Duurzame doordachte ontwikkeling van ons land

President Santokhi is content met het behaalde resultaat van het Suriname rivier baggerproject. Het staatshoofd benadrukte dat het de bedoeling is dat het niet alleen bij dit baggerproject blijft, maar dat er sprake kan zijn van een “baggerindustrie”. De president merkte op, dat de MAS eventueel kan overgaan tot de aankoop van een baggerschip, aangezien het baggeren niet stopt. “Er zal door gebaggerd moeten worden, zodat de vaargeul niet weer dichtslibt”. Het staatshoofd sloot zich aan bij de woorden van directeur Amafo: “Wij werken niet voor de volgende (regeer)periode, maar voor de volgende generatie”.

MAS-directeur Michel Amafo, toonde zich ingenomen met het resultaat van het project. Hij wees op de vele voordelen die het baggeren met zich meebrengt voor Suriname. Zo stelde hij dat het baggeren een continu proces, is om de concurrentiepositie van Surinaamse ondernemingen te verbeteren en de economische activiteiten in het land te stimuleren.

“De tijd van kleine vaartuigen is voorbij”, stelde Amafo, “We kunnen nu overgaan tot grotere schepen”, aldus Amafo. De directeur liet doorschemeren dat in het vervolgtraject, ook de Goslar verwijderd zal moeten worden uit de rivier. Het ministerie van OW heeft hiervoor reeds een tender lopen, deelde hij mede. Amafo wees erop dat het baggeren van de Suriname rivier door zal moeten gaan omdat ze weer zal kunnen dichtslibben. Volgens hem een fout die zich heeft voorgedaan in de Guyanese wateren.

Hij stelde ook in het vooruitzicht, dat in 2025 er weer een tender of tewel aanbesteding zal worden gehouden voor het onderhoud van de rivier. Hij riep ondernemers op, zich voor te bereiden om mee te doen zodat er ook concurrentie is voor Boskalis en De Boer, die thans het baggerproject hebben uitgevoerd. Amafo stelde dat hierdoor ook de prijzen voor het baggeren van de rivier lager konden worden, wat gezien mag worden als waarschijnlijk goedkopere prijzen. Ook maakte hij duidelijk dat niet de “Dredging Fee”, maar de vergoeding voor het gebruik van de rivier het project financiert.

Dat wil zeggen dat de vergoeding voor de baggerdiensten: de door de Autoriteit vastgestelde vergoeding, die moet worden betaald met betrekking tot een schip dat de gebaggerde gebieden van de haven doorvaart of gebruikt, voor het verkrijgen van toegang tot of het verlaten van faciliteiten, tegen het toepasselijke tarief zal moeten worden betaald aan de haven.

De Mass-directeur ging ook in op de kosten voor het baggeren en noemde voor de eerste fase een bedrag van 12 miljoen US-dollar en voor het opleveren van deze tweede fase 27,5 miljoen US-dollar.

Hij wees op het gegeven dat de gebruiker betaalt voor het project. De volgende fase die eraan komt is het onderhoud van de rivier, dat ook betaald moet worden. Amafo wees erop, dat er al 24 miljoen US-dollar is uitgegeven en het totaalbedrag dat zal worden besteed beloopt 40 miljoen US-dollar. De directeur wees erop dat het geld voor dit project op een escrow account wordt geplaatst voor de betalingen.

Een escrow-regeling is ѐѐn waarbij een onafhankelijke derde partij, tijdelijk iets van de andere partij, in bewaring neemt, en uitkeert aan de andere partij wanneer aan een bepaalde voorwaarde is voldaan. Bij grote financiële transacties, komt dit regelmatig voor.

Als vervolg van op het baggerproject gaat de MAS zich nu richten op diepgang voor de grotere schepen met ladingen. De Mass-directeur had het ook over de andere rivieren zoals de Commewijne, Nickerie en Corantijn, rivier die gebaggerd moeten worden. Echter meent, hij dat alvorens er gebaggerd kan worden, moeten studies over al deze gebieden afgerond zijn.

Een geschat bedrag van ongeveer 55 miljoen US-dollar zal worden besteed voor, werkzaamheden in de toekomst. Amafo zegt dat de tender zal moeten uitwijzen, wat het gaat worden.

Ook stelde hij dat er gewerkt zal worden met een “Sustainable Dredging” programma, zoals het ook wordt gebruikt bij de grote havens in de wereld zoals de die van Rotterdam, Antwerpen en Singapore. Volgens Amafo hebben al de bovengenoemde havens zich kunnen ontwikkelen, door een duurzame baggerprogramma’s.

Sandy Kenswil directeur van de VSH Shipping een dochtermaatschappij van de “United Group of Companies” zei bij de oplevering van het Surinamerivier baggerproject, dat met de 40 jaar ervaring van haar bedrijf in de scheepsvaartsector, waaronder “als scheepsagent en terminaloperator en vertegenwoordigen van rederijen, heeft VSH een wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan de economische ontwikkeling van Suriname en zal dat ook blijven doen”, aldus Kenswil.

Ze wees erop dat de rederijen die VSH vertegenwoordigt hun waardering hebben uitgesproken, met betrekking tot het behalen van dit resultaat. Volgens Kenswil heeft het resultaat enige tijd op zich laten wachten. Ze verwees naar 2008, in die periode werd er een haalbaarheidsstudie uitgevoerd. “Maar uiteindelijk is er op een goed doordachte manier vorm aangegeven”, aldus Kenswil.

Ze benadrukte ook dat de oplevering van het Suriname rivier baggerproject als zeer werkbaar wordt gezien en “biedt mogelijkheid voor de toekomstige groei” aldus de VSH-directeur. Volgens haar zijn we nu op het punt beland dat de toekomstige schepen optimaal kunnen worden beladen.

Ze wees hierbij op het belangrijke aspect, dat de vaargeul structureel wordt onderhouden en gemonitord. Ze meende dat het beleid met het oog op de olie en gas, helemaal te begrijpen is, maar niet uit het oog mag worden verloren, dat nut en noodzaak de uitgangspunten moeten zijn om deze vervolginvestering te rechtvaardigen, zodat we het doel niet voorbijschieten.

Kenswil stelde vast dat met het “private public partnership” op een doordachte duurzame toekomstige manier aan de ontwikkeling van Suriname wordt uitgewerkt en we het doel zo kunnen realiseren.

 

 

More
articles