Vergelijk tussen houtsector en overheid

Vertegenwoordigers van de houtsector en de Kamer van Koophandel en Fabrieken (KKF), zijn tot een vergelijk gekomen met de regering voor wat betreft het jaarlijks te vorderen concessierecht per hectare in houtconcessie uitgegeven domeingrond. Dit  kwam gisteravond in de KKF-beurshal naar voren tijdens een informatiebijeenkomst inzake de resultaten van de gesprekken tussen de overheid en de houtsector. De organisatoren waren de KKF, het Platform Houtsector Suriname en de Associatie Surinaamse Hout Unie, namens deze organisaties voerden respectievelijk Henk Naarendorp, Siegfried Markiet en Andre Soeltaan-singh het woord.   In de overeenkomst is vervat dat de verhoging met 40.000% van de concessierechten naar SRD 20 per hectare, welke eerder SRD 0,05 bedroegen, niet doorgaat. Per  1 januari 2015 zijn deze concessierechten vastgesteld op SRD 5, terwijl het oude luttele tarief gehandhaafd blijft voor wat betreft financiële afrekeningen over 2014. Voorts hoeven de concessiehouders het jaarlijkse bedrag niet in één keer te betalen, maar mogen ze dat over vier kwartalen uitspreiden. Gezien het feit dat het nieuwe SRD 5 tarief per hectare nog fors werd geacht, heeft de regering water bij de wijn gedaan met betrekking tot het retributierecht, het vastgesteld tarief voor de retributie op hout, houtproducten en bosbijproducten verkregen op domeingrond voor Klasse A en Klasse B houtsoorten.  Dit retributierecht was eerder gesteld op US$ 6 per kubieke meter en wordt verlaagd naar US$ 3,95 per kubieke meter. Deze tariefsaanpassing gaat in per 1 maart 2015. Tijdens de informatiebijeenkomst werd benadrukt dat  concessiehouders die daadwerkelijk hun concessie aanwenden voor de productie van hout, worden geaccommodeerd. De overeenkomst tussen de overheid en de houtsector, is overigens na moeizame en intensieve onderhandelingen tot stand gekomen, waarbij vier sessies zijn geweest, die niet zelden tot diep in de ochtend duurden. Namens de regering voerden minister Steven Relyveld van Ruimtelijke Ordening, Grond- en Bosbeheer en vice president Robert Ameerali, de gesprekken.

More
articles