We hebben ons toch vergist, of noem het liever een voortijdige misberekening en vol van enthousiasme. Met ons en nog vele anderen, was de hoop toch gevestigd op zeer veel en positiever nieuws bij het bezoek van de Chief Executive Officer, CEO van Total Energies, de Fransman Patrick Pouyanné aan ons land. Velen hadden gehoopt dat meneer Pouyanné ons zou komen vertellen, dat op niet al te lange termijn, Total en zijn partner Apache uit de Verenigde Staten, zouden overgaan tot exploitatie van de olievoorraden in het zogeheten offshore Blok 58 voor onze kust. Maar het werd toch een ander verhaal en het werd verpakt in de zogenaamde ‘voorontwerpstudies’ ontwikkeling in het eerste productieveld Blok 58.
Dat wil zeggen dat de Franse multinationale onderneming samen met haar partner nog enige tijd in onze kustwateren bezig zullen zijn, alvorens de aardolie naar boven zal worden gepompt en Suriname daar groot financieel voordeel van zal ondervinden. Reeds staat vast, dat de olievelden Sapakara South en Krabdagu, nu reeds 700 miljoen vaten aan gecombineerde reserves bevatten en bij een productie wel 200.000 vaten aardolie per dag, zullen opleveren. Duidelijk werd gisteren op een persconferentie, dat de investeringen binnen dit project 9 miljard dollar zullen kosten. De zogeheten engineeringstudies zullen nog dit jaar aanvangen. Total plant dat de exploitatie van de aardolie, dus het oppompen van het zwarte goud, pas in 2028 zal geschieden. Dus we zullen voor 2028 geen miljardeninkomsten in harde valuta, tegemoet kunnen zien. Dat is in ieder geval bij de komst van de hoge Total-functionaris aan ons land, wel duidelijk naar voren gekomen. Het is dan ook niet raar, dat velen niet aan de indruk kunnen ontkomen, dat zowel Total als Apache, geen haast maken met de exploitatie van de grote olievoorraden voor onze kust in Blok 58 nog voor de algemene en geheime verkiezingen die in 2025 moeten plaatsvinden. Zeer vermoedelijk wensen deze mega-investeerders binnen een gewijzigd en gunstiger politiek klimaat te starten met de daadwerkelijke exploitatie van de aardolie die Suriname toebehoort en waar zij goed aan wensen te verdienen, zonder daarbij grote risico’s te lopen. Het is geen geheim dat buitenlandse investeerders bij het brengen van veel geld naar een ander land, absoluut zeker wensen te zijn van de veiligheid die geboden wordt aan hun inbreng en daarbij zeker denken aan een stabiel politiek klimaat, een solide investeringswet, goede nationale veiligheid en in het bijzonder het koesteren van NRA-regels en het respecteren van de vereisten van de CFATF. Voor ingewijden is het reeds lang duidelijk, dat men uitkijkt naar de uitslag van de komende verkiezingen en pas dan de echte diepgaande investeringen zullen worden gepleegd. Het Surinaamse volk zal beslissen op 25 mei 2025 of we voorspoed zullen zien, of dat we nog verder zullen wegzakken in de financiële en economische misère. Het wordt dus kiezen voor mensen die aanvaardbaar en betrouwbaar overkomen bij de externe investeerders, die beschikken over groot kapitaal.