De procureur-generaal heeft een voorlopig onderzoek aangevraagd naar een mogelijke corruptiezaak tegen president Chandrikapersad Santokhi en twee van zijn ministers. Dit, naar aanleiding van berichten dat de regering mogelijk 7,5 miljoen US-dollar heeft betaald aan Pan-American Real Estate, een lokaal bedrijf, met behulp van vervalste documenten. “Er is nog niemand als verdachte aangemerkt”, aldus het Openbaar Ministerie woensdag.
De kwestie kwam voor het eerst aan het licht in november vorig jaar, toen een anonieme klokkenluider documenten overhandigde aan het Openbaar Ministerie en een strafrechtelijke klacht indiende. In januari leverde de klokkenluider aanvullend belastend bewijsmateriaal aan bij de procureur-generaal, waarna de anticorruptie-eenheid van de politie met het onderzoek werd belast.
Tijdens het onderzoek heeft de politie meerdere personen verhoord, waaronder vicepresident Ronnie Brunswijk en de twee ministers. Het Openbaar Ministerie heeft nu een politiedossier ontvangen en op basis daarvan een gerechtelijk vooronderzoek aangevraagd bij de rechter-commissaris. “Na analyse van het politieonderzoek is, mede gezien de aard van de zaak, een gerechtelijk vooronderzoek noodzakelijk”, verklaarde het Openbaar Ministerie.
President Santokhi en de ministers hebben tegenover verslaggevers benadrukt dat zij geen strafbare feiten hebben gepleegd en dat alle handelingen volgens de geldende wettelijke boekhoudregels zijn uitgevoerd.
Volgens de klokkenluider heeft de minister van Openbare Werken, Riad Nurmohamed, tijdens een ministerraadsvergadering vervalste documenten ingediend om de betaling aan Pan-American Real Estate mogelijk te maken.
Deze betaling werd aanvankelijk twee keer geblokkeerd door vicepresident Brunswijk, die de vergaderingen voorzit. De klokkenluider beweert echter dat de minister uiteindelijk de ministerraad heeft omzeild en de vervalste documenten heeft voorgelegd aan de regeringsraad en een kabinetsvergadering onder voorzitterschap van de president, waar Santokhi de betaling van circa 7,5 miljoen US-dollar goedkeurde.
De minister van Financiën weigerde aanvankelijk de betaling omdat hij vond dat de werkzaamheden van Pan-American Real Estate niet voldeden aan de criteria voor een publiek-privaat partnerschapsproject. Minister Nurmohamed verklaarde dat de vorige regering onder Desi Bouterse in 2019 een overeenkomst had gesloten met Pan-American Real Estate voor de bouw van woningen voor lage inkomensgroepen, waarbij de regering de wegen rondom het project zou aanleggen. Deze verplichtingen zouden niet zijn nagekomen, waardoor het bedrijf zelf de wegen aanlegde en nu de kosten terugvorderde van de huidige regering. Politieke waarnemers merken op dat het afwachten is of deze zaak zal leiden tot vervolging van de president en zijn ministers. Regeringsleden en voormalige politieke ambtsdragers kunnen alleen vervolgd worden als zij op verzoek van de procureur-generaal door het parlement worden aangeklaagd, waar de coalitie van president Santokhi een meerderheid heeft.