‘Bouterse wederom veroordeeld voor 20 jaar’
Het Hof van Justitie (HvJ) is vandaag aan het woord gekomen. Het Hof heeft de hoofdverdachte in het 8 Decemberstrafproces voor de tweede keer veroordeeld tot een gevangenisstraf van 20 jaar voor zijn betrokkenheid bij de moorden die hebben plaatsgevonden op 8 december 1982 in het Fort Zeelandia. Het Openbaar Ministerie heeft eerder gevangenneming bij veroordeling geëist. Echter is geen gevangenneming gelast voor Bouterse. Het vonnis van de overige verdachten (Benny Brondenstein, Iwan Dijksteel, Stephanus Dendoe en Ernst Geffery) moet nog volgen.
De advocaat van de verdachten in dit proces Mr. Irvin Kanhai, heeft bij de eerder zittingen bewijsmateriaal aangeleverd waaruit de onschuld van zijn cliënt moest blijken. Het Hof heeft deze verweren verworpen en komt tot de conclusie dat de eerder veroordeelde, Bouterse, genoeg tijd had om na te denken over zijn voornemens. Het Hof concludeert dat de verweren van Kanhai niet slagen.
Het Hof komt tot de conclusie dat de verweren niet slagen. Verder voert het Hof aan dat, de bewering dat de Krijgsraad de verklaringen van Van Haperen niet heeft meegenomen, niet relevant blijken. Ook noemt het Hof van Justitie het verweer dat de slachtoffers met een coup bezig waren, een lege bewering. Het is volgens het Hof niet aannemelijk dat de slachtoffers een tegencoup beraamden. De verdediging heeft eerder opgeworpen dat er geen sprake is van moord met voorbedachten rade. Ook hier komt het Hof met de conclusie dat er geen bewijs is aangeleverd om dit tegen te spreken. Ook is er geen bewijsmateriaal aangeleverd waaruit zou blijken dat de verdachten het land zouden worden uitgezet, zoals opgeworpen werd door Mr. Kanhai. Het Hof is van oordeel dat de veroordeelde, Bouterse, genoeg tijd heeft gehad om zich te beraden over de daden. Het Hof heeft bij de uitspraak wel afgeweken van de eerdere zienswijze van de Krijgsraad. Zo voerde het Hof aan, dat er geen sprake is van voorwaardelijke opzet. Ook staat niet ter discussie dat de veroordeelde de slachtoffers van het leven heeft beroofd, tezamen en in vereniging. Het Hof kan zich ook niet terugvinden in de conclusie van de Krijgsraad dat er sprake is van medeplegen. Het Hof komt tot de conclusie dat er nauw samengewerkt is. Tot dusver betreffen de overwegingen een bevestiging van het vonnis dat in 2019 door de Krijgsraad uitgesproken is.
Het Hof heeft ten aanzien van in gevangenneming, overwogen, dat voor onmiddellijke in gevangenneming niet voldoende motivering door het Openbaar Ministerie is gepresenteerd, voor wat betreft de noodzaak. De hoofdverdachte en overige verdachten waren allen afwezig ten tijde van de vonniswijzing. De vrijheidsstraf zelf, is echter wel onderwerp van tenuitvoerlegging. Dat betekent, dat na de termijn voor een verzoek tot gratie en een besluit daarop, de in gevangenneming, te verwachten is. Met deze uitspraak van het Hof is er vandaag een einde gekomen aan het strafproces, dat zestien jaar op de rol stond.