Het strafrechtelijk financieel onderzoek tegen ex-minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad, zal binnenkort van start gaan door het Openbaar Ministerie, OM. Het onderzoek zal moeten uitwijzen of hij persoonlijk financieel voordeel heeft gehaald uit de strafbare handelingen waarvoor hij is veroordeeld tot 12 jaar gevangenisstraf. Het OM zal onderzoek moeten doen naar al het door Hoefdraad wederrechtelijk verkregen vermogen, zowel nationaal als buiten Suriname, zodat beslagneming kan volgen en vervolgens de gerechtelijke confiscatie. Naar verluidt, kan de overheid beslag leggen op alle bezittingen van Hoefdraad.
Voorts vernemen wij, dat de staat eerder beslag heeft gelegd op alle voertuigen van de ex-bewindsman en nu over zal gaan tot het confisqueren van de luxe villa te Clevia, waarin Hoefdraad tot voor kort verbleef. De villa die hij had gekocht in 2016 voor 650.000 US-dollar, staat op een perceel te Clevia van maar liefst 3.450 vierkante meter, waarvan bijna 700 vierkante meter is bebouwd.
De riante villa bestaat uit: vier slaapkamers, twee badkamers, een keuken met granieten aanrechtblad en aparte wijnkoeler. Behalve de villa is er ook een privéresort met zwembad en zespersoons jacuzzi, een aanpalend gastenverblijf met nog eens twee appartementen en aparte badkamers, een buitenkeuken met bar en grill en als klap op de vuurpijl een volledig ingerichte fitnessruimte.
Naar de krant reeds eerder had vernomen, is deze luxe woning ingericht met middelen uit het huisvestingsfonds van de Centrale Bank van Suriname, dat governors reeds eerder gebruikten om grote aankopen te doen zoals voertuigen enz. Toen de media dit nieuws bekendmaakten, beweerde Hoefdraad dat hij het woonhuis als privépersoon had gekocht en de hypotheek afloste met het pensioen dat hij had opgespaard door ‘’achttien jaar lang in het buitenland te werken’’. De toenmalige president zou op de hoogte zijn geweest van de aanschaf van de villa. Hoefdraad verdedigde zichzelf door te stellen, dat hij ‘‘nimmer gebruik heeft gemaakt van het recht een perceel aan te vragen’’ en dat hij steeds “naar eer en geweten’’ heeft gewerkt. Hij deed de zaak toentertijd af als ‘’een privékwestie’’.
Na de uitspraak van de rechter heeft Hoefdraad in februari nog in een schrijven laten weten, dat hij via de Inter-Amerikaanse Rechtszaal voor de Rechten van de Mens (IACHR), probeert zijn 12-jarige veroordeling nietig verklaard te krijgen, waarbij hij nu beweert, dat hem de kans is ontzegd actie te ondernemen in Suriname. Het Hof van Justitie heeft in februari de straf van 12 jaar tegen Hoefdraad, die in december vorig jaar bij verstek was veroordeeld wegens overtreding van de Bankwet en de Anticorruptiewet, bevestigd.
Hoefdraad wilde in beroep gaan tegen het vonnis, maar was niet aanwezig in de rechtszaal. Daarna verklaarde hij in een schrijven, dat hij het slachtoffer is van politieke vervolging. Hoefdraad verklaarde dat als hij in de rechtszaal was verschenen, hij een “ongerechtvaardigde gevangenisstraf’’ zou hebben gekregen voor misdaden die hij niet had begaan en dat de zaak volledig werd verdrongen door een buitensporig effect van buitenaf: de politiek.
Naar onze mening, heeft de ex-minister in zijn uitgebreide verklaring toegegeven, dat zijn initiële intenties ervoor gezorgd hebben dat vier personen in hechtenis zitten, waarbij hij ook nog stelt, dat er niets verkeerd is met de contracten die afgesloten zijn met Clairfield en dat er later na aanhouding van de ex-governor, ook nog betalingen zijn geweest. Hiermee zijn gewoon de opzettelijke handelingen van de gewezen minister bevestigd en zijn afleidingsmanoeuvre om de aandacht te vestigen op anderen.
Vooral daar hij bevestigd, dat de betalingen na de aanhouding van de ex-governor gewoon zijn voortgezet vanwege economische crisistijd overwegingen.