HEBBEN KLAGERS ALTIJD NOOD?

Die vraag kan gesteld worden als we kijken naar de vrijwel jaarlijkse klaagzang van de rijstboeren uit voornamelijk het westen des lands. De afgelopen week lazen wij een bericht in een lokaal dagblad dat men de wens heeft geuit de prijs voor rijst met maar liefst 100 procent te verhogen. Een dergelijke prijs zou noodzakelijk zijn om de rijstproductie te kunnen handhaven en weer winstgevend te kunnen werken. Vanuit de rijstsector is het al jaren een aanhoudende klaagzang. Geen enkele regering heeft kunnen bewerkstelligen dat men vanuit het westen naar tevredenheid heeft geproduceerd en dat de boeren daar ook blij waren met hun opbrengsten. Het is altijd maar klagen geblazen. De vraag die rijst, is waarom men blijft planten en oogsten als men in deze sector geen goede omzet en daaruit voortvloeiende winst heeft. In de rijstsector is het altijd al een samenspel geweest tussen producenten en opkopers. Als daar een voor beide partijen bevredigende samenwerking is, loopt alles naar wens. Niet altijd is de opkoper bereid een goede prijs te betalen en dan ontstaat er frictie, omdat de producent tegen vaste kosten aankijkt en geen verlies wenst te lijden. Waar de rijstsector met al haar producenten wel degelijk rekening mee dient te houden, is dat rijst volksvoedsel nummer één is en dat de prijs wel betaalbaar moet blijven voor de `kleine man.’ Het mag nimmer zo zijn dat men uit zuiver winstbejag overgaat tot drastische prijsverhoging en het product voor velen onbetaalbaar wordt. Want dan hebben we wel de poppen aan het dansen. De overheid heeft via haar ministerie van LVV wel voortdurend de taak de situatie binnen de rijstsector te monitoren en het volk te beschermen tegen onverantwoordelijke prijsverhoging. Zolang ze de zaak in toom kan houden en de rijstsector draait, is er geen vuiltje aan de lucht. Men moet wel open blijven staan voor dialoog om voor alle problemen de rijstsector regarderende, een oplossing te zoeken en te vinden.

More
articles