Overheid moet komende twee jaar bestedingen beperken

De overheid moet in de komende twee jaar de pas op de plaats maken en beperkingen opleggen voor wat betreft haar bestedingen, loonrondes en kredietverlening. Dit advies geeft prof. Anthony Caram de regering mee voor 2015 tijdens een exclusief interview met De West. De bijzonder hoogleraar aan het Institute for Graduate Studies and Research, wijst erop dat 2013 en 2014 economisch gezien minder gunstige jaren zijn geweest ten opzichte van de boom in de jaren daarvoor, en dat het verwachtbaar  is dat de neerwaartse risico’s tenminste tot en met 2016 zullen blijven domineren. De komende twee jaar zullen relatief moeilijk zijn voor de Surinaamse economie, omdat met name de wereldmarktprijs van goud en olie nog een stuk lager zullen blijven uitvallen. Caram verwacht niet dat Suriname tot eind 2016 een noemenswaardige groeiversnelling zal kunnen realiseren, omdat pas nadien de grootschalige projecten voldoende operationeel zullen zijn en meer vruchten zullen afwerpen. Hij voorspelt dat het nog even zal duren voordat de nieuwe raffinaderij van Staatsolie significante inkomsten voor de Staat zal genereren, terwijl  sowieso de staatskas pas ultimo 2016 met inkomsten van Newmont zal worden gespekt. Pas na twee jaar zal onze economie door de bedrijvigheid weer aantrekken en de overheid meer financiële ruimte hebben om bepaalde projecten uit te voeren.  De econoom hield onze redactie voorts een aantal risico’s voor waarmee de Surinaamse economie momenteel wordt geconfronteerd. Het gaat om onder meer de monetaire reserves, de staatsschuld, het financieringstekort en het feit dat banken verplicht zijn tegenover opgenomen deposito’s, luidende in Surinaamse en vreemde valuta, uitzonderlijk hoge kasreserves van 40%, dan wel 50%, dienen aan te houden. De internationale reserves zijn sinds het bereiken van een hoogtepunt van boven de US$ 1 miljard geslonken tot US$ 604 miljoen en belopen nu nog slechts ongeveer 3 maanden invoer van goederen en diensten. Verder is de monetaire kasreserve al zodanig hoog dat zij de rente opdrijft, wat vooral de financiering van kredieten van ondernemingen in de primaire sectoren ontmoedigt. Deze verplichting verzwakt de internationale concurrentiepositie van banken. Tenslotte acht Caram de totale overheidsschuld, die rond 30% van het bruto binnenlands product (bbp) bedraagt, al vrij fors en plaatst kanttekeningen bij het financieringstekort, dat in 2013 verdrievoudigd is tot een structureel onhoudbaar niveau van 6% van het bbp.

More
articles