Monetaire reserves weer tientallen miljoenen onder kritiek punt

De monetaire reserves van Suriname, die dit jaar in een extra diepe vrije val waren beland, en in april bijna weer in de veilige zone waren terechtgekomen, zijn in mei weer met tientallen miljoenen gekelderd. In april bedroegen deze reserves US$ 596 miljoen, hetgeen net onder het kritieke punt van US$ 600 miljoen was. Uit de vandaag geactualiseerde data op de website van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) komt evenwel naar voren dat de monetaire reserves per medio mei zijn gedaald op US$ 514,5 miljoen. Er heeft met name een enorme inkrimping plaatsgevonden in de deviezen reserves, te weten van US$ 421 miljoen in april naar US$ 342 miljoen in mei. De ruim US$ 515 miljoen aan huidige monetaire reserves is, blijkens CBvS-data opgebouwd uit: US$ 342 miljoen Foreign currency reserves, US$ 9 miljoen IMF reserve position, US$ 113 miljoen aan SRD’s, en US$ 51 miljoen Gold (including gold deposits and, if appropriate, gold swapped). Uit informatie die overigens aan onze redactie is doorgespeeld, komt tevens naar voren dat het nog zorgwekkender is gesteld met de monetaire spaarpot. Eerder gaf de econoom Stanley Raghoebarsing aan, dat de monetaire reserves van Suriname op manipulatieve wijze zijn aangevuld met gelden van een staatslening bij niet-ingezetenen. Naar zeggen van Raghoebarsing, was er sprake van misleiding en ‘window dressing’, en zijn er op weekbasis interventies gepleegd in de orde van US$ 30 miljoen. In maart daalden de internationale reserves voor de 23e opeenvolgende maand, nota bene een neergang van 37,6% ten opzichte van een jaar eerder, en bewerkstelligde deze recorddaling dat onze importdekking naar schatting slechts 2,5 maanden bedroeg.
In april ging het om een importdekking van 2,95 maanden. Het is internationaal gangbaar om voldoende monetaire reserves te hebben om drie maanden importen te kunnen dekken. Deskundigen hebben eerder de moederbank met betrekking tot de gewenste omvang van deze monetaire spaarpot, zelfs geadviseerd de norm van voormalig CBvS-governor André Telting, inhoudende een importdekking van zes maanden, in plaats van drie maanden, te hanteren. Met name politici uit oppositionele kringen toonden hierover hun bezorgdheid, vooral ook omdat de CBvS-governor Gilmore Hoefdraad, eerder zelf had aangeven, dat als de internationale reserves van Suriname onder de US$ 600 miljoen zouden duiken, er bij de moederbank reden zou zijn tot ernstige bezorgdheid.monetreservApr2015

More
articles