Werknemers van het ministerie van Openbare Werken (OW) hebben vandaag om 12:30 uur de instructie van bondsvoorzitter Michael Sallons gekregen om hun werkplek te verlaten en naar huis te gaan. Indien nodig zullen ze voor maandag weer opgeroepen worden. De Bond Personeel Sluizen en Gemalen (BPSG) en de Bond Werknemers Organisatie Openbare Werken (WOOW) hebben vanmiddag vanaf het Randjiet Boys Sportcomplex in een protestmars gelopen naar het ministerie van OW.
Kort daarna werd er een petitie aangeboden aan OW-minister Rabin Parmessar. In de petitie die door ruim 300 medewerkers is getekend, is onder andere opgenomen dat de WOOW en de BPSG geconstateerd hebben dat het ministerie zonder de regels van het personeelswet in acht te nemen bij willekeur tuchtstraffen oplegt aan personeelsleden werkzaam bij het ministerie van OW. In de petitie is tevens opgenomen dat het ministerie buiten de geldige goedgekeurde organisatiestructuur handelt die bovendien door het ministerie zelf is voorgesteld. Ook is door de WOOW en BPSG opgemerkt dat de minister zich te vaak persoonlijk inlaat met aangelegenheden die feitelijk eerst door het afdelingshoofd, de onderdirecteur of de directeur behandeld moeten worden en dat de minister de functie van hoogste beroepsinstantie zou moeten aannemen. In de petitie is opgenomen dat de bond graag heeft dat de minister zich voortaan niet inlaat met zaken die de afdeling HRM en de afdelingshoofden raken.
De leden vragen ook om binnen drie dagen een commissie tuchtstrafmaatregelen te installeren waarin zitting zullen nemen de afdeling Juridische Zaken, HRM, Personeelszorg en van elke bond twee vertegenwoordigers. De bonden hebben reeds op 23 mei en 13 november een schrijven gestuurd, maar daaraan is geen gevolg gegeven.
Minister Parmessar die de petitie persoonlijk in ontvangst heeft genomen, wilde niet ingaan op de petitie. “ Ik zal het nu niet doen. We zullen deze zaken bestuderen en op korte termijn het bestuur uitnodigen om inhoudelijk van gedachten te wisselen. De zaken zijn hier vanuit een bepaalde invalshoek aangekaart en ik kan er nog niet op ingaan.” Het zou volgens de bewindsman prettiger zijn om misschien tijdens een algemene ledenvergadering uitgebreid over een aantal van deze zaken te praten. De minister kijkt uit naar een uitnodiging en vindt het jammer dat deze actie gehouden is, daar er nu gesproken wordt over een ministerie dat een voorbeeld voor de samenleving zou moeten zijn voor wat dienstverlening betreft. Er zijn regels die in acht genomen moeten worden en als er onduidelijkheden zijn, mag er altijd over gesproken worden. De bonden zullen op korte termijn uitgenodigd worden voor een gesprek.