CORRUPTIE OPPERMACHTIG

Deze week waren wij enigszins verrast over de mededeling dat minister Burleson voorlopig geen winkelvergunningen voor met name supermarkten meer zal verstrekken. De minister heeft goede bedoelingen en het valt zeker toe te juichen dat ze deze stap heeft genomen. Het is al tijden een doorn in het oog van velen, dat hele drukke verkeersaders aan weerskanten worden dichtgebouwd met kolossale supermarktbedrijven met meer dan één verdieping en dan wel op een steenworp afstand van elkaar. In Paramaribo-Noord is dat duidelijk zichtbaar en de wildgroei van supermarkten heeft daarbij zeer verontrustende vormen aangenomen. Hoe dat allemaal zo gemakkelijk tot stand heeft kunnen komen, is voor bepaalde mensen een vraag, maar voor Keerpunt zeker een weet. Een stroom nieuwe immigranten met als oorsprong het verre oosten met toegang tot groot kapitaal in vreemde valuta, wist binnen de korste keren hele wijken over te nemen. Dat is mogelijk geweest en misschien tot op dit moment ook nog te realiseren door op grote schaal tyuku’s te betalen aan ambtenaren op hooggeplaatste posities en woningen en percelen te kopen van Surinamers die verblind raakten door de grote bedragen in euro’s en dollars. Het is een hele tijd goed gegaan, totdat de klachten binnenkwamen van detailhandelaren die het maar niets vonden en nog steeds vinden dat op nog geen vijftig meter van hun supermarkt er weer eens een nieuwe vergunning was uitgegeven aan een nieuwkomer uit het verre oosten. De concurrentie is thans moordend onder deze exploitanten binnen de detailhandel en het is dan ook zeer noodzakelijk dat er ordening komt. De minister heeft goede bedoelingen en ze zal zeker succes hebben als ze haar werk goed blijft doen. Haar succes kan echter wel ondermijnd worden als ze van hogerhand wordt teruggefloten, omdat haar superieuren maar al te vaak beslissingen nemen na door een bepaalde ambassadeur te zijn gewezen op de consequenties van het frustreren van de wensen en eisen van bepaalde immigranten. Het is voor velen duidelijk dat de regering Bouterse I en nu ook II, er alles aan doet om bij een bepaald land in een goed blaadje te blijven staan. Als ze ertoe overgaat bepaalde toezeggingen niet te realiseren, dan kunnen de bilaterale verhoudingen aanmerkelijk bekoelen. Zolang ons land geen vuist kan maken tegen bepaalde landen die zich oppermachtig wanen en ons denken te kunnen chanteren, zullen we om de stroom van zogenaamde hulp niet te verliezen , moeten buigen voor bepaalde wensen en eisen. Burleson heeft goede bedoelingen en het is geheel terecht dat ze voorlopig een stop heeft gezet op de lukrake verstrekkingen van vergunningen voor supermarkten op plaatsen waar dat absoluut niet langer kan. Ze moet echter weten dat er onder haar en om haar heen mensen zijn die gewend zijn aan het onder de tafel aannemen van steekpenningen en het absoluut niet kunnen verkroppen dat ze thans tot de hoogst noodzakelijke ordening wenst over te gaan. Het gaat bij supermarkten zeker niet om productiebedrijven, maar gewoon om handel in goederen. Suriname als natie schiet daar niets mee op, omdat de opgestreken winsten toch worden omgezet in vreemde valuta en ons land met de grootste snelheid weer verlaten richting allerhande bestemmingen, maar in het bijzonder het land van afkomst. Suriname moet ervoor waken dat we nog meer worden uitgezogen door mensen die niet hier zijn om met name de exportproductie te bevorderen. Als we steeds maar blijven hameren op het bevorderen van productie, gericht op de export, dan moeten we ook beleid formuleren en uitvoeren dat daarop gericht is. Meer kleine en grote handelaren die alleen maar geïnteresseerd zijn in de import van goederen en de distributie daarvan op de lokale markt, hebben we zeker niet meer nodig. Kost ons allemaal zeer kostbare deviezen en we schieten er niets mee op . Zorgt op den duur alleen maar voor de verdere verarming van dit land. We hopen daarom dat Burleson de ondersteuning van het volledige kabinet heeft en ook zal behouden. Thans zullen we zien of Burleson bestand is tegen pressie van boven af en of de nog steeds welig tierende corruptie waar maar niets aan wordt gedaan.

More
articles