werken, een speciaal visum hebben.
Het zou prachtig zijn als de mensen na negentig dagen teruggaan naar hun land en ze vragen net als alle andere een speciaal visum aan voor werk, een werkvergunning. Wat is de overweging dat voor deze groep dit niet is opgenomen”, vroeg Santokhi. De bewindsvrouw had hierop geen antwoord, omdat dit niet in de wet is aangegeven. De minister gaf aan, dat wij ons op de Guyana Schild bevinden en dat Rusland een gigantische partner is. “Dit zou alleen voor ons een beweging moeten zijn om onze relatie verder aan te sterken en ons niet te beperken tot diplomatieke en dienstpaspoorten in de benadering”, aldus de bewindsvrouw. Volgens de minister is Suriname het enige land in Zuid-Amerika, dat geen bilaterale overeenkomst heeft met Rusland over de vrijstelling van visa. “De afschaffing van de visumplicht met Rusland is sterk toe te juichen, aangezien dit niet alleen sociaaleconomische voordelen met zich zal meebrengen, maar zeker ook voor onderwijs, handel en sport directe mogelijkheden met zich meebrengt als we kijken naar wat het voor de burgers betekent.”
Marlon Budike was blij dat de minister het onderdeel ‘roots’ in haar betoog had meegenomen. Echter mistte hij dat deel, waarbij ook de versoepeling voor de moslim gemeenschap om haar geloofsplicht te vervullen. Budike zegt dat er duizenden moslims zijn die jaarlijks verlangen om hun plicht te voldoen voor eventuele mogelijkheden voor de versoepeling van visum naar Saoedi-Arabië, Mekka en Medina. Hij is hiervan op de hoogte, omdat hij dit geloof zelf beleid. Hij zei dat het heel ‘’mens-ontberend’’ kan zijn wanneer deze groep bij de grens staat, omdat zij afhankelijk is van andere landen om aan hun visa te komen. Pollack-Beighle zegt hierop dat het beleid erop is gericht om zoveel mogelijk landen een pakket van overeenkomsten aan te bieden en dat de landen die door Budike zijn genoemd, mogelijk in de toekomst ook aan de orde komen. Verder ging de minister in op de vraag van Krishna Mathoera (VHP) over het veiligheidsaspect. ‘’Hoe denkt de minister de veiligheid van de burger te garanderen”, vroeg Mathoera. Ze zegt dat ons land een zwak controle-instituut heeft. Voor vreemdelingen geldt een verblijfsvergunning van drie maanden. In de praktijk merkt zij op dat mensen zich niet aanmelden en dat meestal de mensen met verkeerde bedoelingen ons land binnenkomen. Voor wat de veiligheid betreft, verwees de bewindsvrouw naar artikel 5, 6 en 9 van deze wet, waarin de veiligheid op alle gebieden is geregeld.

 

door Kimberley Fräser

More
articles