Het duurzaam oplossen van de woningnood in Suriname geniet hoge prioriteit bij president Chandrikapersad Santokhi. Het staatshoofd heeft op vrijdag 14 april breedvoerige gesprekken gehad met diverse ministers, deskundigen en andere relevante actoren. Mark Rommy, projectmanager van het Landelijk Woningbouw Programma, is ook deelgenoot geweest van de besprekingen op het Kabinet van de President. “Vandaag hebben we de strategie besproken om door te gaan. Er is niet meer zoveel tijd. Wij moeten vaart maken, omdat we de droge tijd nodig hebben om het project uit te voeren”, aldus Rommy in gesprek met de Communicatie Dienst Suriname.
Het projectbureau en de werkgroep van het Landelijk Woningbouw Programma Fase 1 2022-2025, werden op 17 december 2022 geïnstalleerd. De algemene doelstellingen van het programma zijn: een adequaat en betaalbaar huis en geschikte leefomgeving voor elk Surinaams gezin en ontwikkeling van de gemeenschap. Rommy zegt dat er een uitgebreide presentatie is gegeven over wat er allemaal in orde gebracht moet worden om zo snel mogelijk te starten met het programma. “Uit onze inventarisatie is gebleken dat er een heleboel grondpapieren zijn uitgereikt, maar de mensen kunnen niet op hun terreinen. De overheid moet aan haar plicht voldoen om de terreinen in cultuur te brengen oftewel bouwrijp te maken”, merkt de coördinator op.
De hoofddoelen van het Landelijk Woningbouw Programma zijn: goedkope kredietfaciliteiten creëren voor de samenleving; in cultuur brengen van de kavels waarvoor bereidverklaringen en beschikkingen zijn uitgegeven; bouwen van woningen; begeleiden en monitoren van de woningbouw in het algemeen en het creëren van een wettelijk kader voor de woningbouw. Een van de goedkope kredietfaciliteiten is de 7 procent kasreserveregeling. Deze faciliteit is in 2004 tot stand gekomen tussen de commerciële banken en de Centrale Bank van Suriname (CBvS), waarbij de kasreserves van de eerstgenoemde groep worden aangewend. Het voornaamste doel is de particuliere woningbouw tegen betaalbare rente binnen het bereik van de middeninkomensgroepen te brengen. De parameters zijn aangepast als onderdeel van het strategisch beleid om woningnood aan te pakken.
Bij een van de gesprekken was er ook een team van het Affordable Housing Project (AHP), dat ressorteert onder het ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting aanwezig. Het project kan gezien worden als de opvolger van het Low Income Shelter Program (LISP). Het AHP werd in 2019 aangekondigd, doch zonder enig resultaat. Voor dit project is een lening van USD 35 miljoen aangegaan met de Islamic Development Bank (IsDB) om in 4000 woon-oplossingen te voorzien. De afspraak was dat het project tot en met 2023 zou lopen. Suriname moet haast maken om nog te kunnen putten uit de lening. President Santokhi heeft een clusterteam van ministers en andere functionarissen de opdracht gegeven om binnen een week met concrete oplossingsmodaliteiten te komen. “We moeten dit project gecommitteerd aanpakken. Dat kan alleen wanneer alle schakels een agenda hebben. Het nationaal belang moet zegevieren”, aldus het staatshoofd.