In Rotterdam vond gisteren het kortgeding plaats in de zaak, waarbij de Nederlandse ondernemer en auteur Gerard van den Bergh, vorige maand gesommeerd werd om iedere verhandeling van zijn boek: ‘Zakendoen in Suriname – op het hoogste niveau’, te staken. President Chandrikapersad Santokhi liet zijn advocaat een sommatie sturen naar Van den Bergh en zijn uitgever in Nederland. Toen daarop geen reactie volgde, stapte de president naar de Nederlandse rechter en maakte een kortgeding aanhangig om de publicatie van het boek te verbieden. Uit de zaak blijkt dat de president geen bezwaar heeft gemaakt tegen de inhoud van het boek. Het gaat het staatshoofd om het gebruik van zijn foto op de cover van het boek, een boek waarin de president zelf geen corruptieve handelingen wordt verweten. De zaak trekt de aandacht, niet alleen om de inhoud, maar ook vanwege de mogelijke gevolgen voor de vrijheid van meningsuiting en journalistiek. Naar verluidt staat in het boek gevoelige informatie over de Surinaamse politiek.
Ondanks de beschuldigingen en het aanzienlijke publieke belang, heeft de rechtbank in Nederland tot op heden nog geen tussenvonnis uitgesproken dat de verkoop van het boek stopgezet moet worden, omdat er gewacht wordt op een definitief vonnis.
De rechter doet over twee weken, op woensdag 6 maart 2024, uitspraak in deze zaak.
De uitspraak zal niet alleen bepalend zijn voor de toekomst van het boek, maar zeker ook implicaties hebben voor de grenzen van de vrijheid van meningsuiting. Vooralsnog mag het boek vrij worden verkocht tot de uitspraak op 6 maart.