Trinidad boycot Surinaamse doksen

Het lijkt er veel op de autoriteiten op Trinidad & Tobago (T&T) aan de lopende band nieuwe zaken naar voren halen als reden om de import van eenden van De Doksen-club uit Suriname naar het eiland onmogelijk te maken. Zowel de op het Engelssprekende eiland gevestigde Rainbow Imports als de importeur van de Surinaamse doksen, De Doksenclub, zitten met de handen in het haar. Doksenclub-baas Gerard van den Bergh bevestigt tegenover De West dat het voor zijn bedrijf in de praktijk veel moeilijker is om op de Trinidadiaanse markt te komen dan het aanvankelijk leek.

Eind vorig jaar scheen alles koek en ei nadat lange gesprekken en omslachtige procedures uiteindelijk hadden geresulteerd in een ‘deal’ tussen de twee bedrijven.

De Doksenclub zou vanaf november 2015 exclusief haar producten leveren aan een Caribisch conglomeraat met tientallen bedrijven, dat haar supermarkten op T&T, Barbados, Saint Lucia en Jamaica van Surinaams doksenvlees zou voorzien. Van den Bergh was in de wolken en sprak van een ‘superdeal’.

De pret was echter van korte duur. Terwijl het Surinaamse bedrijf dacht dat alles in orde was en een container met tonnen vlees gereed stond voor verscheping, kwam de boodschap uit T&T dat de lading het land niet mocht binnenkomen. Sindsdien is Van den Bergh terug bij af en probeert hij alle officiële kanalen te bewandelen opdat de export met garantie op continuïteit alsnog van de grond kan komen.

Op de boerderij zijn er verhoogde vloeren in de kooien, die het mogelijk maken dat de eenden schoon lopen op een droge ondergrond, terwijl hun uitwerpselen terecht komen op de echte vloer eronder. Deze verbeteringen bij de kwekerij waren bedoeld om te voldoen aan de eisen van de T&T-autoriteiten. De ruimte rondom de kooien is dankzij een speciaal afwateringssysteem altijd droog, ook in de regentijd. Twee keer per dag wordt het waterverbruik van de eenden geïnspecteerd, een daling van de consumptie zou gezondheidsproblemen kunnen inhouden. Ook dat was, net als andere speciale constructies en inrichtingen bij de kwekerij en zelfs het plaatsen van een voltijdse bewaker, op verzoek van de autoriteiten op het eiland. “Elke keer komen ze met iets anders,” zegt Van den Bergh,” wie een hond wil slaan, vindt wellicht een stok.” Maar hij geeft niet op.

De Doksenclub heeft ondertussen de hulp ingeroepen van de Nederlandse ambassade op T&T. Misschien zou bemiddeling op dat niveau kunnen helpen, aangezien De Doksenclub een dochteronderneming is van een Nederlands bedrijf, De Vliegende Eend B.V.. Gezien het feit dat de Doksenclub vanuit Suriname opereert, heeft Van den Bergh het probleem ook voorgelegd aan het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) in Suriname. Beide zouden al pogingen hebben ondernomen en hij gelooft dan ook dat het goed komt, hoewel de situatie al enige tijd duurt.

Het bedrijf laat weten dat tot nu toe is voldaan aan elke voorwaarde die door het ministerie van Landbouw op T&T is gesteld. Waarom de export toch niet mag plaatsvinden, weet volgens Van den Bergh Joost alleen. Het bevreemdt hem daarom niet dat de Surinaamse autoriteiten zeker tot twee keer toe kipproducten uit het eiland hebben geweerd. Hij denkt dat Suriname daarmee het resiprositeitsbeginsel heeft toegepast.

De Doksenclub beschikt als enige gecertificeerde eendenboerderij in het Caribisch gebied over een ISO 22000 certificaat, het geen de garantie geeft op een voedselveiligheidsmanagementsysteem, dat voor elke organisatie in de voedselketen kan worden toegepast. Ondanks dit alles, houden de T&T autoriteiten de deuren voorlopig nog dicht voor Surinaamse doks.

De Doksenclub op Lelydorp blijft ondertussen volop in bedrijf. Behalve het voorzien van de Surinaamse markt, worden er op regelmatige basis eendaagse kuikens geëxporteerd naar buurland Guyana, en wel zonder problemen.

Van den Bergh hoopt dat alles voor T&T voor elkaar komt. Tegen de achtergrond van de moeilijke tijden die Suriname doormaakt op financieel-economisch gebied, denkt hij dat de autoriteiten ietwat meer aandacht zouden moeten geven aan deze kwestie. “LVV kan iets meer doen, Suriname heeft behoefte aan export, we moeten als land verdienen, we hebben die valuta hard nodig.” Mocht de deal weer op rails komen, dan rekent De Doksen-club op een exportfrequentie van twee à drie containers op maandbasis naar T&T.

More
articles